Deel 4. Alpha en Omega.
Deel 4 is een vervolg van Deel 1, Deel 2, Deel 3A, Deel 3B, Deel
3C, Deel 3D en Deel 3E.
Inleiding.
Op deze link is
een uitnodiging te lezen om mee te doen met een Alpha cursus in de
buurt.
De Alpha cursussen zijn op dit moment online te volgen.
In
2019 heb ik een studie gemaakt over dit onderwerp. Dit omdat ik een
individualist ben. Deze studie is dan ook voor mensen die meer willen
weten over 'geloven' maar geen groepsmensen zijn.
Ooit
kreeg ik een tip van een medeblogster om de “Alpha en Omega”
studie die ik gemaakt heb op mijn blogs te zetten. Dat lijkt mij nu
het juiste moment om te doen. Als ik een gedeelte af heb pas ik dit ook aan in de oorspronkelijke studie.
Op
Wikipedia
heb
ik de vragen
gevonden die behandeld worden tijdens de Alpha cursussen.
2. Wie is Jezus?
De eerste drie punten heb ik behandeld. In dit blog onderzoek ik de punten 4 en 5:
Om
heel eerlijk te zijn; ik kan niet zeker zijn van mijn geloof. Mijn
geloof is vaak afhankelijk van mijn gevoel en niets is
onbetrouwbaarder
dan dat. Wat
wel betrouwbaar is, is God Woord. Ik
lees in: Johannes
5: 24 Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: Wie Mijn woord hoort en hem gelooft Die Mij gezonden heeft.
Dat
houdt in dat als ik het Woord van de Here Jezus heb gehoord ik
daardoor kan ik geloven dat God Hem gezonden heeft. Zo staat het ook
in Efeze 1: 13. Eerst horen en dan geloven. Geloven is hetzelfde als
vertrouwen. Ik mag vertrouwen op dat wat ik gehoord of gelezen heb.
Ef.1:
13
In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het
Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u
tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte,
Ik
ga er vanuit dat de Bijbel als Gods woord in dit stadium aanvaard is
als op waarheid berustend.
In
Efeze 1 lees ik allerlei geestelijke zegeningen die ik heb ontvangen.
Het staat er zwart op wit. Het is aan mij om dit aan te nemen. Ik mag
erop vertrouwen dat God dit aan mij gegeven heeft. Ik bezit dit al
ook al 'voel' ik dit niet altijd. Dit doet mij denken aan wat de
vader van het zieke kind zei uit Markus 9: 23 en 24. Natuurlijk wil
de vader geloven dat de Here Jezus zijn zoon kan genezen. Maar hij is
zich ook bewust van zijn tekort schieten. God weet dat en zegent de
vader en zijn kind:
Markus
9:
23, 24
23
En Jezus zei tegen hem: Als u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk
voor wie gelooft. 24
En meteen riep de vader van het kind onder tranen: Ik geloof, Heere!
Kom mijn ongeloof te hulp.
Ik
vind dit heel herkenbaar. Soms vraag ik mij af of ik wel geloof. Maar
het gaat niet om mijn geloof, maar om het geloof van
Christus. Ik mag aanvaarden wat Christus gedaan heeft. Ik mag dit
aannemen omdat ik wil vertrouwen op de Bijbel, het Woord van God. Ook
al zijn er om mij heen veel mensen die de Bijbel als alleen maar een
boek met levenswijsheid beschouwen. Ik lees in Gods Woord:
Galaten
2: 16
weten dat een mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken van de wet,
maar door het
geloof in Jezus Christus.
En ook wij zijn in Christus Jezus gaan geloven, opdat wij
gerechtvaardigd zouden worden uit het
geloof van Christus en
niet uit werken van de wet. Immers, uit werken van de wet wordt geen
vlees gerechtvaardigd.
Filippenzen
3:
9
en in Hem gevonden word, niet met mijn rechtvaardigheid, die uit de
wet is, maar die door
het geloof in Christus is,
namelijk de rechtvaardigheid uit God door middel van het geloof;
In
de grondtekst
staat
in Filippenzen 3: 9 “door het geloof
van Christus”.
Net als in Galaten 2: 16 waar het trouwens 2 keer in de grondtekst
staat. Het gaat niet om mijn geloof, maar om het geloof van
Christus.
In wat Hij in geloof volbracht heeft mag ik rusten en
vertrouwen.
Christus
heeft geleefd. Dat weten en aanvaarden de meeste mensen. Maar Hij is
ook Gods Zoon. God heeft de wereld zo lief gehad dat Hij Zijn enig
geboren Zoon naar deze wereld zond. God kwam als Zoon naar deze
wereld.
Op de
site
"christiananswers"
lees
ik hoe ik zeker kan zijn van mijn redding. Het is dan wel van belang
dat ik God op Zijn woord vertrouw. Vind ik dat moeilijk dan mag ik
bidden wat de vader in Markus 9: 24 bad.
Hier is een
slideshow
te
zien over dit onderwerp.
Nu ik zelf overtuigd ben geraakt
van de waarheid van Gods
Woord wil ik ook heel graag anderen hierin meenemen.
Deze
vraag heeft alles te maken met de vorige. Als 'het geloof' niet
afhankelijk is van mij en mijn gevoel dan moet het ergens anders op
berusten. Ik heb gezien bij het beantwoorden van de vorige vraag dat
geloven afhankelijk is van het vertrouwen in de Bijbel waarin Gods
Woorden beschreven staan. Ik
leer door
de Bijbel God
en Christus kennen.
Daarom
is het belangrijk om de Bijbel te lezen, zodat ik gevoed word met
Gods Woord.
Op
"alpha-cursus.nl/bijbel-lezen-waarom"
wordt
je uitgedaagd om een alpha cursus te volgen waarin ook deze vraag aan
de orde komt.
Waarom lees ik de Bijbel?
Op de site "AMEN" heb ik een aantal punten gevonden die ik wil gebruiken om deze vraag te beantwoorden.
a. Waarom is het Woord van God geschreven?
In dit vers lees ik dat het Woord bij God was, ja zelfs dat het Woord God zelf was. Ik geloof dat de Here Jezus het Woord is want: Johannes 1: 14 En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid.
Door heilige geest (Adem van God) wordt Gods Woord doorgegeven in de Bijbel;
2
Timoteüs 3: 16
Heel de Schrift is door God ingegeven;
Efeze
6: 17
En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is
Gods Woord,
Efeze
1: 13 zegt dat Gods Woord het Woord der waarheid is;
Efeze
1: 13
In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het
Evangelie van uw zaligheid,
God
wil graag dat wij weten
dat God IN Christus naar deze wereld kwam om verzoening te doen. Lees
daarvoor: Deel 3A, Deel 3B, Deel
3C, Deel 3D en Deel 3E.
God wil ook graag dat wij Zijn handelen met Israël en de wereld leren kennen, in het verleden, maar ook in de toekomst. Ik lees de Bijbel omdat ik daarin Gods plannen ontdek met de wereld en Israël. Zij zullen in de toekomst als koningen en priesters de wereld in trekken om het evangelie van het Koninkrijk te brengen.
God wil graag dat Ik Zijn plan, Zijn voornemen met de Gemeente, Het Lichaam van Christus ontdek. Ik ga onze voorbestemming en onze heerlijkheid zien in: Efeze 1: 11, 12a 11 In Hem zijn wij ook een erfdeel geworden, wij, die daartoe voorbestemd waren, naar het voornemen van Hem Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil, 12a opdat wij tot lof van Zijn heerlijkheid zouden zijn,
Ik ga het doel van de Gemeente zien in: Efeze 3: 10, 11 10 opdat nu door de gemeente aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelvuldige wijsheid van God bekendgemaakt zou worden, 11 volgens het eeuwige voornemen dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus, onze Heere.
Ik ga Zijn roeping voor de Gemeente zien in: 2 Timoteüs 1: 9 Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen,
Hoe lees ik de Bijbel?
b. Ik mag beseffen dat God spreekt.
In het Oude testament sprak God soms rechtstreeks tot bijvoorbeeld Adam en Eva, Noach, Abraham en Mozes. Later gebruikte God profeten om Zijn Woorden door te geven. In het Nieuwe Testament sprak God door Zijn Zoon: Hebreeën 1: 1 Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door (de) Zoon,
Na de hemelvaart van Christus sprak God door de apostelen en Paulus.
De evangeliën zijn geschreven door verschillende personen, Mattheus, Markus, Lukas en Johannes. Kritische mensen zeggen dat het verschil in de evangeliën maakt dat alles ongeloofwaardig is. Toch kunnen die verschillen ook anders geïnterpreteerd worden. Er zijn vier personen geweest die de grootheid en daden van de Here Jezus hebben beschreven. Zij konden dit doen door de geest van God en beschreven het leven en de daden van de Here Jezus vanuit bepaalde standpunten, zie het schema:
Evangelie en schrijver |
Here Jezus beschreven als: |
Teksten Oude Testament: (De volledige tekst vind je in mijn studie: “Alpha en Omega” bij punt 5.) |
Mattheus |
Koning |
Zacharia 9: 9 Verheug u zeer, dochter van Sion! Zie, uw Koning zal tot u komen, Jeremia 23: 5 rechtvaardige SPRUIT, Hij zal als Koning regeren |
Markus |
Knecht |
Jesaja 42: 1 Zie, Mijn Knecht, Die Ik ondersteun Zacharia 3: 8 Ik ga Mijn Knecht, de SPRUIT, doen komen |
Lukas |
Zoon des mensen |
Zacharia 6: 12 Zie, een Man Zijn Naam is SPRUIT |
Johannes |
God |
Jesaja 40: 9 Zie, uw God! Jesaja 44: 6 Ik ben de Eerste en Ik ben de Laatste, en buiten Mij is er geen God |
Johannes schrijft over de niet beschreven tekenen in Johannes 20: 30 en 31. Hieruit kan ik afleiden dat er nog veel meer te schrijven was, maar dat de schrijvers een keuze maakten op grond van het doel wat ze voor ogen hadden, zie het bovenstaande schema. Door dat doel ontstonden de verschillen. Johannes 20: 30, 31 30 Jezus nu heeft in aanwezigheid van Zijn discipelen nog wel veel andere tekenen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, 31 maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam.
Zie hiervoor ook de site "Frisse Wateren".
In deze tijd spreekt God door de Bijbel. Ik ben erg voorzichtig met rechtstreekse 'profetische' boodschappen uitgesproken door hedendaags sprekers. Een apostel kan alleen maar iemand zijn die de Here Jezus in levende lijve heeft gezien; 1 Korinthe 9: 1 Ben ik niet een apostel? Ben ik niet vrij? Heb ik niet Jezus Christus, onze Heere, gezien?
1 Korinthe 15: 7, 8 7 Daarna is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan alle apostelen. 8 En als laatste van allen is Hij ook aan mij verschenen, als aan de ontijdig geborene.
Zie verder mijn studie “Profeteren”.
Het merendeel van de Bijbel is geschreven voor en gericht aan het Joodse volk. Dat heeft tot gevolg dat er in verhouding maar een klein gedeelte overblijft voor de gelovige heidenen, waaronder ik als christen val. Toch houdt dat niet in dat ik de rest van de bijbel niet hoef te lezen. Het is Gods Woord en ik heb al gezien dat ik God en Christus in het totale Woord leer kennen. Zo wordt het lezen van de Bijbel ook bedoeld in: 2 Timoteüs 3: 16 Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid,
Elk Bijbelgedeelte kan God gebruiken om mij te onderwijzen, te corrigeren en op te voeden: Hebreeën 4: 12 Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.
Ik kan alleen begrijpen wat de Heere wil en wat voor Hem waardevol is, voor deze tijd en in de toekomst, als ik geloof dat God door Zijn Woord spreekt: Efeze 1: 17 opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, u de Geest van wijsheid en van openbaring geeft in het kennen van Hem, Efeze 4: 13, 14 13 totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, 14 opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden,
Over die 'volwassen man' lees je meer in mijn studie "De volkomen Man".
Romeinen 12: 2 En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is. Voor dat onderscheiden van de volmaakte wil van God heb ik onderstaande punten, c, d en e hard nodig.
c. Ik moet er op letten voor welk tijdperk het tekstgedeelte is geschreven.
Er zijn verschillende eeuwen in de Bijbel te onderscheiden. In iedere eeuw werkt God anders en openbaart Hij Zich anders. Ik tel in de Bijbel minstens vijf eeuwen, zie schema. Elke eeuw wordt afgesloten met een oordeel, behalve de 5e eeuw. Zie ook mijn studie "Openbaring 1" bij vers 6.
Eeuwen |
Naam eeuw |
Duur eeuw |
teksten |
Oordeel in: |
1e: Prediker 1: 10 eeuwen voor ons |
De wereld die er toen was |
Onbekend, voor Genesis |
Jesaja 45: 18 Ez. 28: 13a - 17 |
Genesis 1: 1, 2 2 Petrus 3: 5, 6 |
2e: Prediker 1: 10 eeuwen voor ons |
Oude wereld |
Vanaf Genesis 1: 3 tot Gen. 7: 10 |
Genesis 5: 1 - 32 |
Genesis 7: 4 2 Petrus 2: 5 |
3e: Galaten 1: 4 Titus 2: 12 |
Tegenwoordige slechte wereld |
Vanaf zondvloed tot 1000 jarig rijk |
2 Petrus 3: 7 |
Openbaring 6: 1 -Openb. 19: 21 |
4e: Efeze 2: 7 komende eeuwen |
1000 jarig koninkrijk |
1000 jaar |
Openbaring 20: 2 |
2 Petrus 3: 10 Op.20: 4, 7 - 15 |
5e: Efeze 2: 7 komende eeuwen |
Nieuwe hemel en aarde |
Na 1000 jaar tot onbekend |
Openbaring 21: 1 - Openb. 22: 5 |
Geen oordeel |
De volledige uitgeschreven teksten vind je in mijn studie: “Alpha en Omega” onder vraag 5.
Even iets over eerste eeuw die zich heeft afgespeeld voor Genesis 1: 1 en 2 waarin ik lees over een woeste waterzee. In mijn Interlinear Scriptuur Analyzer lees ik: 'en-leegstaande chaos zij is' Dat moet het oordeel zijn geweest over de eerste eeuw. Ik geloof dat de aarde ouder is dan 6000 jaar. Over die 'wereld die toen was' lees ik niet veel in de Bijbel. Het gaat te ver voor dit blog om hier verder op in te gaan. Je kunt er meer over lezen in mijn studie "schepping of evolutie".Er moet iets gebeurt zijn waardoor de 'wereld die toen was' in een woeste zee is veranderd. Ik geloof dat dit te maken heeft maken met de val van de beschermende cherub, Over hem lees ik in: Ezechiël 28: 13a - 17 13a u was in Eden, de hof van God. Allerlei edelgesteente was uw sieraad...... Op de dag dat u geschapen werd, waren ze gereed. 14 U was een cherub die zijn vleugels beschermend uitspreidt. Daarvoor heb Ik u aangesteld. U was op Gods heilige berg, u wandelde te midden van vurige stenen. 15 Volmaakt was u in uw wegen, vanaf de dag dat u geschapen werd, totdat er ongerechtigheid in u gevonden werd. 16a Door de overvloed van uw handel vulde men uw midden met geweld, en ging u zondigen. Daarom verbande Ik u van de berg van God, en deed Ik u verdwijnen. 17a Vanwege uw schoonheid werd uw hart hoogmoedig. Ik wierp u ter aarde,
In vers 13 zie ik dat de cherub in Eden was en daar goed floreerde. Hij was volmaakt maar ging zondigen. Daarna werd hij ter aarde geworden; vers 17. In Genesis 3 zie ik hem, opnieuw in Eden, als blijkbaar lopende slang in gesprek met Eva. In vers 14 wordt hij vervloekt en moet de slang kruipend verder. Of Eva echt een slang heeft gezien is nog maar de vraag. Zeker is dat zij te maken had met satan, die zich voor kan doen als een engel van het licht, dus waarom niet gebruik kan maken van een slang. 2 Korinthe 11: 14 En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht. Satan wordt in Openbaring 12: 9 en 20: 2 de oude slang genoemd. En zo wordt het een beetje duidelijk hoe de overdekkende cherub zich na zijn val gedragen heeft, voordat hij in Genesis 3 ten tonele verscheen.
Tijdperken/bedelingen zijn onderdeel van eeuwen, maar het zijn geen eeuwen. Helaas worden deze bedelingen verwart met eeuwen. Men spreekt van een bedelingenleer. Zie brochure 12 op de site "Levend water".Voor verdere uitleg van bedelingen zie mijn studie: “Alpha en Omega” onder vraag 5.
God heeft rentmeesters aangesteld voor bepaalde tijden en voor bepaalde doelgroepen. Ze konden ook tegelijkertijd aanwezig zijn. Over dat rentmeesterschap lees ik onder anderen in de boeken Koningen, Kronieken en Richteren in het Oude Testament. In de profetische boeken gebruikte God profeten die boodschappen van Hem door moesten geven voor het volk Israël.In het Nieuwe Testament zijn het de Apostelen die rentmeesters zijn geweest. Zij hebben de woorden van de Here Jezus opgeschreven voor Israël. Die woorden betreffen de oprichting van het Koninkrijk van God. Dit leek nabij te zijn in de evangeliën en Handelingen. De brieven van Jacobus, Petrus en Johannes hebben betrekking op dit koninkrijk, samen met de vroege brieven van Paulus; Romeinen, 1 en 2 Korinthe, 1 en 2 Thessalonicenzen, Galaten en Hebreeën. In die vroege brieven wordt de speciale bediening van Paulus naar de volkeren duidelijk in verband met dit toen nabijgekomen koninkrijk voor Israël. Toch ging de oprichting van het Koninkrijk niet door lees ik in Handelingen 28 en mocht Paulus doorgaan met zijn bediening voor de volkeren/heidenen. Zie verder de uitleg bij punt d.
In blog 3D heb ik uit gelegd uit hoe het zit met de Bijbelboeken, wanneer ze geschreven zijn en door wie.
Augustinus schijnt ooit gezegd te hebben: "Onderscheid de tijden, en de Schrift is met zichzelf in harmonie".
Het is belangrijk om te weten dat God, in de tijd waarin wij leven, De Gemeente het Lichaam van Christus vormt. Daarover gaan met name de zeven latere brieven van Paulus; Efeze, Kolossenzen, Filippenzen, 1 en 2 Timoteüs, Titus en Filemon.
Paulus heeft een boodschap en bediening voor heidenen lees ik in: Efeze 3: 1 - 7 1 Om deze reden ben ik, Paulus, de gevangene van Christus Jezus, voor u, die heidenen bent, 2 als u tenminste gehoord hebt van de uitdeling van de genade van God die aan mij gegeven is ten behoeve van u, 3 dat Hij mij door openbaring dit geheimenis bekendgemaakt heeft, 5 dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen, zoals het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest, 6 namelijk dat de heidenen mede-erfgenamen zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mededeelgenoten zijn van Zijn belofte in Christus, door het Evangelie, 7 waarvan ik een dienaar geworden ben, krachtens de gave van de genade van God, die mij gegeven is, naar de werking van Zijn kracht.
Onderscheid ik de verschillen tussen het toekomstige Koninkrijk, wat voor Israël zal worden opgericht, en De Gemeente niet dan raak ik in de war en krijg ik een verkeerd beeld van God doordat ik tegenstrijdigheden in Gods Woord vind. In mijn diverse studies probeer ik steeds rekening te houden in mijn uitleg met de verschillen tussen De Gemeente en dat toekomstige Koninkrijk van God.
Een voorbeeld van zo'n tegenstrijdigheid vind ik in deze teksten:
Mattheus 24: 13 Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
Efeze 2: 5, 8 5 ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt uit genade bent u zalig geworden, 8 Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God;
Tekst |
Tijdperk |
verband |
Schrijver |
Matth. 24: 13 |
wet: eerst volharden, dan zalig worden (toekomst) |
bedoeld voor Joden/Israël |
Mattheus |
Efeze 2: 5, 8 |
genade: geloof in het zalig zijn geworden (voltooide tijd) |
bedoeld voor volkeren/heidenen |
Paulus |
d. Wie is de schrijver en wie de ontvanger.
Behalve dat het belangrijk is te kijken voor welk tijdperk een Bijbelboek is geschreven is het net zo belangrijk om te er op te letten wie de schrijver is en voor wie het beschrevene is bedoeld. Het is over het algemeen wel duidelijk dat het Oude Testament gericht is aan volk Israël, aan alle tien stammen. Ook heeft het betrekking op volkeren rondom Israël, de 'Oikoumene'. Dat geld voor het verleden en de toekomst.
'Oikoumene' wordt in de grondtekst vertaald door 'bewoonde-wereld'. Het gaat hier om een select gebied, de toenmalige bewoonde wereld, namelijk het oude Romeinse rijk. Dat bestond uit landen rond de Middellandse zee. Dat zijn de landen waarover het ook meestal in het Oude Testament ging en waar Paulus zijn zendingsreizen naar toe heeft gemaakt. Zie mijn studie "Openbaring 3" bij vers 10.
De meeste christenen zien in het Nieuwe Testament geen onderscheid tussen doelgroepen. Toch lees ik in Galaten 2: 7 - 9 over besnedenen en onbesnedenen: Galaten 2:7- 9 7 Maar integendeel, zij zagen dat aan mij het Evangelie onder de onbesnedenen toevertrouwd was, zoals aan Petrus dat onder de besnedenen. 8 (Want Hij Die door Petrus werkte met het oog op het apostelschap onder de besnedenen, werkte ook door mij met het oog op de heidenen.) 9 En toen Jakobus, Kefas en Johannes, die geacht werden steunpilaren te zijn, de mij gegeven genade erkenden, gaven zij mij en Barnabas de rechterhand van gemeenschap, opdat wíj naar de heidenen en zíj naar de besnedenen zouden gaan.
In deze tekst zie ik in vers 7 dat Paulus naar de onbesnedenen, wordt gestuurd. Dat zijn de volkeren/heidenen. Petrus, Jakobus en Johannes gaan naar de besnedenen, de Joden. Dat is wat ik ook zag punt c. De apostelen waren rentmeesters. Ze hadden een bediening voor een bepaalde groep mensen. In de grondtekst staat voor bediening: 'oikonomian' het betekent: beheer, huis+wetheid.
Over Paulus lees ik: Efeze 3: 1, 2 1 Om deze reden ben ik, Paulus, de gevangene van Christus Jezus, voor u, die heidenen bent, 2 als u tenminste gehoord hebt van de uitdeling van de genade van God die aan mij gegeven is ten behoeve van u,
Kolossenzen 1: 25 Daarvan ben ik een dienaar geworden, overeenkomstig de beheerstaak van God, die mij met het oog op u gegeven is om het Woord van God te vervullen,
1 Timoteüs 1: 1a, 12 1a Paulus, een apostel van Jezus Christus, 12 En ik dank Hem Die mij kracht gegeven heeft, namelijk Christus Jezus, onze Heere, dat Hij mij trouw geacht heeft, toen Hij mij een plaats gaf in de bediening,
Waar het om gaat is dat Paulus van God een taak of een bediening heeft gekregen onder de heidenen. Dus wat hij schrijft heeft, in ons tijdperk, betrekking op De Ene Gemeente, het Lichaam van Christus waartoe de tegenwoordige gelovigen uit de heidenen/volkeren (ook het volk Israël) behoren.
Petrus, Jacobus en Johannes kregen ook een bediening, maar met dit verschil dat zij gericht zijn op de Joden of het volk Israël. Het gold voor het verleden en het zal in de toekomst opnieuw gelden, als God de draad weer opneemt met Zijn volk Israël. Dat bevestigen onderstaande teksten:
Jacobus 1: 1 Jakobus, een dienstknecht van God en van de Heere Jezus Christus, aan de twaalf stammen die in de verstrooiing zijn: wees verheugd!
1 Petrus 1: 1 Petrus, een apostel van Jezus Christus, aan de vreemdelingen in de verstrooiing in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bithynië,
De discipelen zagen het onderscheid in bedieningen wel. Petrus schrijft in 2 Petrus 3: 15, 16 over Paulus die zaken ter sprake brengt die moeilijk te begrijpen en te aanvaarden zijn en daarom verdraaid worden door mensen die er niet aan willen. Ik geloof dat dit te maken heeft met de aanvullende prediking van Paulus waarin hij stelt dat de zegen nu naar de heidenen gaat omdat het volk Israël zijn Messias niet heeft willen aannemen zoals ik lees in: Handelingen 28: 26, 28 26 Ga naar dit volk toe en zeg: Met het gehoor zult u horen, maar beslist niet begrijpen, en ziende zult u zien, maar beslist niet opmerken, 28 Laat het u dan bekend zijn dat de zaligheid van God aan de heidenen gezonden is, en die zullen luisteren.
2 Petrus 3: 15, 16 15 en beschouw het geduld van onze Heere als zaligheid; zoals ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven is, u geschreven heeft, 16 zoals ook in alle brieven, wanneer hij deze dingen ter sprake brengt. Daaronder zijn sommige zaken die moeilijk te begrijpen zijn, die de onkundige en onstandvastige mensen verdraaien, tot hun eigen verderf, net als de andere Schriften.
e. Het is belangrijk dat ik teksten in hun verband lees.
De Bijbel is een Joods boek en gaat voor een groot deel over het volk Israël. Maar ik mag daar kennis van nemen en leer daardoor Gods plannen en besluiten kennen. Ik geloof dat God plannen met Israël had, die ik kan vinden in het Oude Testament. In de evangeliën, Handelingen, met daarin de vroege brieven van Paulus, de algemene brieven geschreven door Jacobus, Petrus, Johannes en Openbaring vind ik de toekomst plannen met Israël.
Het zal ondertussen wel duidelijk zijn dat ik teksten die te maken hebben met een bepaalde bediening in Gods plan niet zomaar kan en mag toepassen tijdens een andere bediening. Dit is belangrijk om misvattingen te voorkomen, maar zeker ook teleurstellingen en onbegrip. Ik moet de teksten in hun verband lezen en het Woord der waarheid recht snijden en onderscheiden wat wezenlijk is voor de Gemeente, het Lichaam van Christus waarin ik mij bevind: Filippenzen 1: 10 opdat u kunt onderscheiden wat wezenlijk is.
2 Tim. 2: 15 Beijver u om uzelf welbeproefd voor God te stellen, als een arbeider die zich niet hoeft te schamen en die het Woord van de waarheid recht snijdt.
Efeze 5: 10 en beproef wat de Heere welbehaaglijk is.
Voorbeelden van teksten bestemd voor een bepaalde bediening zijn:
Openbaring 7: 4 En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld waren: honderd vierenveertigduizend waren er verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten. Het is haast onmogelijk om deze tekst verkeerd te begrijpen. Toch gebeurt dit door de 144000 verzegelden los te koppelen van de twaalf stammen van Israël.
Ezechiël 37: 5, 11 5 Zo zegt de Heere HEERE tegen deze beenderen: Zie, Ik ga geest in u brengen en u zult tot leven komen 11 Toen zei Hij tegen mij: Mensenkind, deze beenderen zijn heel het huis van Israël. Ook deze tekst zegt duidelijk voor welke doelgroep het bestemd is, maar wordt ondanks dat regelmatig gebruikt om een opwekking onder de volkeren aan te kondigen. Deze profetie gaat over het huis van Israël en zal in de toekomst vervuld worden.
Jeremia 31: 31 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten.
Over de “Het Oude en het Nieuwe Verbond” heb ik een uitgebreid studie gemaakt. De meeste christenen geloven dat het Nieuwe verbond met het Lichaam van Christus is opgericht, maar ook nu lees ik dat het Nieuwe Verbond met het huis van Israël en met het huis van Juda zal worden gesloten.
Johannes 16: 24 Tot nu toe hebt u niets gebeden in Mijn Naam; bid, en u zult ontvangen, opdat uw blijdschap volkomen zal worden.
Mattheus 7: 7 Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden. Bovenstaande twee teksten worden regelmatig gebruikt door de tegenwoordige christenen. En dan verwondert men zich erover dat hen niet altijd alles gegeven wordt waar ze om vragen. Dat kan tot gevolg hebben dat men afhaakt van 'het geloof'. Dit zou niet nodig zijn als uitgelegd zou worden dat deze teksten geschreven zijn door apostelen met een bediening voor Israël en dat de teksten gelezen moeten worden tegen de achtergrond van de verdrukkingen die de Israëlieten toen te wachten stonden. Later na Handelingen 28, toen Israël niet meer Gods volk was, zag ik in de geschiedenis dat hen niet alles gegeven werd waar ze om vroegen, met alle gevolgen van dien. Maar in de toekomst zal God Zijn volk weer beschermen en geven waar ze om bidden: Mattheus 24: 31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan.
Mattheus 5 is ook een tekstgedeelte wat te maken heeft met de komst van het Koninkrijk van God en deze teksten kunnen dan ook niet zomaar toegepast worden op ons als leden van het Ene Lichaam van Christus. Mattheus 5: 3, 5, 10 gaan over het beërven van de aarde, het Koninkrijk der hemelen met Christus als Koning en over de verdrukkingen die de Israëlieten nog zullen mee moeten maken. Aarde is in de grondtekst 'ge' = land. Het gaat hier over toekomstige beloofde land Israël.
Als ik Mattheus 5 lees met behulp van bovenstaande punten dan valt de inhoud van dit hoofdstuk op zijn plaats en kan ik het beter begrijpen.
Dat lang niet alle woorden van God te maken hebben met ons als heidenen wil niet zeggen dat wij te kort komen. Er is een grote rijkdom weggelegd voor de heidenen. Voor ons zijn er alle geestelijke zegeningen zo lees ik in: Efeze 1: 3 Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus,
Zie ook op de site "gotquestions".
Terug naar: Deel 1, Deel 2, Deel 3A, Deel 3B, Deel 3C, Deel 3D en Deel 3E.
Wil je graag anoniem contact dan kun je het contact formulier op dit blog in vullen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten