Welkom op mijn blog.

Welkom op mijn blog. In 2014 ben ik begonnen met bloggen. Het maken van Bijbelstudies is voor mij belangrijk. Alleen horen en lezen beklijft niet. Het begrijpen gaat het beste door in het onderwerp te duiken en het op te schrijven. Ik besloot om het bestudeerde niet voor mezelf te houden maar te delen. De studies staan allemaal rechts op dit blog. Ze gaan over Bijbelse onderwerpen die mij aanspreken.

Verder probeer ik elke maand een blog te plaatsen. Zo'n stukje schrijf ik in eerste instantie voor het blad van de kerkelijke gemeenschap waar ik neer toe ga. Als het daar is verschenen deel ik het hier. Zo vang ik twee vliegen in één klap. De onderwerpen zijn uit Gods Woord, tijdschriften of gaan over persoonlijke gebeurtenissen en ervaringen. Ik nodig je uit om rond te snuffelen in mijn studies en je voordeel er mee te doen. Je mag ze gerust kopiëren of delen maar dan wel graag met vermelding van de bron. Succes met studeren. Het staat je vrij om te reageren.


zondag 8 juni 2014

Verzegeld met heilige geest

Op het CIP las ik o.a. :
In tongentaal spreken is mooi, maar ook niet alles. Dat schrijft George O. Wood, een bekend leider van de pinksterbeweging in de VS in Opwekking Magazine. "Als we bij tongentaal stoppen, draagt de pinksterervaring geen blijvende vruchten. Het blijvende bewijs van de doop in de Heilige Geest is de vervulling van Handelingen 1:8. Evangelisatie en zending is het blijvende bewijs van de werking van de Geest. Als dit bewijs ontbreekt en de gemeente vruchteloos is, dan zitten we diep in de problemen." 

In dit stuk wordt tongentaal niet aangeprezen als het bewijs van de doop met heilige geest. Gelukkig.
Maar hier wordt gezegd dat als wij vervuld zijn met heilige geest wij door de kracht van de geest gaan getuigen van Christus. Dat kan ik beamen. Maar wat er aan toegevoegd wordt is dat als wij niet getuigen het bewijs van de werking van de geest weg is en we diep in de problemen zitten. Wat die problemen zijn wordt niet uitgelegd. Bedoelt George O. Wood dat we dan geen kracht hebben en geen bewijs van de doop met geest hebben? Mocht hij dit bedoelen dan ben ik het er niet mee eens op gaat op grond van:

Efeze 1: 13 , 14  13 In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam,  verzegeld met de Heilige Geest van de belofte, 14 Die het onderpand is van onze erfenis, tot  de verlossing die ons ten deel viel, tot lof van Zijn heerlijkheid.

Wij zijn verzegeld met heilige geest en dit is niet afhankelijk van wat we wel of niet doen.
We kunnen de heilige geest wel bedroeven, maar de kracht van de geest verlaat ons niet. Het zegel wordt niet verbroken.

Maar er is nog een punt in deze redenering die naar mijn idee niet klopt. En dat is de zendingsopdracht in Handelingen 1: 8. Deze opdracht heeft te maken met het nabij gekomen Koninkrijk van God. De discipelen kregen de speciale opdracht om het evangelie van het Koninkrijk te brengen. En daartoe werden ze uitgerust. Bovendien hadden ze 40 dagen onderwijs gehad over de dingen aangaande het Koninkrijk van God lees ik in Handelingen 1: 3. Met deze taak zijn ze begonnen in Handelingen 2. Maar door ongeloof van het Joodse volk kon het Koninkrijk niet opgericht worden. In de toekomst zal opnieuw de boodschap van het komende Koninkrijk klinken. Dan zal dit evangelie gebracht worden door het hele volk Israël, wanneer zij als koningen en priesters er opnieuw op uit trekken om de grote daden van God te verkondigen, zo lees ik in 1 Petrus 2: 9, 10. Wil je meer weten over het pinkstergebeuren lees dan de studie “De doop met heilige geest” op dit blog.

Hebben wij dan geen zendingsopdracht? Wij mogen zeker het evangelie brengen maar wij hebben niet die bijzondere opdracht gekregen zoals de discipelen en het volk Israël.  Wij brengen niet het evangelie van het komende koninkrijk. Wij mogen de boodschap brengen zoals het in Efeze 1: 3-14 staat. Door geloof worden mensen in deze tijd toegevoegd aan het lichaam van Christus, zoals het in Efeze 3: 6 staat. Wij mogen de blijde boodschap brengen zoals het in Johannes 3: 16 – 21 staat.
Lees ook het bericht wat ik hiervoor heb geschreven.


En dan ga ik nu drie weken met vakantie. Kamperen in Frankrijk. De laptop gaat niet mee.



zaterdag 7 juni 2014

Welk evangelie brengen wij?

Welk evangelie brengen wij in deze huidige tijd?

Er wordt in de Bijbel over verschillende evangeliën geschreven.
Ik vind in Mattheüs 4:23, Markus 1:14  Lukas 8:1  en Handelingen 8:12  het evangelie van het Koninkrijk van God.
Handelingen 20:24 spreekt van het evangelie der genade Gods.
1Thessalonicenzen 2:8, 9: noemt het evangelie van God.
Romeinen 1:9 heeft het over het evangelie van Zijn Zoon.
In 2 Corinthe 4:4 lees ik van het evangelie der heerlijkheid van Christus
In Efeze 1:13 staat: In Welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het evangelie uwer zaligheid gehoord hebt;
Efeze 6:15  En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het evangelie des vredes;

Welke boodschap brengen wij in deze wereld.

Op het CIP waren de afgelopen periode 2 stukjes en de daarbij behorende discussies te lezen. Vaak vindt men dat als het evangelie gepredikt wordt er tegelijker tijd gewaarschuwd moet worden voor “de hel”. Zie hier en hier.

In mijn bericht “Tussen Pasen en Pinksteren” heb ik geschreven over de zendingsopdracht van de discipelen. Deze opdracht staat beschreven in Mattheüs, Markus, Lukas en Handelingen. Hierboven zie ik dat het in die Evangeliën gaat om het nabij gekomen Koninkrijk van God en dat dus het evangelie van het Koninkrijk wordt gepredikt. Inherent aan deze boodschap is de waarschuwing van de gehenna. De brieven die tijdens Handelingen zijn geschreven gaan over hetzelfde onderwerp. Dit kun je vinden in deel 1 van mijn studie: “De toekomst van de mens”.

Na Handelingen wordt er een ander evangelie gepredikt. Het gaat dan om het behoud van Joden en heidenen die samen één lichaam vormen, het Lichaam van Christus. Het gaat om de brieven van Paulus die hij schreef in zijn gevangenschap in Rome. Hierover gaat deel 5 van mijn studie: “De toekomst van de mens”. In deze brieven wordt de boodschap van vrede gebracht en van verlossing die wij reeds hebben ontvangen, zo lees ik in Efeze 1: 3-8. Deze boodschap mogen wij aannemen. En ik lees in deze brieven geen waarschuwing over de gehenna. Net zoals ik in het Johannes evangelie, het evangelie gericht aan de wereld (kosmos), geen waarschuwing lees over de gehenna.

Wel wordt er in Johannes 5: 24 en 28 gesproken over verdoemenis ( in de SV en HSV) en oordeel in de NBG vertaling. Maar dit is geen veroordeling tot een eeuwige hel, maar een veroordeling tot een leven buiten het Koninkrijk in het 1000 jarig rijk. Lees voor een uitgebreide uitleg over dit oordeel de diverse delen van de studie “De toekomst van de Mens” op dit blog.

Persoonlijk kan ik niet meer over “de hel” praten nu ik weet heb van bovenstaande uitleg. Ik heb er wel over gesproken voor ik deze onderwerpen had bestudeerd. Ik vond het naar om er over te praten. Natuurlijk gaat het niet om mijn gevoel, maar om wat “waar” is. Maar gelukkig is het ook niet nodig om over “de hel” te spreken. Ik mag vrijmoedig over de genade van God spreken in Christus. En dat geeft al genoeg verzet. Als mensen mij zouden vragen waar ze na hun dood heen gaan, als ze niet geloofd hebben in Christus, dan zal ik hen antwoorden dat zij sterven. Maar dat er voor hen ook een opstanding is, al is dat ten oordeel. Wanneer de ongelovige opstaat ten oordeel heeft hij/zij geen deel aan de zegeningen van het Koninkrijk. Wel geloof ik dat hij/zij de boodschap van bekering en het evangelie van het Koninkrijk te horen krijgen. Ik weet het niet helemaal zeker maar hoop op een hernieuwde kans. Waar ik dit op baseer? Wel wat heeft een opstanding anders voor zin? En het zal heus geen pretje zijn om op te staan ten oordeel. Tijdens het 1000 jarig rijk zal Christus de heidenen hoeden met een ijzeren staf lees ik in Openbaringen 2: 27. Tijdens het 1000 jarig rijk is het allemaal nog geen koek en ei. Dus een reden te meer om in deze tijd Christus aan te nemen. Bovendien baseer ik de tweede kans op Gods omgang met het volk Israël. Hoeveel kansen hebben zij wel niet gekregen? Dat is een studie waard en mogelijk maak ik die nog eens.   

  
In het boek geschreven door  Andries Knevel: "Is het waar?" staat op blz. 247 dat C.S. Lewis in de laatste jaren van zijn leven tot het kamp van de annihilisten behoorde. Hoewel hij eerder over "de hel" schreef: "Er is geen leerstuk, dat ik, als ik kon, liever uit het christendom zou willen verwijderen".