Deze studie is een vervolg op Openbaring 1, Openbaring 2, Openbaring 3, Openbaring 4, Openbaring 5,
Openbaring 6, Openbaring 7, Openbaring 8, Openbaring 9, Openbaring 10, Openbaring 11, Openbaring 12,
Openbaring 13 en Openbaring 14.
In deze studie wil ik het boek Openbaring onderzoeken. Het centrale thema van het boek is 'de grote verdrukking' of ook wel 'de dag des Heeren'; zie Openbaring 1: 10.
Ik ga tekst met tekst vergelijken en hoop er zo een beetje inzicht in te krijgen.
De naam 'Johannes' is de Griekse vorm van het Hebreeuwse 'Jochanan'. Het betekent: De HERE is genadig.
Johannes heeft iets gezien en moet dit opschrijven. Voor Johannes is dit verleden tijd en daarom is het boek Openbaring in de verleden tijd geschreven. Maar ik geloof dat hetgeen Johannes heeft gezien toekomst is. Het is profetie; Openbaring 22: 19. Daarom schrijf ik mijn commentaar zoveel mogelijk in de onvoltooide tegenwoordige toekomende tijd: Het zal gebeuren.
Ik werk vanuit de Herziene Staten Vertaling, mist anders aangegeven. Ik maak gebruik van de grondtekst. Ook vervang of vul ik regelmatig stukje aan. Ik ga er niet vanuit dat deze studie volmaakt is.
Ik gebruik kleurtjes. Voor de teksten uit Openbaring gebruik ik een lichtblauwe kleur. Voor teksten die Openbaring aanvullen gebruik ik de kleur oranje. De aanhalingen en woorden uit de grondtekst kleur ik groen. Aanhalingen uit andere artikelen zijn lichtgeel. De blik in de hemel is blauw. De blik op de aarde is groen. De zegels zijn turquoise. De engelen met bazuinen zijn roze. De weeën zijn donker geel. De plagen zijn grijs. Het kan zijn dat ik nog meer kleuren heb gebruikt, maar dat is vanzelf te zien. Het principe van de kleuren zal nu duidelijk zijn.
Openbaring 10 Verschijning van een andere engel. Johannes moet het boekje opeten en hij moet profeteren.
Openbaring 11: 1 – 14 Het is nog steeds de periode van de tweede wee. Optreden van de twee getuigen.
Derde wee wordt aangekondigd.
Het Koninkrijk van Christus wordt aangekondigd.
3e Blik op de aarde in Openbaring 11: 19b.
Er vinden oordelen plaats, zoals bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.
Vers 3: een grote vuurrode draak.
4e Blik op de aarde in Openbaring 12: 13 – 13: 18.
Openbaring 12: 13, 14 De draak wordt op aarde geworpen en vervolgt de vrouw en haar nageslacht.
De vrouw vlucht voor drieënhalf jaar naar de woestijn.
Opkomst van het 1e beest, het antichristelijke rijk en het 2e beest, de valse profeet/antichrist.
5e Blik op de aarde in Openbaring 14: 6 – 20.
De drie engelen met hun boodschap (14: 6-13)
Tweede Engel: Brengt het oordeel over Babel.
Derde Engel: Brengt het oordeel over het beest en zijn aanbidders.
Daarna komen er nog drie engelen. Zij zullen de tarwe en druiven oogsten.
Johannes ziet een glazen zee met vuur. Daarbij staan de overwinnaars van het beest. Zij zingen het lied van Mozes.
De zeven laatste plagen worden aangekondigd.
6e Blik op de aarde in Openbaring 16: 1 – 18: 24.
Geheel Openbaring 15 zal zich af spelen tijdens de 6e blik in de hemel.
En ik zag. De uitdrukking 'ik zag' komt 36 keer voor in Openbaring. De eerste keer is in Openbaring 4: 1. In de grondtekst staat 'ik-nam-waar'. Het lijkt erop dat Johannes ook werkelijk ziet wat hij beschrijft en waarneemt. Dit verwijst naar Openbaring 1: 19 waar Johannes op moet schrijven wat hij gezien heeft (vers 10 – 19) en wat het is wat hij gezien heeft. Daarna moet hij opschrijven wat hierna zal geschieden. Chronologisch gezien hoeft het niet zo te zijn dat de volgorde ook loopt zoals dat beschreven is. Hetgeen Johannes ziet kan tegelijkertijd plaatsvinden.
De uitdrukkingen 'en ik zag' of 'wat u hebt gezien' en 'hierna zag ik' komen in mijn online Bijbel in Openbaring ongeveer 50 keer voor en 30 keer in het Oude Testament. Wel bijzonder dat het niet in de evangeliën, Handelingen (slechts 1 keer in Handelingen 26: 16) en de brieven van de apostelen voorkomt. Blijkbaar is 'iets zien' alleen bedoeld voor het Oude Testament en voor de toekomst. Dit mag een aanwijzing zijn voor onze tijd waarin men meent ook beelden en visioenen te moeten zien.
Johannes ziet een ander teken. In Openbaring 12: 1 lees ik over het teken van het gelovige Israël. Tekenen zijn verbonden met het volk Israël:
1 Korinthe 1: 22 Immers, de Joden vragen om een teken en de Grieken zoeken wijsheid;
Openbaring 12: 1 En er verscheen een groot teken in de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, en de maan was onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren.
Dit teken wordt gezien in de hemel, groot en wonderbaarlijk. Deze tekenen zullen nog zichtbaar worden op aarde.
Johannes ziet: Zeven engelen met de zeven laatste plagen. Deze plagen worden beschreven in Openbaring 16: 18 – 14 tijdens de 6e blik op de aarde. Het zullen de laatste zeven plagen zijn. Zeven is het getal van de volheid, volmaaktheid. Dat kan positief zijn, maar ook negatief. Hier betreft de grote en wonderbaarlijke toorn van God.
In Openbaring 6: 16 lees ik over de toorn van het Lam nadat zes van de zeven zegels geopend zijn. Hiermee zal de toorn in het boek Openbaring beginnen. In Openbaring 11: 18 lees ik over en Gods toorn die zal komen en daarmee ook het tijdstip voor de doden om geoordeeld te worden. In Openbaring 14: 10 lees ik over de wijn van de toorn van God, die onvermengd is ingeschonken in de drinkbeker van Zijn toorn, die men zal moeten drinken. Deze oordelen zijn nodig om te leren wat gerechtigheid is:
Jesaja 26: 9 Want wanneer Uw oordelen over de aarde komen, leren de bewoners van de wereld wat gerechtigheid is.
Gelukkig zal met deze laatste zeven plagen de toorn van God tot een einde komen.
2 En ik zag iets als een glazen zee, met vuur gemengd. En de overwinnaars van het beest, van zijn beeld, van zijn merkteken en van het getal van zijn naam stonden bij de glazen zee, met de citers van God.
En ik zag. Zie vers 1.
Iets als een glazen zee. In Openbaring 4: 6 lees ik ook over de glazen zee. Daarbij heb ik 2 Kronieken 4: 2 aangehaald waar ik kan lezen over het wasvat, de gegoten zee. Dit wasvat was bedoeld voor de priesters om zich te reinigen. Hier heeft de glazen zee ook met reiniging te maken. 2 Kronieken 4: 2a, 6c2a Verder maakte hij de gegoten zee; 6c De zee was echter bestemd voor de priesters om zich daarin te wassen.
Deze glazen zee is met vuur gemengd. Vuur duidt op heiliging: Leviticus 21: 6b want zij bieden de vuuroffers van de HEERE aan, het voedsel van hun God. Daarom moeten zij heilig zijn.
In Jesaja 43: 2 komen water en vuur beiden voor. De eerstelingen, van Openbaring 14: 1 – 5, zijn gereinigd en geheiligd door de beproevingen die ze hebben doorstaan. En nu staan zij als overwinnaars voor de troon van God.
Jesaja 43: 2 Wanneer u zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, door rivieren, zij zullen u niet overspoelen. Wanneer u door het vuur zult gaan, zult u niet verbranden, geen vlam zal u aansteken.
Over de gereinigde en geheiligde overwinnaars lees ik in Openbaring 5: 8 en 8: 3, 4. Daar gaat het over de gebeden van de heiligen die op het op het gouden altaar vóór de troon zullen liggen. Ik kom de overwinnaars ook tegen als de eerstelingen en maagden in: Openbaring 14: 4, 12 4 Zij zijn het die niet met vrouwen bevlekt zijn, want zij zijn maagden. Dezen zijn het die het Lam volgen waar Het ook naartoe gaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen, als eerstelingen voor God en het Lam. 12 Hier zien we de volharding van de heiligen. Hier komen openbaar die de geboden van God en het geloof in Jezus in acht nemen.
Van het beest, van zijn beeld, van zijn merkteken en van het getal van zijn naam. In Openbaring 13: 1 – 10 lees ik over het eerste beest, het antichristelijke rijk. In datzelfde hoofdstuk in vers 11 – 18 lees ik over een tweede beest, de antichrist of valse profeet. In vers 14 en 15 richt de antichrist een beeld van zichzelf op wat aanbeden moet worden. In vers 16 – 18 lees ik over het merkteken en het getal van zijn naam.
En de overwinnaars van het beest zullen bij de glazen zee staan, met de citers van God. Hier en in Openbaring 14: 2 zijn de enige twee plaatsen waar citers voorkomen. In de grondtekst staat 'harpen'. In mijn online Bijbel van de Statenvertaling komen harpen alleen voor in het Oude Testament. In de Psalmen is 11 keer sprake van aanbidding met een harp onder anderen in: Psalm 150: 3 Loof Hem met geschal van de bazuin, loof Hem met luit en harp.
3 En zij zongen het lied van Mozes, de dienstknecht van God, en het lied van het Lam, met de woorden: Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, Heere, almachtige God; rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Koning van de heiligen!
De woorden die hier in vers 3 en 4 gebruikt worden door de overwinnaars van het beest komen uit de liederen van Mozes en het Lam.
En zij zongen het lied van Mozes, de dienstknecht van God. Ik lees in Deuteronomium 31 een vooraankondiging over dit lied. Het gaat over de belofte van God die ik vind in vers 20 en 21. Het hoofdthema vind ik in vers 29 van dit lied; 'het kwaad in later tijd. In de Statenvertaling staat: “dit kwaad in het laatste der dagen”.
Deuteronomium 31: 19 – 22, 29, 30 19 En nu, schrijf voor u dit lied op en leer het de Israëlieten; leg het hun in de mond, opdat dit lied voor Mij een getuige is tegen de Israëlieten. 20 Want Ik zal dit volk brengen in het land dat Ik zijn vaderen onder ede beloofd heb, een land dat overvloeit van melk en honing, en het zal eten en verzadigd en vet worden. Dan zal het zich tot andere goden wenden en hen dienen, en zij zullen Mij verwerpen en Mijn verbond verbreken. 21 En het zal gebeuren, wanneer veel verschrikkelijke dingen en noden het volk getroffen hebben, dat dit lied dan voor zijn aangezicht als getuige zal antwoorden; want het zal niet vergeten worden of uit de mond van zijn nageslacht verdwijnen. Want Ik ken zijn overleggingen die het heden maakt, voordat Ik het breng in het land dat Ik hun onder ede beloofd heb. 22 Mozes schreef op die dag dit lied en hij leerde het de Israëlieten. 29 Want ik weet dat u na mijn dood zeker op verderfelijke wijze zult handelen, en van de weg die ik u geboden heb, zult afwijken. Dan zal dit kwaad u in later tijd overkomen, wanneer u doet wat slecht is in de ogen van de HEERE om Hem door het werk van uw handen tot toorn te verwekken. 30 Toen sprak Mozes ten aanhoren van heel de gemeente van Israël de woorden van dit lied, totdat ze voltooid waren:
Ik lees over het verbond van God, wat Hij onder ede met Zijn volk heeft gesloten in:
Exodus 34: 10 Toen zei Hij: Zie, Ik sluit een verbond; ten overstaan van heel uw volk zal Ik wonderen doen, zoals die op de hele aarde en onder welk volk ook nog nooit tot stand gebracht zijn. Ja, heel het volk, in het midden waarvan u verkeert, zal de daden van de HEERE zien, want het is ontzagwekkend wat Ik met u ga doen.
Het lied van Mozes vind ik in Deuteronomium 32. Vanaf vers 21 tot 36 lees ik over de toorn van God, het handelen met Zijn volk tot het einde, de afgoderij van Israël, het aanbidden van vreemde goden, het vergeten van God, hun gelijkenis met de wijnstok van Sodom (Openbaring 14: 10, 11), de rechtvaardigheden van Zijn oordelen en het onthullen van de ware reden van Israëls ontrouw en afvalligheid. In vers 36 raakt God in ontferming over Zijn volk en keert Zijn toorn zich tot de volkeren. Het lied eindigt, in vers 43, met de oproep aan de natiën om zich met Zijn volk te verheugen, de dreiging van wraak voor het bloed van Zijn knechten en de belofte van genade voor Zijn land en volk. Mozes leert dit lied aan het einde van zijn leven aan het volk.
Deuteronomium 32: 6, 16 – 18, 21, 32, 36, 39, 41, 43 6 Doet u dit de HEERE aan, dwaas en onwijs volk? Is Hij niet uw Vader, Die u verworven heeft, Die u gemaakt heeft en u stand heeft doen houden? 16 Zij hebben Hem tot na-ijver gebracht met vreemde goden, met gruwelijke daden hebben zij Hem tot toorn verwekt. 17 Zij hebben geofferd aan de demonen, niet aan God; aan goden die zij niet kenden, aan nieuwe goden, die kortgeleden gekomen zijn, voor wie uw vaderen niet gehuiverd hebben. 18 De Rots Die u verwekt heeft, hebt u veronachtzaamd, en u hebt de God Die u gebaard heeft, vergeten. 21 Zíj hebben Mij tot na-ijver gebracht met wat geen God is; zij hebben Mij tot toorn verwekt door hun nietige afgoden. Ík zal hen daarom jaloers maken door wat geen volk is, door een dwaas volk zal Ik hen tot toorn verwekken. 32 Want hun wijnstok is uit de wijnstok van Sodom en uit de velden van Gomorra; hun druiven zijn giftige druiven, bittere trossen hebben zij. 36 Want de HEERE zal Zijn volk recht verschaffen, Hij zal berouw hebben over Zijn dienaren. Want Hij zal zien dat hun kracht is vergaan, en dat het met de gebondene en de vrije gedaan is. 39 Zie nu in dat Ik, Ik Die ben, er is geen God naast Mij. Ík dood en Ik maak levend, Ik verwond en Ík genees en er is niemand die uit Mijn hand redt! 41 Als Ik Mijn glinsterend zwaard wet, Mijn hand het grijpt voor het oordeel, zal Ik de wraak laten terugkomen op Mijn tegenstanders, en het hun die Mij haten, vergelden. 43 Juich, heidenen, met Zijn volk! Want Hij zal het bloed van Zijn dienaren wreken. Hij zal de wraak laten terugkomen op Zijn tegenstanders, en Zijn land en Zijn volk verzoenen!
God leert Mozes nog een lied. Dat vind ik in Exodus 15: 1 – 18. Het spreekt van de overwinning van God op Egypte, de vijand van het volk Israël. Deze geschiedenis is een schaduw gebeurtenis van dat wat er zich in het laatst der dagen zal gaan afspelen.
In Openbaring 14: 3 zingen de 144000 eerstelingen een nieuw lied voor de Heere.
En het lied van het Lam: Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, Heere, almachtige God. Voor overeenkomende teksten moet ik in het Oude Testament en de evangeliën zijn. Ik zie daarin dat de oudtestamentische boeken en de evangeliën mooi aansluiten bij wat in Openbaring geschreven is. Voor liederen kan ik terecht in de Psalmen, zoals:
Psalm 111: 1- 3 1 Halleluja! Ik zal de HEERE loven met heel mijn hart, in de kring van de oprechten en in hun gemeenschap. 2 De werken van de HEERE zijn groot, zij worden onderzocht door allen die er vreugde in vinden. 3 Zijn daden zijn vol majesteit en glorie, Zijn gerechtigheid houdt voor eeuwig stand.
Psalm 145 1 – 6, 17 1 Een lofzang van David. Mijn God en Koning, ik zal U roemen en Uw Naam loven, voor eeuwig en altijd. 2 Iedere dag zal ik U loven en Uw Naam prijzen, voor eeuwig en altijd. 3 De HEERE is groot en zeer te prijzen, Zijn grootheid is niet te doorgronden. 4 Generatie op generatie zal Uw werken roemen, zij zullen Uw machtige daden verkondigen. 5 Ik zal spreken van de heerlijke glorie van Uw majesteit, en van Uw wonderlijke daden. 6 Zij zullen de kracht van Uw ontzagwekkende daden in herinnering roepen; Uw grootheid, die zal ik vertellen. 17 De HEERE is rechtvaardig in al Zijn wegen, goedertieren in al Zijn werken.
Jeremia 10: 7 6 Niemand, HEERE, is U gelijk, groot bent U en groot is Uw Naam in sterkte. 7 Wie zou U niet vrezen, Koning van de heidenvolken? Want dat komt U toe. Immers, onder al de wijzen van de heidenvolken en in heel hun koninkrijk is niemand U gelijk.
Jesaja 9: 5 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.
Lukas 1: 31 – 33 31 En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven. 32 Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, 33 en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen.
Lukas 7: 15, 16 15 En de dode ging overeind zitten en begon te spreken. En Hij gaf hem aan zijn moeder. 16 En vrees greep hen allen aan en zij verheerlijkten God en zeiden: Een groot Profeet is onder ons opgestaan; en: God heeft naar Zijn volk omgezien.
Rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen.
Deuteronomium 32: 4b God is waarheid en geen onrecht; rechtvaardig en waarachtig is Hij.
Openbaring 16: 7 En ik hoorde een ander bij het altaar vandaan zeggen: Ja Heere, almachtige God! Uw oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig.
Openbaring 19: 1, 2a, 11 1 En hierna hoorde ik een luide stem van een grote menigte in de hemel zeggen: Halleluja, de zaligheid, de heerlijkheid, de eer en de kracht zij aan de Heere, onze God. 2a Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig, 11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid.
Ik lees in het artikel van Franklin ter Horst: “Er wordt gesproken over de rechtvaardigheid van God en over hen die door Hem gerechtvaardigd zijn. De overwinnaars zijn nu op de plaats gekomen waar ze een volledig inzicht ontvangen in de verdorvenheid en de afgoderij van deze wereld en hun conclusie is: “rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij koning der volkeren!” Ze hebben zelfs inzicht in de dingen die tijdens het vrederijk zullen plaatsvinden: “alle naties zullen komen en zich voor U neerbuigen, omdat uw gerechtigheden openbaar zijn geworden.” Zij zien nu ook dat na alle verschrikkelijke gebeurtenissen op aarde alle volken eenmaal voor God zullen buigen en Hem de erkenning geven dat zijn gerichten rechtvaardig waren:
Jesaja 2: 2 – 4 2 Het zal in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen. 3 Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. 4 Hij zal oordelen tussen de heidenvolken en veel volken vonnissen. En zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen. Oorlog voeren zullen zij niet meer leren."
Koning van de heiligen! In de grondtekst staat hier: Koning van de aeonen/eeuwen. In het artikel van Franklin ter Horst lees ik over de 'koning der volkeren'. Ik weet niet waarom deze woorden verschillend vertaald worden. Wel kan ik zeggen dat Christus de Koning is van alle drie begrippen. Twee van deze titels kom ik tegen in:
Jeremia 10: 6, 7 6 Niemand, HEERE, is U gelijk, groot bent U en groot is Uw Naam in sterkte. 7 Wie zou U niet vrezen, Koning van de heidenvolken? Want dat komt U toe. Immers, onder al de wijzen van de heidenvolken en in heel hun koninkrijk is niemand U gelijk. 10 De HEERE God is echter de Waarheid, Hij is de levende God, een eeuwig Koning. Voor Zijn grote toorn beeft de aarde, de heidenvolken kunnen Zijn gramschap niet verdragen. 11 Dit moet u tegen hen zeggen: De goden die de hemel en de aarde niet gemaakt hebben, die zullen van de aarde en van onder deze hemel vergaan. 12 Hij maakte de aarde door Zijn kracht, grondvestte de wereld door Zijn wijsheid, Hij heeft de hemel door Zijn inzicht uitgespannen.
Jeremia 10: 11 en 12 hebben te maken met: Openbaring 14: 6, 7 6 En ik zag een andere engel, die hoog aan de hemel vloog. En hij had het eeuwige Evangelie, om dat te verkondigen aan hen die op de aarde wonen, en aan elke natie, stam, taal en volk. 7 En hij zei met een luide stem: Vrees God en geef Hem eer, want het uur van Zijn oordeel is gekomen. En aanbid Hem Die de hemel, de aarde, de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.
4 Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Immers, U alleen bent heilig. Want alle volken zullen komen en U aanbidden, want Uw oordelen zijn openbaar geworden.
Nog enkele woorden die gebruikt worden door de overwinnaars van het beest zijn: Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Ik vind vergelijkbare woorden van aanbidding op diverse plaatsten in de Bijbel.
Jeremia 10: 7 Wie zou U niet vrezen, Koning van de heidenvolken? Want dat komt U toe. Immers, onder al de wijzen van de heidenvolken en in heel hun koninkrijk is niemand U gelijk.
Hebreeën 2: 12 want Hij zegt: Ik zal Uw Naam aan Mijn broeders verkondigen; te midden van de gemeente zal Ik U lofzingen.
Immers, U alleen bent heilig.
Psalm 99: 3 Laten zij Uw grote en ontzagwekkende Naam loven. Heilig is Hij.
1 Petrus 1: 15a Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is,
Openbaring 4: 8b Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die was, Die is, en Die komt!
Want alle volken zullen komen en U aanbidden,
2 Samuël 22: 50 Daarom zal ik U, HEERE, loven onder de heidenvolken, voor Uw Naam zal ik psalmen zingen.
Jesaja 2: 2, 3 2 Het zal in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen. 3 Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem.
Psalm 98: 1, 2 1 Een psalm. Zing voor de HEERE een nieuw lied, want Hij heeft wonderen gedaan; Zijn rechterhand en Zijn heilige arm hebben Hem heil gebracht. 2 De HEERE heeft Zijn heil bekendgemaakt en Zijn gerechtigheid geopenbaard voor de ogen van de heidenvolken.
Openbaring 21: 24 En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin.
Want Uw oordelen zijn openbaar geworden.
Over die oordelen lees ik in Openbaring 6, 8, 9, 14: 8 – 11, 14 – 20 en 16 – 18.
5 En daarna zag ik, en zie, de tempel van de tent van de getuigenis in de hemel werd geopend.
En daarna zag ik. Zie vers 1. In de Statenvertaling staat: “Na dezen zag ik”. Dat komt 5 keer voor namelijk in: Openbaring 4: 1 / 7: 1, 9 / 15: 5 en 18: 1.
Johannes ziet dat de tempel in de hemel geopend wordt. Ik begrijp uit vers 8 ik dat de tempel daadwerkelijk open zal gaan als de plagen tot een einde zullen zijn gekomen.
In Openbaring 11: 19a staat ongeveer hetzelfde als hier. Deze tempel is een beeld van de tempel in het Oude Testament zo lees ik in Hebreeën 9: 24.
Openbaring 11: 19a En de tempel van God in de hemel werd geopend en de ark van Zijn verbond werd zichtbaar in Zijn tempel.
Hebreeën 9: 24 Want Christus is niet binnengegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is en dat een tegenbeeld is van het ware, maar in de hemel zelf, om nu voor het aangezicht van God te verschijnen voor ons,
Op de site van “Franklin ter Horst” lees ik: “De deuren van het hemelse heiligdom, het tempelgebouw dus, zijn voor Johannes open gegaan. De aandacht wordt hier niet gericht op de troon, het symbool van Gods regeringsmacht, maar op de tempel, de plaats van Gods heilige tegenwoordigheid. De hemelse symbolen verwijzen “naar de tabernakel in de woestijn, naar Gods trouw aan zijn beloften, naar Zijn trouw jegens de rechtvaardigen. Het woord tabernakel geeft aan dat God bij de mensen wil wonen.”
De tent van de getuigenis was een onderdeel van de tabernakel. Ik kom het tegen in Numeri 17: 7, 8, 2 Kronieken 24: 6 en in: Numeri 9: 15 Op de dag dat de tabernakel werd opgebouwd, bedekte de wolk de tabernakel, de tent van de getuigenis; en 's avonds was hij op de tabernakel als een verschijning van vuur, tot de volgende morgen.
De opening van de tempel van de tent van de getuigenis was en is mogelijk door het offer van Christus:
Hebreeën 9: 11 – 15 11 Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. 12 Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht. 13 Want als het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, op de verontreinigden gesprenkeld, hen heiligt tot reinheid van het vlees, 14 hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen! 15 En daarom is Hij de Middelaar van het nieuwe verbond, opdat, nu de dood heeft plaatsgevonden tot verzoening van de overtredingen die er onder het eerste verbond waren, de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen.
6 En de zeven engelen, die de zeven plagen hadden, kwamen uit de tempel, gekleed in smetteloos en blinkend linnen, en omgord om de borst met gouden gordels.
En de zeven engelen. In de grondtekst staat: zeven boodschappers.
Zeven is het getal van de volheid en volmaaktheid. Het gaat hier om de volheid aan engelen.
In Openbaring 8: 2, waar het ook over zeven engelen gaat, zijn het aartsengelen. Zij staan voortdurend voor God.
Openbaring 8: 2 En ik zag de zeven engelen die vóór God stonden en aan hen werden zeven bazuinen gegeven.
Hier hebben de zeven engelen de zeven plagen. Zie ook vers 1. In Openbaring 16 worden deze zeven plagen uitgegoten vanuit zeven schalen van de toorn van God: Openbaring 16: 1 En ik hoorde een luide stem uit de tempel zeggen tegen de zeven engelen: Ga en giet de schalen van de toorn van God uit over de aarde.
In Openbaring 8: 2 hebben de zeven engelen zeven bazuinen. Die bazuinen zullen ook bestaan uit oordelen en zijn op dat moment voldoende om de mensen op te roepen zich te bekeren, ook al zullen ze dat niet doen; Openbaring 9: 20. Maar de oordelen van de zeven plagen zullen veel zwaarder zijn. Het gaat om een volledig eindoordeel.
In dit vers zullen de engelen uit de tempel komen. In Openbaring 12: 2 staan ze nog voor God. Daar krijgen de zeven engelen de zeven bazuinen. Op die manier zullen daar de oordelen luid en duidelijk worden aangekondigd:
Openbaring 12: 2 En ik zag de zeven engelen die vóór God stonden en aan hen werden zeven bazuinen gegeven.
Gekleed in smetteloos en blinkend linnen, en omgord om de borst met gouden gordels. De engelen zijn in priesterkleding gekleed net als Christus in Openbaring 1: 13. Dat duidt op heiligheid.
Openbaring 1: 13 En te midden van de zeven kandelaren zag ik Iemand Die op de Zoon des mensen leek, gekleed in een gewaad tot op de voeten, en op de borst omgord met een gouden gordel;
Het linnen kleed heet in de Statenvertaling een 'lijnwaad'. Dit woord komt 12 x voor in mijn online Statenvertaling. Het gaat om een rein en schitterend linnen kleed van vlas gemaakt, zo zie ik in de grondtekst (vlaslinnen). De Here Jezus werd na zijn dood in een linnen doek gewikkeld. Er staat in Mattheus 27: 59 een ander woord in de grondtekst. Het gaat daar om een reine linnen wikkeldoek.
Mattheus 27: 59 En Jozef nam het lichaam in ontvangst, wikkelde het in zuiver fijn linnen,
7 En een van de vier dieren gaf de zeven engelen zeven gouden schalen, gevuld met de toorn van God, Die leeft tot in alle eeuwigheid.
De vier dieren kom ik tegen in Ezechiël 1: 10, 18b, 26 en 10: 14, Openbaring 4: 6 – 8 en Openbaring 5: 6, 8. Zie het commentaar bij deze teksten.
Ezechiël 1: 10, 18b, 26 10 Hun gezicht leek op het gezicht van een mens, bij alle vier van rechts op de kop van een leeuw, bij alle vier van links op de kop van een rund, en alle vier hadden zij de kop van een arend. 18b Verder zaten hun velgen rondom vol ogen, bij alle vier. 26 En boven het gewelf dat boven hun hoofden was, was iets met het uiterlijk van een saffiersteen, iets wat leek op een troon. En daarboven, op wat op een troon leek, was iets wat leek op een mens.
Ezechiël 10: 14 Iedere cherub had vier gezichten: het eerste gezicht was het gezicht van een cherub, het tweede gezicht het gezicht van een mens, het derde de kop van een leeuw, en het vierde de kop van een arend.
Het woord 'dieren' en levenden heeft in het Oude Testament hetzelfde Hebreeuwse woord namelijk 'chay'. Dit betekent: Leven, beest.
'Dieren 'is in het Grieks 'zoon'. Het betekent: Levend beest. 'Levenden' is in het Grieks 'zao'. Het betekent: Leven.
In het Nieuwe Testament is er verschil in deze beide woorden alhoewel 'zoon' afstamt van 'zoa'. In dit vers staat 'zoa'. Het gaat dus om levende wezens.
Op de site “Eindtijd in beeld” vond ik een schema waarin deze wezens in beeld zijn gebracht. Daarin zijn ook de evangeliën meegenomen waarin Christus op vier manieren wordt beschreven. Ik vind het interessant.
4 dieren
|
Ez.1:10
|
Ez.10:14
|
Opb.4:7
|
Ex.26:1
|
Evan-gelie
|
Hoeken der aarde
|
Uitbeelding van Chr.
|
Leeuw
|
leeuw
|
leeuw
|
leeuw
|
Blauw
|
Mattheüs
|
Oost
|
Koning
|
Rund
|
os
|
cherub
|
kalf
|
Purper
|
Markus
|
Zuid
|
Dienstknecht
|
Mens
|
mens
|
mens
|
mens
|
Scharlaken
|
Lukas
|
West
|
Zoon des mensen
|
Arend
|
arend
|
arend
|
arend
|
Wit
|
Johannes
|
Noord
|
Zoon van God
|
Hier zal één van de vier dieren de zeven engelen zeven gouden schalen geven. In vers 6 lees ik dat de zeven engelen de zeven plagen zullen hebben. Deze zeven plagen liggen blijkbaar op zeven gouden schalen. Deze schalen zijn gevuld met de toorn van God. Het bevreemd mij dat gouden schalen met toorn van God gevuld zijn. Mogelijk duidt dit op heilige toorn, zoals alleen God recht heeft om te hebben.
In de Naardense Bijbel lees ik in plaats van toorn over de hartstocht van God. Dit hoeft niet speciaal toorn te zijn, maar wel een heftig beleven. Openbaring 15: 7 En een van de vier levende wezens gaf aan de zeven engelen zeven gouden schalen gevuld met de hartstocht van God, die leeft tot in de eeuwen der eeuwen.
In de grondtekst staat: 'thumou' dat betekent: voelen, woede. In mijn online studie Bijbel “The Word” komt dit Griekse woord 18 x voor en het wordt 14 x vertaald door 'toorn', 3 x door 'toornigheid' en 1 x door 'verbolgenheid'.
In Openbaring 5: 8 hebben de vier dieren gouden schalen, maar dan zijn ze gevuld met zeker ook heftige gebeden: Openbaring 5: 8 En toen Het de boekrol genomen had, wierpen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen zich vóór het Lam neer. Zij hadden elk een citer en gouden schalen vol reukwerk. Dit zijn de gebeden van de heiligen.
God, Die leeft tot in alle eeuwigheid. 'In alle eeuwigheid' komt 13 keer voor in Openbaring, namelijk in:
Openbaring 1: 6, 18 / 4: 9, 10 / 5: 13, 14 / 7: 12 / 10: 6 / 11: 15 / 14: 11 /15: 7 / 19: 3 / 20: 10 en 22: 5.
In de grondtekst staat: eis tous aiônas (165) ton aiônôn (165). Het betekent: Tot-in eeuw van-de eeuwen. Dit wijst op een alles overtreffende trap van de eeuwen. God heeft al die eeuwen geleefd en zal verder alle eeuwen leven. God kan niet sterven: 1 Timotheüs 6: 15, 16 15 De zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen en Heere der heren, zal Hem op Zijn tijd laten zien, 16 Hij Die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont; Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij eer en eeuwige kracht. Amen.
Eeuw (165) is in het Grieks 'aion' en het kan betekenen: eeuw, Messiaanse periode, nu of toekomst, levensduur, leven, aards leven, generatie, algemene loop der tijden, periode waarin de tastbare wereld bestaat, en toestand waarin deze wereld zich bevindt.
Eeuwige (166) is in het Grieks ‘aionios’ en kan betekenen: van de eeuw, leven, generatie, bepaalde tijd met bepaald karakter, tijdgeest, eeuw, aards, leven, levenslang, vast, ook gebruikt voor gepasseerde tijd en toekomende tijd, voor altijd, wereld, begin, eeuwigdurend.
In onze vertalingen worden deze woorden door elkaar vertaald. Soms wordt 'aeon' door 'wereld' vertaald, zoals in Galaten 1: 4 en Titus 2: 12. Ik kan er absoluut geen overzicht in krijgen. Ik weet alleen dat 'eeuwig' te maken heeft met Gods 'plan van de eeuwen'. 'In alle eeuwigheid' hoeft niet altoosdurend te zijn, zie de betekenis van de woorden. Dat zorgt voor verwarring.
'Eeuwigheid' duurt zolang er eeuwen en tijd is. Ik tel in de Bijbel minstens vijf eeuwen.
Galaten 1: 4 en Titus 2: 12: De huidige eeuw. Deze loopt vanaf de zondvloed.
Prediker 1: 10: Twee eeuwen voor de huidige eeuw; Eén eeuw in Genesis 1: 1 en daarna de eeuw tot de zondvloed.
Efeze 2: 7: Twee eeuwen na de huidige eeuw; De eeuw van het 1000 jarig Koninkrijk en daarna de eeuw van de nieuwe hemel en aarde. Elke eeuw wordt afgesloten met een oordeel, behalve de laatste eeuw, wanneer God alles en in allen zal zijn; 1 Korinthe 15: 28.
Galaten 1: 4 Die Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons zou ontrukken aan de tegenwoordige slechte wereld (165 aeon eeuw), overeenkomstig de wil van onze God en Vader.
Titus 2: 12 en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld (165 aeon eeuw) bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven,
Prediker 1: 10 Is er iets waarvan men kan zeggen: Kijk eens, dat is nieuw? In de eeuwen die voor ons geweest zijn, is het er al geweest.
Efeze 2: 7 opdat Hij in de komende eeuwen (165 aeonen eeuwen) de alles overtreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.
1 Korinthe 15: 28 En wanneer alle dingen aan Hem onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf Zich onderwerpen aan Hem Die alle dingen aan Hem onderworpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn.
Wat voor eeuw / eeuwigheid wordt hier bedoeld? Ik geloof dat het hier gaat over de eeuw van het duizend jarig Koninkrijk, de eeuw waarvoor het boek Openbaring is geschreven.
In de grondtekst wordt aan het einde van dit vers het woordje Amen 'het is zo' toegevoegd.
8 En de tempel werd vervuld met rook vanwege de heerlijkheid van God, en vanwege Zijn kracht. En niemand kon de tempel binnengaan, voordat de zeven plagen van de zeven engelen tot een einde gekomen waren.
En de tempel werd vervuld met rook. Over rook lees ik onder anderen in Exodus 19: 17, 18 en Jesaja 6: 1 – 4.
Exodus 19: 17, 18 17 Mozes leidde het volk uit het kamp, God tegemoet. Zij stonden onder aan de berg. 18 De berg Sinaï was geheel in rook gehuld, omdat de HEERE er in vuur neerdaalde. De rook ervan steeg omhoog als de rook van een oven, en heel de berg beefde hevig.
Jesaja 6: 1 – 4 1 In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik de Heere zitten op een hoge en verheven troon, en de zomen van Zijn gewaad vulden de tempel. 2 Serafs stonden boven Hem. Ieder had zes vleugels: met twee bedekte ieder zijn gezicht, met twee bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij. 3 De een riep tot de ander: Heilig, heilig, heilig is de HEERE van de legermachten; heel de aarde is vol van Zijn heerlijkheid! 4 De deurpinnen in de drempels schudden door de stem van hem die riep, en het huis vulde zich met rook.
Hier in Openbaring bedekt rook de tempel vanwege de heerlijkheid van God en vanwege Zijn kracht. In Exodus 40: 34, 35,1 Koningen 8: 10, 11, Ezechiël 10: 3, 4, Lukas 9: 34, 35, Handelingen 1: 9 en Lukas 21: 27 gebeurt dat door een wolk:
Exodus 40: 34, 35 34 Toen overdekte de wolk de tent van ontmoeting, en de heerlijkheid van de HEERE vervulde de tabernakel, 35 zodat Mozes de tent van ontmoeting niet kon binnengaan, omdat de wolk daarop bleef en de heerlijkheid van de HEERE de tabernakel vervulde.
1 Koningen 8: 10, 11 10 En het gebeurde, toen de priesters uit het heiligdom gingen, dat de wolk het huis van de HEERE vervulde. 11 Vanwege de wolk konden de priesters niet blijven staan om dienst te doen, want de heerlijkheid van de HEERE had het huis van de HEERE vervuld.
Ezechiël 10: 3, 4 3 De cherubs stonden rechts van het huis toen de Man binnenkwam, en de wolk vervulde de binnenste voorhof. 4 Toen verhief de heerlijkheid van de HEERE zich van boven de cherub naar de drempel van het huis. Daarop werd het huis vervuld met de wolk en de voorhof was vol van de lichtglans van de heerlijkheid van de HEERE.
Lukas 9: 34, 35 34 Terwijl hij dit zei, kwam er een wolk, en die overschaduwde hen. Zij werden bevreesd toen zij de wolk ingingen. 35 En er kwam een stem uit de wolk, die zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, luister naar Hem!
Handelingen 1: 9 En nadat Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.
Lukas 21: 27 En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid.
In vers 5 lees ik dat de tempel van de tent van de getuigenis in de hemel geopend zal worden.
Maar niemand zal de tempel kunnen binnengaan, voordat de zeven plagen van de zeven engelen tot een einde gekomen zullen zijn. Dat lijkt mij in Openbaring 19 te gebeuren.
Franklin ter Horst schrijft dat deze zeven plagen 'de ure van verzoeking' wordt genoemd, waarin de uitverkoren heiligen worden bewaard: Openbaring 3: 10 Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, die over heel de wereld komen zal, om hen die op de aarde wonen te verzoeken.
Korte Samenvatting:
Er zal een groot teken gezien worden; zeven engelen met de zeven laatste plagen. Deze plagen liggen op zeven gouden schalen met daarin de toorn van God. Johannes ziet een glazen zee met vuur waarbij de overwinnaars van het beest staan. Zij zingen het lied van Mozes en het lied van het Lam; vers 3, 4. Verder zal de tempel in de hemel worden geopend. Deze zal men pas binnen kunnen gaan nadat de zeven laatste plagen van de zeven engelen tot een einde zijn gekomen. Daarna zal ook Gods toorn tot een einde komen.
Terug naar:
Openbaring 1, Openbaring 2, Openbaring 3, Openbaring 4, Openbaring 5, Openbaring 6, Openbaring 7,
Openbaring 8, Openbaring 9, Openbaring 10, Openbaring 11, Openbaring 12, Openbaring 13, Openbaring 14,
Openbaring 15, Openbaring 16, Openbaring 17, Openbaring 18, Openbaring 19, Openbaring 20, Openbaring 21
en Openbaring 22.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten