Deze studie is een vervolg op Openbaring 1, Openbaring 2, Openbaring 3, Openbaring 4, Openbaring 5,
Openbaring 6, Openbaring 7, Openbaring 8, Openbaring 9, Openbaring 10, Openbaring 11, Openbaring 12,
Openbaring 13, Openbaring 14, Openbaring 15 en Openbaring 16.
In deze studie wil ik het boek Openbaring onderzoeken. Het centrale thema van het boek is 'de grote verdrukking' of ook wel 'de dag des Heeren'; zie Openbaring 1: 10.
De naam 'Johannes' is de Griekse vorm van het Hebreeuwse 'Jochanan'. Het betekent: De HERE is genadig.
Johannes heeft iets gezien en moet dit opschrijven. Voor Johannes is dit verleden tijd en daarom is het boek Openbaring in de verleden tijd geschreven. Maar ik geloof dat hetgeen Johannes heeft gezien toekomst is. Het is profetie; Openbaring 22: 19. Daarom schrijf ik mijn commentaar zoveel mogelijk in de onvoltooide tegenwoordige toekomende tijd: Het zal gebeuren.
Ik werk vanuit de Herziene Staten Vertaling, mist anders aangegeven. Ik maak gebruik van de grondtekst. Ook vervang of vul ik regelmatig stukje aan. Ik ga er niet vanuit dat deze studie volmaakt is.
Openbaring 10 Verschijning van een andere engel. Johannes moet het boekje opeten en hij moet profeteren.
Openbaring 11: 1 – 14 Het is nog steeds de periode van de tweede wee. Optreden van de twee getuigen.
Derde wee wordt aangekondigd.
Het Koninkrijk van Christus wordt aangekondigd.
3e Blik op de aarde in Openbaring 11: 19b.
Er vinden oordelen plaats, zoals bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.
Vers 3: een grote vuurrode draak.
4e Blik op de aarde in Openbaring 12: 13 – 13: 18.
Openbaring 12: 13, 14 De draak wordt op aarde geworpen en vervolgt de vrouw en haar nageslacht.
De vrouw vlucht voor drieënhalf jaar naar de woestijn.
Opkomst van het 1e beest, het antichristelijke rijk en het 2e beest, de valse profeet/antichrist.
5e Blik op de aarde in Openbaring 14: 6 – 20.
De drie engelen met hun boodschap (14: 6-13)
Tweede Engel: Brengt het oordeel over Babel.
Derde Engel: Brengt het oordeel over het beest en zijn aanbidders.
Daarna komen er nog drie engelen. Zij zullen de tarwe en druiven oogsten.
Johannes ziet een glazen zee met vuur. Daarbij staan de overwinnaars van het beest. Zij zingen het lied van Mozes.
De zeven laatste plagen worden aangekondigd.
6e Blik op de aarde in Openbaring 16: 1 – 18: 24.
Openbaring 16: 1 – 21 De zeven gouden schalen worden uitgegoten over de aarde.
Openbaring 17: 1 – 18 Het oordeel over de vrouw, grote hoer.
Ondanks dat er in Openbaring 16: 17 staat dat het 'geschied is', zie ik dat in dit hoofdstuk de oordelen van Openbaring 16 verder uitwerkt worden. Ik lees over één van de zeven engelen, boodschapper, die de zeven schalen zal hebben.
De engel kwam en sprak met Johannes en zei tegen hem: Kom, ik zal u het oordeel over de grote hoer laten zien. Toen Johannes dit schreef in 85 á 95 na Christus werd Israël bestuurd door de grote anti goddelijke macht van Rome, het Romeinse rijk. Het leek toen voor Johannes zo dat dit wat hij zag en hoorde spoedig vervuld zou worden. Deels is dat gebeurd, toen Jeruzalem vernietigd werd in 70 na Christus. Maar veel gebeurtenissen moeten nog vervuld worden. De woorden van het boek Openbaring blijken profetie te zijn.
In vers 3 lees ik over een vrouw op een beest.
In vers 5 lees ik wie die vrouw is namelijk een geheimenis, een goddeloos systeem/stad wat aangeduid wordt door:
“het grote Babylon, de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde”. In de betreffende verzen ga ik hier verder op in.
Verder lees ik over het oordeel van de grote hoer in:
Openbaring 18: 21 En een sterke engel hief een steen op als een grote molensteen, en wierp die in de zee, en zei: Zó zal Babylon, de grote stad, met geweld neergeworpen worden, en het zal nooit meer gevonden worden.
Die vrouw/hoer zal aan vele wateren zitten. Dat vind ik ook in:
Jeremia 51: 13 U die woont aan grote wateren, die rijk bent aan schatten, uw einde is gekomen, de maat van uw winstbejag.
In vers 15 lees ik dat de wateren de volken, menigten, naties en talen zullen zijn. In 1 Korinthe 6: 15 en Jakobus 4: 4 lees ik over waarschuwingen tegen (geestelijke) hoererij:
1 Korinthe 6: 15 Weet u niet dat uw lichamen leden zijn van Christus? Zal ik dan de leden van Christus nemen en die maken tot leden van een hoer? Volstrekt niet!
Jakobus 4: 4 Overspelige mannen en vrouwen, weet u dan niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dan nu een vriend van de wereld wil zijn, wordt als vijand van God aangemerkt.
Tegenover deze hoerige vrouw zal de vrouw staan uit:
Openbaring 12: 1 En er verscheen een groot teken in de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, en de maan was onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren.
2 Met haar hebben de koningen van de aarde hoererij bedreven, en de bewoners van de aarde zijn dronken geworden van de wijn van haar hoererij.
De koningen van de aarde. 'Aarde' is in de grondtekst 'gês'. Het betekent: land. De koningen der aarde worden ook genoemd in vers 18, Openbaring 18: 3, 9 / 19: 19 en 21: 24. In Openbaring 16: 14 lees ik over koningen maar daar ontbreekt in de grondtekst het woordje 'aarde'. Het gaat in dat vers om koningen van de bewoonde wereld 'oikoumenês'. Ondanks dit verschil geloof ik dat het hier om dezelfde demonische koningen gaat:
Openbaring 16: 14 Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God.
Deze koningen van de aarde zullen hoererij bedrijven met haar, de grote hoer uit vers 1. En de bewoners van de aarde zullen dronken worden van de wijn van haar hoererij:
Openbaring 18: 3 Want van de wijn van de toorn van haar hoererij hebben alle volken gedronken, en de koningen van de aarde hebben hoererij met haar bedreven, en de kooplieden van de aarde zijn rijk geworden door de kracht van haar losbandig leven.
Jeremia 51: 7 Babel was in de hand van de HEERE een gouden beker, die heel de aarde dronken maakte. Van zijn wijn hebben de volken gedronken, daarom gedragen de volken zich als een waanzinnige.
Terwijl hier de bewoners van het land de wijn drinken van de vrouw/hoer moet in Openbaring 14: 10, 16: 19 en 18: 6 – 8 de de wijn van Gods toorn gedronken worden door de aanbidders van het beest en zijn beeld:
Openbaring 14: 8, 9b, 10 8 En een andere engel volgde, die zei: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, de grote stad, omdat zij alle volken van de wijn van de toorn van haar hoererij heeft laten drinken. 9b Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt, en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, 10 dan zal hij ook drinken van de wijn van de toorn van God, die onvermengd is ingeschonken in de drinkbeker van Zijn toorn, en gepijnigd worden in vuur en zwavel voor het oog van de heilige engelen en van het Lam.
Openbaring 16: 19 En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van de heidenvolken stortten in. En het grote Babylon kwam bij God in gedachtenis, en Hij gaf haar de drinkbeker met de wijn van Zijn grimmige toorn.
Openbaring 18: 6b – 8 6b Schenk in de drinkbeker waarin zij voor anderen ingeschonken heeft, voor haar het dubbele in. 7 Overeenkomstig de maat waarin zij zichzelf heeft verheerlijkt en losbandig heeft geleefd, geef haar naar die maat pijniging en rouw. Want in haar hart zegt zij: Ik zit als een koningin en ben geen weduwe en ik zal zeker geen rouw zien. 8 Daarom zullen op één dag haar plagen komen: dood, rouw en honger, en met vuur zal zij verbrand worden, want sterk is de Heere God, Die haar oordeelt.
3 En in de geest bracht hij mij weg naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol van godslasterlijke namen was, met zeven koppen en tien horens.
En in de geest bracht hij mij weg naar een woestijn. In de grondtekst staat: En hij-brengt-weg mij tot-in wildernis in geest. Wildernis kan ook weergeven worden door troosteloos en eenzaam. De woestijn is inderdaad een troosteloze, meestal eenzame wildernis. Geest betekent: leven, wind, lucht, adem, blazen, engel of demon, goddelijk, de geest van Christus, de Heilige Geest. Het gaat hier niet om de Heilige Geest als persoon. Johannes werd als het ware geestelijk meegenomen naar deze 'woestijn' en kreeg de woorden, die hij op moest schrijven, ingeblazen door God. Zie ook:
Openbaring 1: 10a Ik was in de geest op de dag des Heeren.
En ik zag komt 36 keer voor in Openbaring. In de grondtekst staat 'ik-neem-waar'. Het lijkt erop dat Johannes ook werkelijk ziet wat hij beschrijft en waarneemt. Zie Openbaring 1: 19.
De uitdrukkingen 'en ik zag' of 'wat u hebt gezien' en 'hierna zag ik' komen in mijn online Bijbel in Openbaring ongeveer 50 keer voor en 30 keer in het Oude Testament. Wel bijzonder dat het niet in de evangeliën, Handelingen (slechts 1 keer in Handelingen 26: 16) en de brieven van de apostelen voorkomt. Blijkbaar is 'iets zien' alleen bedoeld voor het Oude Testament en voor de toekomst. Dit mag een aanwijzing zijn voor onze tijd waarin men meent ook beelden en visioenen te moeten zien.
Johannes zag een vrouw zitten. De vrouw is de grote hoer uit vers 1. Zij zit op op een scharlakenrood beest. Scharlaken is een rode kleur die veel gebruikt werd in de tabernakel in Exodus 26, 27, 28, 35, 36, 38, 39 en Leviticus 14. Het wordt in verband gebracht met de zondigheid van de mensen In Jesaja 1: 18. Daarom kreeg de Here Jezus een scharlaken kleed aan toen hij gekruisigd werd. Hij droeg onze zonden en die van de wereld;
Mattheus 27: 28 En toen zij Hem ontkleed hadden, deden zij Hem een scharlakenrode mantel om,
Jesaja 1: 18b Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw; al waren ze rood als karmozijn, ze zullen worden als witte wol.
In vers 18 lees ik dat de vrouw de grote stad (Babylon, vers 5) is. Die grote stad is ook al bekleed met scharlaken, lees ik in:
Openbaring 18: 16 Wee, wee de grote stad, die bekleed was met fijn linnen, purper en scharlaken, en getooid met goud, edelgesteente en parels. Want in één uur is die grote rijkdom verwoest.
In Openbaring 11: 7 is er voor het eerst sprake van 'het beest' nadat de twee getuigen hun getuigenis volbracht zullen hebben. In Openbaring 13 : 1 en 11 lees ik over 'het beest' uit de zee en uit het land.
Openbaring 11: 7 En wanneer zij hun getuigenis volbracht hebben, zal het beest dat uit de afgrond opkomt, oorlog met hen voeren en het zal hen overwinnen en hen doden.
Openbaring 13: 1, 11 1 En ik zag uit de zee een beest opkomen, 11 En ik zag een ander beest opkomen, uit de aarde.
Het scharlaken beest heeft zeven koppen en tien horens. In Openbaring 12: 3 lees ik over de vuurrode draak met zeven koppen en tien horens;
Openbaring 12: 3 En er verscheen een ander teken in de hemel. En zie: een grote vuurrode draak met zeven koppen en tien horens. En op zijn koppen zeven diademen.
Ik zie in vers 12 dat de tien horens tien koningen zijn. Dat staat ook in:
Daniël 7: 24 En de tien horens duiden aan dat uit dat koninkrijk tien koningen zullen opstaan, en na hen zal een ander opstaan. Die zal verschillen van die er eerder geweest waren. Drie koningen zal hij vernederen .
De godslasterlijke namen, van het beest worden ook genoemd in Openbaring 13: 1 waar ze voorkomen op de zeven koppen van het beest uit de zee. In Daniël 7: 22 en 25 lees ik over een kleine hoorn die op zal rijzen en die ogen en een mond vol grootspraak zal hebben, waarmee hij woorden tegen de Allerhoogste zal spreken.
Openbaring 13: 1 En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien horens had, en op zijn horens waren tien diademen, en op zijn koppen een godslasterlijke naam.
Daniël 7: 20, 25 20 en van de tien horens die op zijn kop zaten en van die andere, die oprees en waarvoor er drie afgevallen waren, namelijk die horen die ogen had en een mond vol grootspraak en waarvan de verschijning groter was dan zijn metgezellen. 25 Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd.
4 En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en getooid met goud, edelgesteente en parels, en zij had een gouden drinkbeker in haar hand, vol van gruwelen en van onreinheid van haar hoererij, (en van de aarde).
En de vrouw zal bekleed zijn met purper en scharlaken. Zie vers 3, waar het beest en de stad Babylon bekleed zijn met scharlaken. De vrouw, het beest en de stad Babylon zijn met elkaar verbonden door de zonden uitgebeeld door de scharlaken kleur.
Purper en scharlaken wordt in mijn online Bijbel van de Statenvertaling 22 x samen genoemd waarvan 20 x in het Oude Testament en 2 x in Openbaring, hier en in Openbaring 18: 16.
Purper wordt in Daniël 5 apart genoemd. Daniël wordt daar bekleed met een gewaad in de kleur purper. Purper duidt op koninklijk. Ik kom deze kleur verder in het Nieuwe Testament tegen in:
Lukas 16: 19 Nu was er een zeker rijk mens, die gekleed ging in purper en zeer fijn linnen en die elke dag vrolijk en overdadig leefde.
Daniël 5: 29 Toen beval Belsazar dat zij Daniël in purper moesten kleden, met een gouden keten om zijn hals, en dat zij van hem moesten uitroepen dat hij als derde in het koninkrijk zou heersen.
Tegelijkertijd wordt in dit vers en Openbaring 18: 16 ook de andere kostbaarheden genoemd waarmee de vrouw, stad getooid zal worden namelijk met goud, edelgesteente en parels.
Openbaring 18: 16 Wee, wee de grote stad, die bekleed was met fijn linnen, purper en scharlaken, en getooid met goud, edelgesteente en parels. Want in één uur is die grote rijkdom verwoest.
En zij zal een gouden drinkbeker in haar hand hebben. De gouden drinkbeker komt alleen in dit vers voor. Goud duidt op rijkdom. Het zal een uiterlijke verleidelijke rijkdom zijn die tot haar val zal leiden zo lees ik in Openbaring 18.
Deze gouden beker zal vol zijn van gruwelen en van onreinheid van haar hoererij. Zie vers 2. Het zal niet goed aflopen met degenen die deze drinkbeker drinken. Zij krijgen uiteindelijk de drinkbeker van Gods toorn te drinken lees ik in Openbaring 14: 9, 10 / 16: 19 en 18: 6b – 8. Voor deze teksten, zie ook vers 2.
In de grondtekst zie ik dat aan deze zin is toegevoegd: en van-de aarde (gês). De drinkbeker zal niet alleen vol zijn van de gruwelen van de hoererij van de vrouw, maar ook van het land (gês), zie vers 5. Ik heb deze toevoeging in geen enkele vertaling kunnen vinden. Ik lees het wel in:
Jeremia 51: 7 Babel was in de hand van de HEERE een gouden beker, die heel de aarde dronken maakte. Van zijn wijn hebben de volken gedronken, daarom gedragen de volken zich als een waanzinnige.
'Drinkbeker' komt 24 x voor in mijn online Bijbel van de Statenvertaling waarvan 14 x in verband met het lijden van de Here Jezus beschreven in de evangeliën. Er is dan geen sprake van een gouden beker. Deze beker een heel andere inhoud, het is de drinkbeker van het Nieuwe Verbond in:
Lukas 22: 20 Evenzo nam Hij ook de drinkbeker na het gebruiken van de maaltijd en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed, dat voor u vergoten wordt.
5 En op haar voorhoofd stond een naam geschreven: Geheimenis, het grote Babylon, de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde.
En op haar voorhoofd zal een naam geschreven staan. De verzegeling met deze naam doet mij denken aan het merkteken van het beest, wat op het voorhoofd of hand wordt geplaatst zoals te lezen is in:
Openbaring 13: 16 – 18 16 En het maakt dat men aan allen, kleinen en groten, rijken en armen, vrijen en slaven een merkteken geeft op hun rechterhand of op hun voorhoofd, 17 en het maakt dat niemand kan kopen of verkopen, behalve hij die dat merkteken heeft, of de naam van het beest of het getal van zijn naam. 18 Hier is de wijsheid. Wie verstand heeft, laat hij het getal van het beest berekenen, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderdzesenzestig.
Openbaring 14: 9, 10 9 En een derde engel volgde hen, die met een luide stem zei: Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt, en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, 10 dan zal hij ook drinken van de wijn van de toorn van God, die onvermengd is ingeschonken in de drinkbeker van Zijn toorn, en gepijnigd worden in vuur en zwavel voor het oog van de heilige engelen en van het Lam.
Hier blijkt de naam een geheimenis te zijn, alhoewel er direct achteraan staat dat het om het grote Babylon, de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde zal gaan. Wat dat betekend wordt uitgelegd vanaf vers 7.
Nu wordt in de vertalingen wel 'van de aarde (gês)' toegevoegd, zoals ook in de grondtekst staat.
In Openbaring 7: 3 en 14: 1 lees ik over het verzegelen met een heel andere Naam:
Openbaring 7: 3 en zei: Breng geen schade toe aan de aarde, en ook niet aan de zee en de bomen, totdat wij de dienaren van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben.
Openbaring 14: 1 En ik zag, en zie, het Lam stond op de berg Sion, en bij Hem honderdvierenveertigduizend mensen met op hun voorhoofd de Naam van Zijn Vader geschreven.
6 En ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van de heiligen, en van het bloed van de getuigen van Jezus. En ik was bovenmate verwonderd toen ik haar zag.
En ik zag. Zie vers 3.
De vrouw zal dronken worden van het bloed van de heiligen, en van het bloed van de getuigen van Jezus. Er worden twee groepen genoemd, de heiligen en de getuigen van Jezus. Het gaat om dezelfde gelovigen maar dan bekeken vanuit een andere positie. Heiligen ziet op afzondering van wereldse beginselen. Getuigen van Jezus ziet op 'staan', het bouwen en vasthouden op/aan het geloof van Christus.
In Openbaring 6: 9,10 en 16: 6 kwam ik dit bloed van de heiligen al tegen.
Openbaring 6: 9, 10 9 En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden. 10 En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen?
Openbaring 16: 6 Aangezien zij het bloed van de heiligen en van de profeten vergoten hebben, hebt U hun ook bloed te drinken gegeven, want zij verdienen het.
En ik was bovenmate verwonderd toen ik haar zag. In de grondtekst staat: ik-verwonder-mij waarnemende haar verwondering grote. Het zien van deze vrouw, die dronken zal worden van het bloed van de heiligen, zal verwondering (in de zin van afschuw?) opleveren bij de gelovigen.
Die verwondering zal uitmonden in dat wat ik lees in:
Openbaring 19: 1a, 2 1a Halleluja, de zaligheid, de heerlijkheid, de eer en de kracht zij aan de Heere, onze God. 2 Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig, omdat Hij de grote hoer geoordeeld heeft, die de aarde te gronde gericht heeft met haar hoererij, en omdat Hij het bloed van Zijn dienstknechten aan haar gewroken heeft.
7 En de engel zei tegen mij: Waarom verwondert u zich? Ik zal u het geheimenis vertellen van de vrouw en van het beest dat haar draagt, dat de zeven koppen heeft en de tien horens.
En de engel, boodschapper, zei tegen mij: Waarom verwondert u zich? Over die verwondering lees ik ook in vers 6.
De engel vertelt Johannes het geheimenis van de vrouw en van het beest dat haar draagt en dat de zeven koppen en de tien horens heeft. Zie vers 3 en 5. Dat geheimenis wordt verder uitgelegd in de verzen 8 – 18.
In Openbaring 12: 3 en 9 lees ik over de draak die zeven koppen en de tien horens heeft. De draak is de slang, satan die uiteindelijk de oorsprong is van al deze boze machten.
Openbaring 12: 3, 9 3 En er verscheen een ander teken in de hemel. En zie: een grote vuurrode draak met zeven koppen en tien horens. En op zijn koppen zeven diademen. 9 En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen.
8 Het beest dat u gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit de afgrond en naar het verderf gaan. En zij die op de aarde wonen, van wie niet vanaf de grondlegging van de wereld de naam geschreven staat in het boek des levens, zullen zich verwonderen als zij het beest zien, dat was en niet is, hoewel het er toch is.
Dat geheimenis gaat over het beest dat u gezien hebt. Johannes zag in Openbaring 13: 1 en 11 een beest uit de zee en uit de aarde, zie ook vers 3.
In Openbaring 13: 3 en 12 lees ik dat het eerste beest, uit de zee, dodelijk gewond zal raken. Mogelijk wordt dat hier bedoeld met 'wat was en niet is'.
Maar het beest zal opkomen uit de afgrond. Het zal genezen, het zal er dus toch zijn.
Openbaring 13: 3a En ik zag een van zijn koppen als dodelijk gewond, maar zijn dodelijke wond werd genezen.
En zij die op de aarde wonen, zijn de goddelozen en vijanden van God. 'Zij die op aarde wonen' komen ook voor in Openbaring 3: 10 / 6: 18 / 8: 13 / 11: 10 / 13: 8, 14 / en 14: 6.
Vanaf de grondlegging van de wereld. In de grondtekst staat 'apo katabolês kosmou'. Het betekent: van-af neer-werping van-wereld. Naar mijn idee zegt 'grondlegging' iets over een fundament. Maar dat zie ik niet terug in de grondtekst. Daar gaat het over 'neerwerpen'. Op deze site vond ik een artikel wat uitlegt waarom 'neerwerpen' altijd wordt vertaald door 'grondlegging'. In ieder geval was er vanaf de grondlegging/neerwerping van de wereld een boek van het leven. Daarin werden en worden de namen van de Israëlieten geschreven. De namen die er niet instaan zullen sowieso de satan aanbidden en nalopen.
Zij die op aarde wonen en niet vanaf de grondlegging van de wereld met zijn naam geschreven staat in het boek des levens. Dit boek komt 9 keer voor in de Staten Vertaling. 1 Keer in het Oude testament in Psalm 69: 29. 1 Keer in de latere brieven van Paulus in Filippenzen 4: 3. Dan nog 6 keer in: Openbaring 3: 5 / 13: 8 / 20: 12, 15 / 21: 27 en 22: 19.
Openbaring 13: 8 En allen die op de aarde wonen, zullen het aanbidden, althans van wie de namen niet zijn geschreven in het boek des levens van het Lam Dat geslacht is, van de grondlegging van de wereld af.
Op de site “Amen” lees ik dat 'het boek des levens' voornamelijk over Israël gaat. Daar kan ik het wel mee eens zijn. Israël was en zal altijd Gods volk zijn. Een groot deel van Gods Woord gaat over dit volk. Openbaring gaat ook over Israël, zie inleiding. Dus alle Israëlieten die overwinnen staan geschreven in het boek des levens.
Ik heb altijd gemeend dat het een boek van gelovigen was. Maar dat staat er niet. Het is het boek van het leven. Iedere Israëliet die leeft en geleefd heeft staat er ingeschreven. Maar men kan er wel uit verwijderd worden. Dit gebeurt wanneer iemand volhard in zonde en ongeloof. Dan komt men in aanmerking voor de tweede dood.
En het kan zijn dat men er nooit in is ingeschreven.
Aangezien het hier over de Israëlieten gaat waar moet ik dan aan denken?
De Here Jezus noemde de Farizeeën en Sadduceeën 'adderengebroed' dus nakomelingen van de slang, satan in:
Mattheus 3: 7 Toen hij velen van de Farizeeën en Sadduceeën op zijn doop zag afkomen, zei hij tegen hen: Adderengebroed! Wie heeft u laten weten dat u moet vluchten voor de komende toorn?
Mattheus 12: 34 Adderengebroed! Hoe kunt u goede dingen spreken, terwijl u slecht bent?
Mattheus 23: 33 Slangen, adderengebroed, hoe zou u aan de veroordeling tot de hel (gehenna) ontkomen?
Ik citeer uit mijn studie "De toekomst van de mens" Deel 3: “Ik wil daarvoor gaan naar Genesis 6. Hier lees ik over zonen gods. Wie zijn die zonen gods? Zonen is in de grondtekst 'ben'. Het betekent: een zoon (als een bouwer van de fam. naam).
Zij die op aarde wonen en niet vanaf de grondlegging van de wereld met hun naam geschreven staan in het boek des levens zullen zich verwonderen als zij het beest zien. Ook in Openbaring 13: 3b en 12 lees ik over die verwondering en aanbidding. Op zich logisch als ik zie welke macht en tekenen, in Openbaring 3a en 13, het beest zal laten zien.
Openbaring 13: 3b, 12 3b En de hele aarde ging het beest met verwondering achterna. 12 En het oefent al de macht van het eerste beest voor zijn ogen uit, en het maakt dat de aarde en zij die er wonen het eerste beest aanbidden, waarvan de dodelijke wond genezen was. 13 En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel laat neerkomen op de aarde, voor de ogen van de mensen.
Maar die verwondering voor het beest en de vrouw zal niet lang duren, want zij zullen opkomen uit de afgrond en naar het verderf gaan. Zie ook vers 11 en 12. In Openbaring 14: 8 / 16: 17 – 19 / 18: 2, 10, 21 en 19: 20 lees ik over de val van het beest met de grote stad Babylon, de moeder van de hoeren; vers 1 en 5.
Openbaring 18: 2, 10, 21 2 En hij riep uit met krachtige stem: Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en een woonplaats van demonen geworden, een schuilplaats voor allerlei onreine geesten en een schuilplaats voor allerlei onreine en weerzinwekkende vogels. 10 Zij blijven van verre staan uit vrees voor haar pijniging en zeggen: Wee, wee de grote stad Babylon, de sterke stad, want in één uur is uw oordeel gekomen. 21 En een sterke engel hief een steen op als een grote molensteen, en wierp die in de zee, en zei: Zó zal Babylon, de grote stad, met geweld neergeworpen worden, en het zal nooit meer gevonden worden.
Openbaring 19: 20 En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt.
Dit beest draagt de vrouw, de hoer en zal zeven koppen en de tien horens hebben. Zie ook vers 3. Deze koppen en horens kom ik ook tegen in Openbaring 13: 1, het hoofdstuk over het beest. De tien horens zijn tien koningen lees ik in vers 12.
Openbaring 13: 1 En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien horens had, en op zijn horens waren tien diademen, en op zijn koppen een godslasterlijke naam.
'Wat was en niet is, hoewel het er toch is' lijkt op wat over God gezegd wordt in Openbaring 1: 4, 8 en 11: 17 namelijk 'Die is en Die was en Die komen zal'. Zo zie ik dat satan in alles God zal imiteren om maar geloofwaardig te zijn.
Ik lees op de site van “De Vergadering Nu” in hoofdstuk 5:
“Herinner u dat de "hoofden" van het Beest rijken vertegenwoordigen, en een van de rijken wordt getroffen door een doodsteek, en dat betekent dat het "dodelijk gewond" is, maar dan van de wond zal genezen. Laten we het een en ander van de traditionele leer verwerpen van vers 3, die zegt dat tijdens zijn bewind op aarde de Antichrist een dodelijke wond zal ontvangen aan zijn hoofd en opgewekt zal worden uit de dood, door Satan. Dit is overduidelijk onjuist omdat Satan de meester van de dood is (Johannes 8:44, Hebreeën 2:14) en alleen Jezus de kracht heeft voor opstanding en leven (Johannes 11:25). Om te zeggen dat Satan bevoegdheden heeft tot opstanding, is hetzelfde als te zeggen dat hij het eeuwige leven kan aanbieden. Maar we weten nu ook, eens te meer, dat het beest niet een enkele man vertegenwoordigt, maar Satan's systeem van overheid en religie, waarvan de Antichrist slechts een onderdeel is.
Om terug te komen op ons punt, een van de 7 rijken heeft al een doodsteek gekregen en zou daarom voor altijd moeten vergaan, maar in plaats daarvan zal het genezen, d.w.z. teruggebracht worden om weer aan de macht te komen. Welke van de 7 zal dat zijn, wanneer is het dodelijk gewond en wanneer zal het terugkomen? We gaan snel naar Openbaring 17: 9-11 om het verder te begrijpen: "9 Hier blijkt het verstand dat wijsheid heeft. De zeven koppen zijn zeven bergen, waarop de vrouw zit. 10 Ook zijn het zeven koningen: vijf zijn er gevallen, een is er, de andere is nog niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij een korte tijd blijven. 11 En het beest dat was en niet is, is ook zelf de achtste. En hij is uit de zeven, en gaat naar het verderf."
Opnieuw kijken we naar de hermeneutiek van wat het gebied is voor de juiste Bijbelse interpretatie, om te begrijpen dat met "bergen" landen/rijken worden bedoeld en geen letterlijke bergen. Dus zoals we al hebben gezegd, zijn de 7 hoofden van het Beest 7 rijken, en in de tijd van Johannes en het schrijven van de Openbaring (rond 95 na Christus) heeft hij ons verteld dat "5 (van de rijken) zijn gevallen, een er is, en de andere is nog niet gekomen (nog in de toekomst voor Johannes)."
In 95 na Christus waren Egypte, Assyrië, Babylon, Medo-Perzië en Griekenland al gevallen (in het verleden en verslagen). Het rijk dat aan de macht was op dat moment was Rome en wat nog moest komen in de toekomst van Johannes was het islamitische rijk. Het einde van vers 10 zegt: "en wanneer hij komt, moet hij een korte tijd blijven", wat duidelijk verwijst naar het islamitische rijk, dat nog in de toekomst van Johannes lag, en de 'hij' is Mohammed die met deze religie en dit rijk begon. De context van vers 11 is die van vers 10: het 7e hoofd van het Beest -het islamitische rijk - is degene die dodelijk gewond is en de achtste kop (rijk) wordt, dat Jezus uiteindelijk in de poel van vuur zal werpen bij zijn Tweede komst (Daniël 7:11, Openbaring 19:20).
Waarom is het 7e hoofd uitgegroeid tot het 8e hoofd? Het eerste islamitische rijk begon met Mohammed rond het jaar 632 en duurde helemaal tot 1924 als het Turkse Ottomaanse Rijk....In 1924 brachten de Britten "de dodelijke wond" toe aan de 7e kop van het beest, toen het dit Turkse Ottomaanse Rijk overwon....Er is nog iets heel verbazingwekkend: de islam zelf heeft zeven Kalifaten gehad en is een zevenkoppig beest van zichzelf, de laatste was het Ottomaanse kalifaat, toen het beest dodelijk gewond raakte.
Het islamitische 7e hoofd van het Beest zal op een bepaald punt in onze nabije toekomst opnieuw leven worden ingeblazen (genezen) en zal zich hervormen.”
Op deze site van Christipedia lees ik over alle rijken die over Jeruzalem geheerst hebben. Daarin komen de rijken die in het stuk van “Vergadering nu” genoemd worden ook voor.
9 Hier blijkt het verstand dat wijsheid heeft. De zeven koppen zijn zeven bergen, waarop de vrouw zit.
Hier blijkt het verstand dat wijsheid heeft. Ik lees ook over verstand en wijsheid in:
Openbaring 13: 18 Hier is de wijsheid. Wie verstand heeft, laat hij het getal van het beest berekenen, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderdzesenzestig.
De zeven koppen zijn zeven bergen, waarop de vrouw zal zitten. Zeven is het getal van de volheid, volmaaktheid. Die volheid zie ik o.a. terug in:
Exodus 20: 10 maar de zevende dag is de sabbat van de HEERE, uw God. Dan zult u geen enkel werk doen,
Hier zal de vrouw/hoer zitten op een volheid aan bergen. Het kunnen letterlijke bergen zijn. Ik heb tot nu toe altijd uitgelegd gekregen dat het om de stad Rome gaat omdat deze stad op zeven heuvelen is gebouwd. Of het werkelijk daarom zal gaan zal de toekomst uitwijzen. Op de site van Franklin ter Horst lees ik:
“Het is niet echt duidelijk hoe de zeven bergen opgevat moeten worden. Is het inderdaad Rome met de zeven heuvels, zijn het wellicht wereldrijken of zijn het zeven hoofden van het Beest die op hun beurt symbolen zijn van zeven koningen? Het antwoord lijkt te liggen in de tekst “en het zijn ook zeven koningen”, waarmee heersers of machten worden bedoeld.”
10 Ook zijn het zeven koningen: vijf zijn er gevallen, een is er, de andere is nog niet gekomen, en wanneer hij komt, moet hij een korte tijd blijven.
11 En het beest dat was en niet is, is ook zelf de achtste. En hij is uit de zeven, en gaat naar het verderf.
Deze zeven koppen zullen tegelijkertijd zeven koningen zijn, waarvan er vijf zijn gevallen, op het moment dat Johannes dit ziet.
In de beschrijving die Daniël geeft aan Nebukadnezar, over zijn droom in Daniël 2: 37 – 45, lees ik over de eerste vier koningen. Daarvan is Nebukadnezar de eerste. Hij is het gouden hoofd; vers 38. Daarna komt een tweede koninkrijk (zilver?) en een derde koninkrijk van brons; vers 39. Het vierde koninkrijk is een verdeeld koninkrijk; vers 41, samengesteld uit ijzer met voeten en tenen van ijzer en leem vermengd met menselijk zaad; vers 43.
Daniël 2: 37 – 43 37 U, o koning, bent een koning der koningen, want de God van de hemel heeft u het koningschap, macht, sterkte en eer gegeven. 38 U bent dat gouden hoofd. 39 Na u zal een ander koninkrijk opkomen, lager in waarde dan het uwe. Daarna nog een ander, het derde koninkrijk, van brons, dat heersen zal over de hele aarde. 40 En het vierde koninkrijk zal sterk zijn als ijzer, want het ijzer verbrijzelt en vergruist alles. Juist zoals het ijzer alles verplettert, zo verbrijzelt en verplettert dit koninkrijk alles. 41 Dat u verder de voeten en de tenen, gedeeltelijk van leem van een pottenbakker en gedeeltelijk van ijzer, gezien hebt dat zal een verdeeld koninkrijk zijn. Het zal iets hebben van de hardheid van ijzer juist daarom zag u ijzer vermengd met modderig leem. 42 En de tenen van de voeten, gedeeltelijk van ijzer en gedeeltelijk van leem dat koninkrijk zal gedeeltelijk sterk zijn en gedeeltelijk broos. 43 Dat u gezien hebt ijzer vermengd met modderig leem ze zullen zich door menselijk zaad vermengen, maar ze zullen zich niet aan elkaar hechten, zoals ijzer zich niet vermengt met leem.
In Daniël 7: 7 lees ik over dat vierde dier. Ik denk dat dit het vierde koninkrijk is uit Daniël 2: 40 – 43. Het heeft tien horens, die ik ook in Openbaring 13: 1 en hier in 17: 7 en 12 tegenkom. Dat zijn tien koningen; vers 24. Dan rijst er een kleine hoorn op, de elfde hoorn; vers 8, waardoor er drie horens uitgerukt worden. Er blijven dan 7 van de tien hoorns/ koningen over en de kleine zou dan de achtste en verschrikkelijkste koning/beest zijn. Die kleine horen zal mensen ogen hebben en een mond vol grootspraak; vers 8 en 25. In Openbaring 13: 5 en hier in vers 3 lees ik over een scharlaken rood beest (kleine hoorn, achtste koning?) vol met godslasterlijke namen.
Daniël 7: 7, 8 17 – 24 7 Daarna keek ik toe in de nachtvisioenen, en zie, het vierde dier was schrikwekkend, gruwelijk, en uitzonderlijk sterk. Het had grote ijzeren tanden. Het at en verbrijzelde, en de rest vertrapte het met zijn poten. Het verschilde van al de dieren die ervóór geweest waren. En het had tien horens. 8 Terwijl ik op de horens bleef letten, zie, een andere, kleine, horen rees daartussen op. Drie van de eerdere horens werden voor hem uitgerukt. En zie, in die horen waren ogen als mensenogen en een mond vol grootspraak. 17 Die grote dieren, die vier in getal zijn, zijn vier koningen die uit de aarde zullen opstaan. 19 Toen wilde ik de ware betekenis weten van het vierde dier, dat verschilde van al de andere uitzonderlijk schrikwekkend, zijn tanden waren van ijzer, zijn klauwen van brons, het at, verbrijzelde en de rest vertrapte het met zijn poten 20 en van de tien horens die op zijn kop zaten en van die andere, die oprees en waarvoor er drie afgevallen waren, namelijk die horen die ogen had en een mond vol grootspraak en waarvan de verschijning groter was dan zijn metgezellen. 21 Ik had namelijk toegekeken en gezien dat die horen oorlog voerde tegen de heiligen en dat hij hen overwon, 23 Hij zei het volgende: Het vierde dier zal het vierde koninkrijk op aarde zijn, dat verschillen zal van al de andere koninkrijken. Het zal heel de aarde verslinden, het zal haar vertrappen en haar verbrijzelen. 24 En de tien horens duiden aan dat uit dat koninkrijk tien koningen zullen opstaan, en na hen zal een ander opstaan. Die zal verschillen van die er eerder geweest waren. Drie koningen zal hij vernederen.25 Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd.
Openbaring 13: 5 En het werd een mond gegeven om grote woorden en godslasteringen te spreken, en het werd macht gegeven om dit tweeënveertig maanden lang te doen.
Eén is er. Hiermee wordt mogelijk de koning bedoelt die zal regeren op het moment dat Johannes dit ziet, de zesde koning, de koning van het Romeinse Rijk. Johannes ziet zeven koningen, waarvan er vijf zijn gevallen. Dan blijft er één over, dat is de zesde. Dat is degene die er is.
De andere is nog niet gekomen. Na die aanwezige zesde koning zal er nog een koning komen, de zevende.
En wanneer hij komt, de zevende koning, moet hij een korte tijd blijven. Dit zou betrekking kunnen hebben op Openbaring 13: 3 waar één van de koppen, één koning (of koninkrijk) dodelijk gewond raakt. In Openbaring 13: 12 geneest deze wond.
Daaruit zal het beest voortkomen waarvan ik hier lees dat dit zelf zal de achtste zal zijn. Hierbij wordt ik opnieuw herinnerd aan:
Openbaring 13: 1, 11 1 En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien horens had, en op zijn horens waren tien diademen, en op zijn koppen een godslasterlijke naam. 11 En ik zag een ander beest opkomen, uit de aarde, en het had twee horens, als die van het Lam, maar het sprak als de draak.
Als ik Daniël 7: 24 en 27 goed begrijp zal er na de tiende koning een elfde koning opstaan die drie koningen zal vernederen. Als hij dat gedaan heeft zou hij de achtste koning kunnen zijn namelijk het beest hier uit vers 11.
Daniël 7: 24 En de tien horens duiden aan dat uit dat koninkrijk tien koningen zullen opstaan, en na hen zal een ander opstaan. Die zal verschillen van die er eerder geweest waren. Drie koningen zal hij vernederen.27 En de tien horens duiden aan dat uit dat koninkrijk tien koningen zullen opstaan, en na hen zal een ander opstaan. Die zal verschillen van die er eerder geweest waren. Drie koningen zal hij vernederen.
In ieder geval zal de achtste het beest zijn dat was en niet is.
Dat was: Op het moment dat Johannes dit zag heeft het in het verleden geleefd.
En niet is: Duidt op Openbaring 13: 3, op de dodelijke wond.
Het zal er toch zijn, de achtste: Openbaring 13: 12, de dodelijke wond zal genezen, hij moet een korte tijd blijven en is ook zelf de achtste.
Openbaring 13: 3, 12 3 En ik zag een van zijn koppen als dodelijk gewond, maar zijn dodelijke wond werd genezen. En de hele aarde ging het beest met verwondering achterna 12 En het oefent al de macht van het eerste beest voor zijn ogen uit, en het maakt dat de aarde en zij die er wonen het eerste beest aanbidden, waarvan de dodelijke wond genezen was.
Het beest is uit de zeven koningen. Dat betekent dat hij alle volle macht van die zeven koningen tezamen heeft. Het beest gaat naar het verderf. Dat lees ik ook in vers 8.
Gaat het hier over een hersteld Romeins rijk, of een hersteld islamitisch rijk (Vergadering NU) wat de geest van Babylon zal hebben? Ik moet het allemaal verklaren en zien vanuit de geschiedenis van Israël. Ik vind het lastig te begrijpen.
In Daniël 2: 43 lees ik over vermenging met menselijk zaad. Hierbij moet ik denken aan: Genesis 6: 1, 2 1 En het gebeurde, toen de mensen zich op de aardbodem begonnen te vermenigvuldigen en er dochters bij hen geboren werden, 2 dat Gods zonen de dochters van de mensen zagen dat zij mooi waren, en zij namen zich vrouwen uit allen die zij uitgekozen hadden.
Mattheus 24: 37 Zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.
12 En de tien horens die u gezien hebt, zijn tien koningen, die het koningschap nog niet hebben ontvangen, maar die samen met het beest één uur koninklijke macht zullen ontvangen.
En de tien horens die u gezien hebt, zijn tien koningen. Zie ook vers 3, 7 en 16. Die tien koningen hebben het koningschap nog niet ontvangen, op het moment dat Johannes dit ziet. Dit doet mij denken aan Openbaring 16: 12 en 14 waar de koningen van de 'bewoonde-wereld', over de Eufraat zullen komen om oorlog te voeren.
Openbaring 16: 12, 14 12 En de zesde engel goot zijn schaal uit over de grote rivier, de Eufraat. En haar water droogde op, zodat de weg gereedgemaakt werd voor de koningen uit de richting waar de zon opgaat. 14 Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God.
Deze tien koningen lijken mij andere koningen dan de koningen van de aarde uit vers 2 en 18. Deze tien koningen zullen samen met het beest één uur koninklijke macht ontvangen. Dit zal het laatste antichristelijke koninkrijk zijn. Na dit uur zal het hele satanisch rijk met al zijn koningen naar het verderf gaan. Zie vers 8.
13 Dezen zijn eensgezind en zij zullen hun kracht en macht aan het beest overdragen.
14 Zij zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam want Heere der heren is Hij en Koning der koningen zal hen overwinnen, en zij die samen met Hem zijn, geroepenen, uitverkorenen en gelovigen.
De tien koningen, die het koningschap nog niet hebben ontvangen, zullen eensgezind zijn. En voordat de koningen en het beest naar het verderf gaan zullen de koningen hun kracht en macht aan het beest overdragen. Het lijkt erop dat zij opgaan in het beest, welke het vierde verschrikkelijke rijk van Daniël 7 lijkt te zijn. Door dit opgaan in elkaar kunnen en zullen het beest en de koningen oorlog voeren tegen het Lam.
Daniël 7: 24a En de tien horens duiden aan dat uit dat koninkrijk tien koningen zullen opstaan, en na hen zal een ander opstaan.
Maar het Lam, want Heere der heren is Hij en Koning der koningen, zal hen overwinnen. Dit zal gebeuren samen met Zijn geroepenen, uitverkorenen en gelovigen. In deze situatie wordt met 'de uitverkorenen' Gods volk bedoelt:
1 Kronieken 16: 13 nakomelingen van Israël, Zijn dienaar, kinderen van Jakob, Zijn uitverkorenen.
Jesaja 45: 4a Ter wille van Jakob, Mijn dienaar, Israël, Mijn uitverkorene, riep Ik u bij uw naam;
In Daniël 2: 44 en 45 wordt deze overwinning reeds beschreven:
Daniël 2: 44, 45 44 In de dagen van die koningen zal de God van de hemel echter een Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij niet op een ander volk zal overgaan. Het zal al die andere koninkrijken verbrijzelen en tenietdoen, maar zelf zal het voor eeuwig standhouden. 45 Daarom hebt u gezien dat, niet door mensenhanden, uit de berg een steen werd afgehouwen, die het ijzer, brons, leem, zilver en goud verbrijzelde. De grote God heeft de koning laten weten wat er hierna geschieden zal. De droom is waar en de uitleg ervan betrouwbaar.
15 En hij zei tegen mij: De wateren die u gezien hebt, waaraan de hoer zit, zijn volken, menigten, naties en talen.
En hij zei tegen mij: Een van de zeven engelen zei dit tegen Johannes. Zie ook vers 1.
De wateren die u gezien hebt. Water of de zee is een beeld van de volkeren:
Psalm 65: 8 Die het bruisen van de zeeën stilt, het bruisen van hun golven en het rumoer van de volken.
Jesaja 17: 12 Wee, het rumoer van vele volken, ze razen als het razen van de zee; en wee, het gedruis van natiën, zij maken een gedruis als het bruisen van geweldige wateren.
De wateren waaraan de hoer zal zitten. De hoer zal zich vormen uit de volken, menigten, naties en talen. Ik kom haar tegen in Openbaring 2: 20 als de vrouw Izebel, een godsdienstige vrouw of systeem. Haar leringen zullen de volkeren beïnvloeden en toenemen in kracht. Zie ook vers 1 -7. In vers 7 blijkt dat de vrouw gedragen, ondersteund, wordt door het beest, de achtste koning, met de zeven koningen; vers 10, en de tien koningen; vers 12.
Openbaring 2: 20 Maar Ik heb enkele dingen tegen u: dat u de vrouw Izebel, die van zichzelf zegt dat zij een profetes is, ongemoeid haar gang laat gaan om te onderwijzen en Mijn dienstknechten te misleiden, zodat zij hoererij bedrijven en afgodenoffers eten.
16 En de tien horens die u op het beest zag, die zullen de hoer haten, en haar verwoest en naakt maken, en zij zullen haar vlees eten, en haar met vuur verbranden.
17 Want God heeft het in hun hart gegeven om Zijn plan uit te voeren en dit eensgezind te doen en hun koningschap aan het beest te geven, totdat de woorden van God volbracht zijn.
Uiteindelijk zullen de tien horens; de tien koningen, die Johannes op het beest zag, de hoer haten, en haar verwoest en naakt maken, en zij zullen haar vlees eten, en haar met vuur verbranden;
Leviticus 21: 9 Als een dochter van een zekere priester zich ontheiligt door hoererij te bedrijven, dan ontheiligt zij haar vader. Zij moet met vuur verbrand worden.
Openbaring 18: 8 Daarom zullen op één dag haar plagen komen: dood, rouw en honger, en met vuur zal zij verbrand worden, want sterk is de Heere God, Die haar oordeelt.
Alhoewel het lijkt alsof de koningen de hoer ten gronde zullen richten is het God Die het in hun hart gegeven heeft om Zijn plan uit te voeren, totdat de woorden van God volbracht zijn. Ik lees in:
Jesaja 47: 5, 7 5 Ik ben de HEERE, en niemand anders, buiten Mij is er geen God. Ik zal u omgorden, hoewel u Mij niet kende, 7 Ik formeer het licht en schep de duisternis, Ik maak de vrede en schep het onheil; Ik, de HEERE, doe al deze dingen.
Ook is het God Die hen dit eensgezind laat doen en God laat ook hun koningschap aan het beest geven. Zie vers 13. Totdat de woorden van God volbracht zijn. Die woorden heeft God al gesproken in Genesis 3: 14 en 15 tot de slang, de uiteindelijke vijand van God.
Genesis 3 : 14, 15 14 Toen zei de HEERE God tegen de slang: Omdat u dit gedaan hebt, bent u vervloekt onder al het vee en onder alle dieren van het veld! Op uw buik zult u gaan en stof zult u eten, al de dagen van uw leven. 15 En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen.
18 En de vrouw die u gezien hebt, is de grote stad, die koninklijke heerschappij voert over de koningen van de aarde.
En de vrouw die u gezien hebt, is de grote stad. Over haar val lees ik in vers 16, 17 en in:
Openbaring 14: 8 En een andere engel volgde, die zei: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, de grote stad, omdat zij alle volken van de wijn van de toorn van haar hoererij heeft laten drinken.
Openbaring 16: 19 En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van de heidenvolken stortten in. En het grote Babylon kwam bij God in gedachtenis, en Hij gaf haar de drinkbeker met de wijn van Zijn grimmige toorn.
Maar voor haar val voert zij koninklijke heerschappij over de koningen van de aarde, die met haar zullen hoereren zie vers 2, terwijl zij op het scharlaken rood beest zit in vers 3.
'Koningen der aarde' komt 9 keer voor in Openbaring. In Openbaring 1: 5 lees ik dat de Here Jezus Christus Vorst is over alle koningen van de aarde.
Openbaring 1: 5 Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden en de Vorst van de koningen der aarde, Hem Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed,
Openbaring 6: 15 En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen.
Openbaring 16: 14 Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God.
Openbaring 17: 2 Met haar hebben de koningen van de aarde hoererij bedreven, en de bewoners van de aarde zijn dronken geworden van de wijn van haar hoererij.
Openbaring 18: 3, 9 3 Want van de wijn van de toorn van haar hoererij hebben alle volken gedronken, en de koningen van de aarde hebben hoererij met haar bedreven, en de kooplieden van de aarde zijn rijk geworden door de kracht van haar losbandig leven. 9 En de koningen van de aarde die hoererij met haar bedreven hebben en losbandig geleefd hebben, zullen huilen en rouw over haar bedrijven, wanneer zij de rook van haar verbranding zullen zien.
Openbaring 19: 19 En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers bijeen verzameld om oorlog te voeren tegen Hem Die op het paard zat, en tegen Zijn leger.
Openbaring 21: 24 En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin.
In vers 6 is de vrouw dronken van het bloed van de heiligen. Het verwonderd Johannes.
Openbaring 1, Openbaring 2, Openbaring 3, Openbaring 4, Openbaring 5, Openbaring 6, Openbaring 7,
Openbaring 8, Openbaring 9, Openbaring 10, Openbaring 11, Openbaring 12, Openbaring 13, Openbaring 14,
Openbaring 15, Openbaring 16, Openbaring 17, Openbaring 18, Openbaring 19, Openbaring 20, Openbaring 21
en Openbaring 22.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten