Deze studie is een vervolg op Openbaring 1, Openbaring 2, Openbaring 3, Openbaring 4, Openbaring 5,
Openbaring 6, Openbaring 7, Openbaring 8, Openbaring 9, Openbaring 10, Openbaring 11, Openbaring 12,
Openbaring 13, Openbaring 14, Openbaring 15, Openbaring 16, Openbaring 17, Openbaring 18, Openbaring 19,
Openbaring 20 en Openbaring 21.
In deze studie wil ik het boek Openbaring onderzoeken. Het centrale thema van het boek is 'de grote verdrukking' of ook wel 'de dag des Heeren'; zie Openbaring 1: 10. Ik ga tekst met tekst vergelijken en hoop er zo een beetje inzicht in te krijgen.
Van de 404 verzen zijn er 285 welke terug te vinden zijn in het Oude Testament. Ook zijn regelmatig teksten uit de evangeliën in Openbaring toepasbaar. Zo zie ik dat het Oude Testament, de evangeliën en Openbaring met elkaar verbonden zijn. De profetie wordt vervuld in de Openbaring van Jezus Christus.
In Openbaring staat het volk Israël centraal, maar ook de 'oikoumene' wat in de de grondtekst vertaald door 'bewoonde-wereld'. 'Oikoumene' komt 3 keer voor in Openbaring en wel in Openbaring 3: 10 / 12: 9 en 16: 14. In de Statenvertaling vertaald men het met 'de gehele wereld'. Toch gaat hier om een select gebied, de toenmalige bewoonde wereld, namelijk het oude Romeinse rijk. Dat bestond uit landen rond de Middellandse zee. Dat zijn de landen waarover het ook meestal in het Oude Testament ging en waar Paulus zijn zendingsreizen naar toe heeft gemaakt. Ik geloof dat de verzoeking, de grote verdrukking, zie mijn studie “De toekomst van de mens” deel 4 paragraaf 9.2, zich met name in dat gebied zal voltrekken. Mogelijk zal wel de wereld (kosmos; komt 3 keer voor in: Openbaring 11: 15 / 13: 8 en 17: 8) er zijn invloed van ondervinden.
De naam 'Johannes' is de Griekse vorm van het Hebreeuwse 'Jochanan'. Het betekent: De HERE is genadig. Johannes heeft iets gezien en moet dit opschrijven. Voor Johannes is dit verleden tijd en daarom is het boek Openbaring in de verleden tijd geschreven. Maar ik geloof dat hetgeen Johannes heeft gezien toekomst is. Het is profetie; Openbaring 22: 19. Daarom schrijf ik mijn commentaar zoveel mogelijk in de onvoltooide tegenwoordige toekomende tijd: Het zal gebeuren.
Ik werk vanuit de Herziene Staten Vertaling, mist anders aangegeven. Ik maak gebruik van de grondtekst. Ook vervang of vul ik regelmatig stukje aan. Ik ga er niet vanuit dat deze studie volmaakt is.
Ik gebruik kleurtjes. Voor de teksten uit Openbaring gebruik ik een lichtblauwe kleur. Voor teksten die Openbaring aanvullen gebruik ik een oranje kleur. De aanhalingen en woorden uit de grondtekst kleur ik groen. Aanhalingen uit andere artikelen geef ik door een lichtgele kleur aan. De blik in de hemel heb ik een blauwe kleur gegeven. De blik op de aarde is groen. De zegels turquoise. De engelen met bazuinen roze. De weeën donker geel. De plagen grijs. Het kan zijn dat ik nog meer kleuren heb gebruikt, maar dat is vanzelf te zien. Het principe van de kleuren zal nu duidelijk zijn.
In Openbaring 20 wordt in vogelvlucht het duizendjarig rijk beschreven. Zie het schema.
Aan het begin van de 1000 jaar. |
Aan
het einde van de 1000 jaar.
|
Vers 2: Satan wordt gebonden voor duizend jaar. |
Vers
3, 7: Satan wordt korte tijd losgelaten.
|
Vers
3: Volken worden voor duizend jaar niet meer verleid.
|
Vers 8: Volken worden door satan verleid. |
Vers 4: Tronen en oordeel wordt gegeven aan de heiligen van Israël. | Vers 9: De legerplaats van de heiligen van Israël wordt omsingeld. |
vers 4, 6: De eerste opstanding: Priesters van God en van Christus. | Vers 11 - 15: De opstanding van de overige doden. |
In Openbaring 21 en 22 is er geen sprake meer van een blik in de hemel afwisselend met een blik op de aarde.
Openbaring 21 gaat voornamelijk over de nieuwe hemel.
In vers 1 – 5 lees ik over de zegen van de stad.
In vers 9 – 14 lees ik over de openbaring van het hemels Jeruzalem;
In vers 15 – 21 lees ik over de kenmerken van de stad;
In vers 22 – 27 lees ik over Gods aanwezigheid in de stad;
In Openbaring 22: 1 – 5 gaat het over de nieuwe aarde. Het woordje 'aarde' komt 64 keer voor in Openbaring. 'Aarde' is in de grondtekst 'gês'. En dat betekent: land. Vaak geeft men er de betekenis aan van de gehele aarde, alle landen. Het is erg verwarrend als er aarde staat, maar een land wordt bedoeld, met name het land Israël. Ik geloof dat er niet een gehele nieuwe wereld of aarde zal komen. Ik geloof dat met de nieuwe aarde het nieuwe land Israël, het paradijs bedoeld wordt, wat beloofd is aan de Israëlieten in: Genesis 15: 18 Op die dag sloot de HEERE een verbond met Abram, en zei: Aan uw nageslacht heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat.
Mijn bronnen voor deze studie zijn:
Het vervolg artikel “Het nieuwe Jeruzalem” op de site van Franklin ter Horst.
Zacharia 14: 8 Op die dag zal het geschieden dat er levend water vanuit Jeruzalem zal stromen, de ene helft ervan naar de zee in het oosten en de andere helft ervan naar de zee in het westen: 's zomers en 's winters zal het plaatsvinden.
De engel laat Johannes hier een zuivere rivier zien. Van een dergelijke rivier lees ik ook in:
Water is voor Israël belangrijk geweest in verband met hun reiniging:
2 In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de Boom des levens, die twaalf vruchten voortbrengt van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht. En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heiden volken.
Openbaring 2:7 Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van den boom des levens, die in het midden van het paradijs Gods is.
In de grondtekst staat: op het hout van-het leven.
Verder komt de Boom des leven 7 keer voor in het Oude Testament in: Genesis 2: 9 / 3: 22, 24 / Spreuken 3: 18 / 11: 30 / 13: 12 en 15: 4. Ook in Genesis 2: 9 staat in de grondtekst 'hout van-het leven'. Hout is in het Hebreeuws: ועץ. Dat heb ik opgezocht in mijn Interlineair Scripture Analyzer. Het is logisch dat hout met boom wordt vertaald omdat er in Genesis 3: 3 gesproken wordt over vruchten van het hout.
Door Openbaring 2: 7 wordt de Boom des levens verbonden aan het paradijs, wat in de toekomst opnieuw op aarde zal zijn.
Ik geloof dat de Here Jezus dit Paradijs beloofde aan de moordenaar aan het kruis in Lukas 23: 43. Zie mijn studie ”De toekomst van de mens” deel 3, paragraaf 5.1.:
Die boom zal twaalf vruchten voortbrengen van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht. Dat betekent dat het voortdurend vrucht zal voortbrengen; Zie Ezechiël 47: 12a. Maar het betekent ook dat er op de nieuwe aarde gegeten wordt net zoals Christus na Zijn opstanding:
Lukas 24: 41 – 43 41 En toen zij het van blijdschap nog niet geloofden, en zich verwonderden, zei Hij tegen hen: Hebt u hier iets te eten? 42 En zij gaven Hem een stuk van een gebakken vis en van een honingraat. 43 En Hij nam het aan en at het voor hun ogen op.
Twaalf is een getal wat met het volk Israël verbonden is. Het komt 140 keer voor in de Statenvertaling; 100 x in het Oude Testament, 25 x in de evangeliën, 4 x in Handelingen, in Jacobus 1: 1 en 10 x in Openbaring. In Openbaring 7: 5 – 8 lees ik over de 144000 verzegelden uit het volk Israël. In het boek “Getallen inde Bijbel” geschreven door Dr. E.W. Bullinger lees ik dat twaalf duidt op ‘bestuurlijke volmaaktheid’. Veelvoud van 12 heeft te maken met besturen of regeren. Voorbeelden van twaalftallen zijn de twaalf zonen van Jacob, de twaalf stammen, de twaalf verspieders en de twaalf apostelen uitgekozen door de Here Jezus; Openbaring 21: 12, 14 12 Zij had een grote en hoge muur met twaalf poorten, en bij die poorten twaalf engelen. Ook waren er namen op geschreven, namelijk van de twaalf stammen van de Israëlieten. 14 En de muur van de stad had twaalf fundamenten met daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam.
De bladeren van de boom tot genezing van de heiden volken zullen zijn. Hoe ik dat moet zien weet ik niet. Want ik heb toch altijd gemeend dat er op de nieuwe aarde geen ziekte, maar ook geen zonde meer zal zijn. Dat laatste wordt bevestigd in vers 3.
Ik lees over herstel en genezing van het volk Israël in: Jeremia 33: 6 Zie, Ik ga haar herstel en genezing bevorderen, Ik zal hen genezen: een overvloed van duurzame vrede zal Ik hun bekendmaken.
3 En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen,
Tot nu toe werd in Openbaring alles beschreven in de verleden tijd. Johannes had ‘iets’ te zien en te horen gekregen. Maar in dit vers wordt geschreven in de onvoltooide tegenwoordige toekomende tijd: Het zal gebeuren; zie de inleiding.
En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. Dat is mogelijk omdat satan er niet meer is en omdat Christus de mensen heeft vrijgekocht van welke vervloeking dan ook:
Galaten 3: 13 Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder die aan een hout hangt,
Zacharia 14: 11 Zij zullen erin wonen, een banvloek zal er niet meer zijn: Jeruzalem zal onbezorgd wonen.
Vervloekt worden komt 53 x voor in de Statenvertaling, waarvan 8 x in het Nieuwe Testament.
Vervloeking komt 16 x voor waarvan 9 x in het Nieuwe Testament.
De woorden komen niet voor in de zeven latere brieven van Paulus.
In de grondtekst staat: katathema. Het betekend ‘verdoemdheid’.
Zie bijvoorbeeld 1 Korinthe 5: 1 – 5 waar iemand uit het midden moet worden verwijderd vanwege zijn zonde. Het is een vorm van vervloeken, verdoemen: 1 Korinthe 5: 1, 2 1 Men hoort algemeen dat er hoererij onder u voorkomt, en wel zo'n vorm van hoererij waarvan zelfs onder de heidenen geen sprake is, namelijk dat iemand de vrouw van zijn vader heeft. 2 En u doet zich zo gewichtig voor. Kunt u niet beter treuren, om dan hem die deze daad begaan heeft, uit uw midden weg te doen? 5 over te geven aan de satan, tot verderf van het vlees, opdat de geest behouden zal worden op de dag van de Heere Jezus.
De vervloeking begon in: Genesis 3: 14 – 17 14 Toen zei de HEERE God tegen de slang: Omdat u dit gedaan hebt, bent u vervloekt onder al het vee en onder alle dieren van het veld! Op uw buik zult u gaan en stof zult u eten, al de dagen van uw leven. 15 En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht; Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen. 16 Tegen de vrouw zei Hij: Ik zal uw moeite in uw zwangerschap zeer groot maken; met pijn zult u kinderen baren. Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, maar hij zal over u heersen. 17 En tegen Adam zei Hij: Omdat u geluisterd hebt naar de stem van uw vrouw en van die boom gegeten hebt waarvan Ik u gebood: U mag daarvan niet eten, is de aardbodem omwille van u vervloekt; met zwoegen zult u daarvan eten, al de dagen van uw leven;
In Openbaring 2: 13 was er nog sprake van de troon van satan in de gemeente Smyrna. Maar nu kan de troon van God en van het Lam daar zijn, zie ook vers 1, omdat er geen vervloeking meer is. De troon van God kom ik verder tegen in verband met degenen die uit de grote verdrukking komen in Openbaring 7: 14, 15 en de honderd vierenveertigduizend verzegelden in:
Openbaring 14: 1, 5 1 En ik zag, en zie, het Lam stond op de berg Sion, en bij Hem honderd vierenveertig duizend mensen met op hun voorhoofd de Naam van Zijn Vader geschreven. 5 En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn smetteloos voor de troon van God.
Openbaring 7: 15 Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden.
De troon van God en het Lam wordt hier in één adem genoemd. Zal hier zichtbaar worden wat Paulus schrijft in 1 Korinthe 15: 28 en wat de Here Jezus zegt in: Johannes 10: 30 Ik en de Vader zijn één.
1 Korinthe 15: 28 En wanneer alle dingen aan Hem onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf Zich onderwerpen aan Hem Die alle dingen aan Hem onderworpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn.
En Zijn dienstknechten zullen Hem dienen. Dienstknechten is in de grondtekst ‘douloi’. Het betekent: slaven. Het gaat hier in de eerste plaats om gelovige Israëlieten en mensen die in de grote verdrukking gehoorzaam zijn geworden aan de God van de Israëlieten. Ik kom de dienstknechten 65 keer tegen in de Statenvertaling, onder anderen in: Openbaring 11: 18b en om het loon te geven aan Uw dienstknechten, de profeten, en aan de heiligen en aan hen die Uw naam vrezen, de kleinen en de groten, en om hen te vernietigen die de aarde vernietigden. Zie verder het commentaar bij Openbaring 11: 18.
In Daniël 9: 6 worden de profeten 'knechten' genoemd. In Handelingen 4: 29 zijn de apostelen de dienstknechten. Maar wanneer de Israëlieten in Openbaring tot geloof komen zullen zij de dienstknechten van God zijn. Zij zullen als koningen en priesters regeren, zie ook vers 5.
Daniël 9: 6 Wij hebben niet geluisterd naar Uw knechten, de profeten, die in Uw Naam spraken tot onze koningen, onze vorsten en onze vaderen, en tot heel de bevolking van het land.
Handelingen 4: 29 Nu dan, Heere, sla acht op hun bedreigingen en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw Woord te spreken,
Exodus 33: 20 Hij zei verder: U zou Mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens kan Mij zien en in leven blijven.
1 Korinthe 13: 12 Nu immers kijken wij door middel van een spiegel in een raadsel, maar dan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben.
5 En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen lamp en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen. En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid.
Op de nieuwe aarde in het paradijs zal er geen nacht zijn. Daarover lees ik in:
Ook in de volgende teksten is te vinden dat God zelf voor licht zal zorgen: Openbaring 21: 23, 25 23 En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp. 25 En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn.
De dienstknechten van God zullen als koningen regeren. Het gaat hier speciaal om het volk Israël. God spreekt via Mozes tot hen in: Exodus 9: 6 U dan, u zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden die u tot de Israëlieten moet spreken.
Daniël 7: 18, 27 18 De heiligen van de Allerhoogste zullen echter het koningschap ontvangen. Zij zullen het koningschap in bezit nemen tot in eeuwigheid, ja, tot in der eeuwen eeuwigheid. 27 Maar het koningschap en de heerschappij en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koninkrijk zal een eeuwig koninkrijk zijn, en alles wat heerschappij heeft, zal Hem eren en gehoorzamen.
'In alle eeuwigheid' komt 13 keer voor in Openbaring: Openbaring 1: 6, 18 / 4: 9, 10 / 5: 13, 14 / 7: 12 / 10: 6 / 11: 15 / 14: 11 /15: 7 / 19: 3 / 20: 10 en 22: 5.
1 Timotheüs 6: 15, 16 15 De zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen en Heere der heren, zal Hem op Zijn tijd laten zien, 16 Hij Die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont; Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij eer en eeuwige kracht. Amen.
Eeuw (165) is in het Grieks 'aion' en het kan betekenen: eeuw, Messiaanse periode, nu of toekomst, levensduur, leven, aards leven, generatie, algemene loop der tijden, periode waarin de tastbare wereld bestaat, en toestand waarin deze wereld zich bevindt.
Eeuwige (166) is in het Grieks ‘aionios’ en kan betekenen: van de eeuw, leven, generatie, bepaalde tijd met bepaald karakter, tijdgeest, eeuw, aards, leven, levenslang, vast, ook gebruikt voor gepasseerde tijd en toekomende tijd, voor altijd, wereld, begin, eeuwigdurend.
In onze vertalingen worden deze woorden door elkaar vertaald. Soms wordt 'aeon' door 'wereld' vertaald, zoals in Galaten 1: 4 en Titus 2: 12. Ik kan er absoluut geen overzicht in krijgen. Ik weet alleen dat 'eeuwig' te maken heeft met Gods 'plan van de eeuwen'. 'In alle eeuwigheid' hoeft niet altoosdurend te zijn, zie de betekenis van de woorden. Dat zorgt ook al weer voor verwarring.
'Eeuwigheid' duurt zolang er eeuwen en tijd is. Ik tel in de Bijbel minstens vijf eeuwen.
Galaten 1: 4 en Titus 2: 12: De huidige eeuw. Deze loopt vanaf de zondvloed.
Prediker 1: 10: Twee eeuwen voor de huidige eeuw; Eén eeuw in Genesis 1: 1 en daarna de eeuw tot de zondvloed.
Efeze 2: 7: Twee eeuwen na de huidige eeuw; De eeuw van het 1000 jarig Koninkrijk en daarna de eeuw van de nieuwe hemel en aarde. Elke eeuw wordt afgesloten met een oordeel, behalve de laatste eeuw.
Galaten 1: 4 Die Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons zou ontrukken aan de tegenwoordige slechte wereld (165 aeon eeuw), overeenkomstig de wil van onze God en Vader.
Titus 2: 12 en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld (165 aeon eeuw) bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven,
Prediker 1: 10 Is er iets waarvan men kan zeggen: Kijk eens, dat is nieuw? In de eeuwen die voor ons geweest zijn, is het er al geweest.
Efeze 2: 7 opdat Hij in de komende eeuwen (165 aeonen eeuwen) de alles overtreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.
Ik heb het idee dat vanaf dit vers teruggegrepen wordt op Openbaring 1. In het boek “Deze profetie” trekt de schrijver C.H. Welch dezelfde conclusie. Dat wordt onder anderen bevestigd door vers 7, 10, 12, 17 en 20 waarin wordt geschreven over ‘komen’ en ‘komst’, dat het met spoed zal gebeuren en dat de tijd nabij is, zoals ook in: Openbaring 1: 3 Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.
Deze engel spreekt tegen Johannes en zegt: Deze woorden zijn betrouwbaar en waarachtig. Zie ook:
Openbaring 19: 9, 11 9 En hij zei tegen mij: Schrijf: Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam. En hij zei tegen mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God 11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid.
De Here God die eertijds door de profeten heeft gesproken in het Oude Testament heeft Zijn engel gezonden om Zijn dienstknechten, zie vers 3, te laten zien wat moet gebeuren. Hierbij moet ik denken aan:
Zie mijn studie “Openbaring 1” vers 1, 2, 3, 19 en het bijbehorende blog.
Deze gebeurtenissen zouden met spoed moeten gebeuren. Dat lijkt op de teksten waarin het woordje ‘nabij’ gebruikt wordt, zoals in Mattheus 3: 2 / 4: 17 / 10: 7, Marcus 1: 15, Lukas 10: 9, Openbaring 1: 3 en: Hebreeën 10: 37 Want: Nog een heel korte tijd en Hij Die komt, zal komen en niet uitblijven. Jacobus 5: 8 U moet ook geduldig zijn en uw hart versterken, want de komst van de Heere is nabij.
Hoe zit dat met het ‘komen’ en ‘komst’, dat het met spoed zal gebeuren en dat de tijd nabij is? Het Koninkrijk was tweeduizend jaar geleden al nabij gekomen, waar is het dan nu gebleven? Want ik kan zien dat de Here Jezus nu geen Koning is in Israël. Ik geloof dat dit Koninkrijk niet kon worden opgericht doordat de Joden hun Messias verworpen hebben. In Handelingen 2 en 3 lees ik dat dit Koninkrijk nog steeds heel dicht nabij was en dat er nog steeds gelegenheid was, voor het volk Israël, om zich te bekeren. Er gaan een aantal profetieën in vervulling. Toch bekeert het volk zich niet als geheel en aan het eind van Handelingen doet Paulus de uitspraak in: Hand.28: 26 – 28 26 Zeggende: Ga heen tot dit volk, en zeg: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken. 27 Want het hart dezes volks is dik geworden, en met de oren hebben zij zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zij zich bekeren, en Ik hen geneze. 28 Het zij u dan bekend, dat de zaligheid Gods den heidenen gezonden is, en dezelve zullen horen.
Openbaring sluit aan bij Handelingen. De deur van het Koninkrijk ging daar voor de Israëlieten dicht. Die deur is nog steeds dicht. Maar wanneer Openbaring weer relevant wordt gaat de tijd weer tellen en zal dit alles met spoed worden vervuld. Zie verder mijn studie: “De toekomst van de mens” deel 1 paragraaf 1.2 Het Koninkrijk.
En zie, Ik kom spoedig. Dezelfde woorden staan in vers 12 en 20. Het heeft verband met vers 6 waar staat dat wat gezien wordt met spoed zal gebeuren. Zie de uitleg bij dat vers.
Zalig is hij die de woorden van de profetie van dit boek in acht neemt. Zalig is in de grondtekst 'makarios'. Het betekent: gelukkig. Degene die de voorspellende woorden lezen of horen, in acht nemen en er op letten, zullen gelukkig zijn of worden temeer daar de tijd dringt. Profetie is in de grondtekst 'propheteias'. Het betekent: voorspellen, voorzeggen. De betekenis impliceert dat het om de toekomst gaat.
Op de site van Franklin ter Horst lees ik: “Velen zien het boek Openbaring als niet ter zake doend…... Huldrych Zwingli schreef: 'uit de Openbaring nemen wij geen gegevens aan, want het is geen bijbels boek'. Maarten Luther zei over Openbaring: 'mijn geest kan zich daarin niet vinden en mij is het oorzaak genoeg om het niet hoog te schatten, dat Christus daarin niet wordt geleerd. Daarom blijf ik bij de boeken, die Christus helder en duidelijk verkondigen'. Calvijn heeft van alle Bijbelboeken een verklaring, behalve van Openbaring. Uit: J.J. Buskes over Openbaring (de laatste strijd).”
Jesaja 25:9 En men zal te dien dage zeggen: Ziet, Deze is onze God; wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons zalig maken. Deze is de HEERE, wij hebben Hem verwacht, wij zullen ons verheugen en verblijden in Zijn zaligheid. (SV)
Jakobus 1: 12 Zalig is de man die verzoeking verdraagt, want als hij beproefd gebleken is, zal hij de kroon van het leven ontvangen, die de Heere beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben.
8 En ik, Johannes, ben het die deze dingen gezien en gehoord heb. En toen ik ze gehoord en gezien had, viel ik neer om te aanbidden voor de voeten van de engel die mij deze dingen liet zien.
En ik, Johannes, ben het die deze dingen gezien en gehoord heb. De Here Jezus heeft Zijn openbaringen laten zien aan Johannes zodat de dienstknechten, de Israëlieten zullen weten wat spoedig zal gebeuren zo lees ik in Openbaring 1: 1 (zie vers 6 en 7) maar ook in: Johannes 19: 35 En die het gezien heeft, die getuigt ervan, en zijn getuigenis is waar, en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook u gelooft.
Johannes had gehoord en gezien en viel neer voor de voeten van de engel om hem te aanbidden. Datzelfde gebeurt in Openbaring 1: 17, maar dan valt Johannes neer voor Christus: Openbaring 1: 17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten, en Hij legde Zijn rechterhand op mij en zei tegen mij: Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste,
De engel uit vers 1 en 6 zegt van zichzelf dat niet te doen, want hij is een mede dienstknecht van u (Johannes) en van uw broeders, de profeten, net als in: Openbaring 19: 10 En ik viel voor zijn voeten neer om hem te aanbidden, maar hij zei tegen mij: Pas op dat u dat niet doet! Ik ben een mede dienstknecht van u en van uw broeders, die het getuigenis van Jezus hebben. Aanbid God. Het getuigenis van Jezus is namelijk de geest van de profetie.
Deze mede dienstknechten zijn de Israëlieten. En de engel is een mede dienstknecht van hen die de woorden van dit boek in acht nemen. Ook dat zullen in eerste instantie de gelovige Israëlieten zijn. Zie verder vers 7.
Aanbid God. Dit bijzondere gebod komt alleen nog voor in Openbaring 19: 10. Het bewijst dat engelen niet aanbeden moeten worden, maar ook niet iets anders: Openbaring 9: 20 En de overige mensen, die niet door deze plagen werden gedood, bekeerden zich niet van de werken van hun handen; zij bleven de demonen aanbidden en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet kunnen zien, horen of lopen.
Hebreeën 1: 14 Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen die de zaligheid zullen beërven?
Daniël 8: 26 Wat betreft het visioen van de avond en de morgen, wat gezegd is, dat is de waarheid. En u, houd het visioen geheim, want er liggen nog vele dagen vóór het gebeuren zal.
In de door Paulus geschreven brieven werden geheimenissen geopenbaard. Het inzicht in geheimenissen begint vanaf die tijd, met de komst van Christus in: Romeinen 16: 25 – 27 25 Hem nu Die in staat is u vast te doen staan, overeenkomstig mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, overeenkomstig de openbaring van het geheimenis dat door de tijden der eeuwen heen verzwegen was, 26 maar dat nu geopenbaard is en door de profetische Schriften onder alle heidenen bekendgemaakt is, overeenkomstig het bevel van de eeuwige God, om hen tot geloofsgehoorzaamheid te brengen, 27 aan Hem, de alleen wijze God, zij door Jezus Christus de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen.
Want de tijd is nabij, zie vers 6, 7, 12 en 20 om dit boek over de eindtijd te ontzegelen. Over dat openmaken van de woorden van de profetie gaat het in Openbaring 5: 5. Dit openmaken was en zal mogelijk zijn omdat Christus de zonde heeft overwonnen door voor ons mensen te sterven aan het kruis en op kon staan omdat Hij persoonlijk zonder zonde was en is.
11 Wie onrecht doet, laat hij nog meer onrecht doen. En wie vuil is, laat hij nog vuiler worden. En wie rechtvaardig is, laat hij nog meer gerechtvaardigd worden. En wie heilig is, laat hij nog meer geheiligd worden.
Daniël 12: 10 Velen zullen gereinigd, zuiver wit gemaakt en gelouterd worden. De goddelozen echter zullen goddeloos handelen en geen enkele van de goddelozen zal het begrijpen, maar de verstandigen zullen het begrijpen.
Wie onrecht doet, laat hij nog meer onrecht doen.
Mattheus 13: 24 – 30 24 Een andere gelijkenis hield Hij hun voor. Hij zei: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan iemand die goed zaad zaaide in zijn akker. 25 Maar toen de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide onkruid tussen de tarwe, en ging weg. 26 Toen het gewas opkwam en vrucht voortbracht, kwam ook het onkruid tevoorschijn. 27 De slaven van de heer des huizes gingen naar hem toe en zeiden: Heer, hebt u niet goed zaad in uw akker gezaaid? Waar komt dan dit onkruid vandaan? 28 Hij zei tegen hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. De slaven zeiden tegen hem: Wilt u dan dat wij erheen gaan en het verzamelen? 29 Maar hij zei: Nee, opdat u bij het verzamelen van het onkruid niet misschien tegelijk ook de tarwe zelf uittrekt. 30 Laat ze allebei samen tot de oogst opgroeien, en in de oogsttijd zal ik tegen de maaiers zeggen: Verzamel eerst het onkruid en bind het in bossen om het te verbranden, maar breng de tarwe bijeen in mijn schuur.
Ik kom spoedig. Zie vers 6, 7, 10 en 20. Openbaring 2: 16 Bekeer u. En zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal Ik tegen hen oorlog voeren met het zwaard van Mijn mond .
Openbaring 2: 23 En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen, en alle gemeenten zullen weten dat Ik het ben Die nieren en harten doorzoek, en Ik zal u geven eenieder naar uw werken.
13 Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste.
Deze titel ziet op de grote Naam Jahweh, de almachtige, al genoemd in het Oude Testament. De Naam staat in verband met dood en opstanding zo zie ik in: Openbaring 1: 8, 17b 8 Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige. 17b Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste 18 en de Levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels van het rijk van de dood en van de dood zelf.
Alfa is de eerste letter van het Griekse alfabet en Omega de laatste. Deze gezegden komen ook voor in Openbaring 1: 8 en Openbaring 21: 6.
'Het begin en het einde' staat in Openbaring 1: 8 niet in de grondtekst.
In Openbaring 1: 11 komt de gehele uitdrukking niet voor in de grondtekst. Zie de uitleg bij dat vers.
In Openbaring 1: 17b lees ik als aanvulling 'de Eerste en de Laatste', net als hier.
Jesaja 41: 4 Wie heeft dit bewerkt en gedaan? Hij Die de generaties riep vanaf het begin! Ik, de HEERE, Die de Eerste ben, en bij de laatsten ben Ik Dezelfde.
14 Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan.
Zalig zijn zij. Zalig is in de grondtekst 'makarioi'. Het betekent: gelukkig. Zalig komt in dezelfde bewoordingen voor in de zaligsprekingen in: Mattheus 5: 3- 11 3 Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen. 4 Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen vertroost worden. 5 Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven. 6 Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. 7 Zalig zijn de barmhartigen, want aan hen zal barmhartigheid bewezen worden. 8 Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien. 9 Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden. 10 Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen. 11 Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij.
Die Zijn geboden doen. In de grondtekst staat: spoelende de gewaden van-hen. In de Naardense Bijbel staat: “zalig zij die hun gewaden wassen, opdat zij macht hebben over het geboomte des levens en door de poorten de stad binnenkomen;”
Het wassen van de gewaden had een symbolische waarde die betrekking had op de latere geestelijke reiniging door het bloed van het Lam, zie Openbaring 1: 5 en Openbaring 7: 14b. Als Israël zich bekeert zullen hun zonden gewassen worden in het bloed van Christus: Openbaring 1: 5 en van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden en de Vorst van de koningen der aarde, Hem Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed,
Openbaring 7: 14b Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun gewaden gewassen en ze hebben hun gewaden wit gemaakt in het bloed van het Lam.
Ook voor de Gemeente, het Lichaam van Christus geld dit lees ik in: Kolossenzen 1: 14 In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden.
Zodat zij recht mogen hebben. In de grondtekst staat: opdat zal-zijn de autoriteit van-hen. In dat ‘recht mogen hebben op’ zit geen enkele twijfel, degenen die hun gewaden wassen zullen die autoriteit krijgen.
Als de gewaden gewassen zijn, hebben de gelukkigen recht op de Boom des levens. Zie vers 2.
Over de poorten gaat het in Openbaring 21: 12, 13, 15, 21 en 25 En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn.
Door deze poorten zullen degenen die gewassen zijn de stad mogen binnengaan.
15 Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet.
Maar buiten bevinden zich de honden. Honden zijn de kwaaddoeners, maar ook niet Israëlieten, zoals in Mattheus 15: 22 – 28. Tegenwoordig is zo’n uitspraak discriminerend. Psalm 22: 16 Want honden hebben mij omsingeld, een horde kwaaddoeners heeft mij omgeven; zij hebben mijn handen en mijn voeten doorboord.
Tovenaars komen 16 x voor in het Oude Testament, voornamelijk in de boeken Exodus en Daniël, en 2 keer in Openbaring, hier en in Openbaring 21: 8. Verder is er 3 x in het Oude Testament sprake van een tovenaar en 2 x in Handelingen 13: 6 en 8.
Ontuchtplegers. In de grondtekst staat: voor-ontuchtige mannen. De Statenvertaling en de Naardense Bijbel hebben ‘hoereerders’.
Moordenaars. In de Statenvertaling staat ‘doodslagers’.
Ik zie de afgodendienaars en de leugen samen komen in: Romeinen 1: 23 – 26 23 en hebben zij de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door een beeld dat lijkt op een vergankelijk mens, op vogels en op viervoetige en kruipende dieren. 24 Daarom ook heeft God hen in de begeerten van hun hart overgegeven aan de onreinheid om hun lichamen onder elkaar te onteren. 25 Zij hebben de waarheid van God vervangen door de leugen, en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, Die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen 26 Daarom heeft God hen overgegeven aan oneervolle hartstochten, want ook hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke.
Mogelijk slaat deze tekst uit Romeinen, waar geschreven wordt over het maken van een beeld waarmee de onvergankelijke God wordt vervangen, op de situatie in Openbaring 13: 11 – 14. In onze tijd worden nogal wat consequenties verbonden aan Romeinen 1: 23 – 26 in verband met homofilie. Ik geloof dat deze teksten in de eerste plaats van toepassing zijn op de toekomst. In Openbaring 13: 11 – 14 wordt geschreven over het maken van een beeld door het tweede beest. Degenen die dat beeld zullen aanbidden zullen door God worden gestraft.
Openbaring 13: 11 – 14 11 En ik zag een ander beest opkomen, uit de aarde, en het had twee horens, als die van het Lam, maar het sprak als de draak. 12 En het oefent al de macht van het eerste beest voor zijn ogen uit, en het maakt dat de aarde en zij die er wonen het eerste beest aanbidden, waarvan de dodelijke wond genezen was. 13 En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel laat neerkomen op de aarde, voor de ogen van de mensen. 14 En het misleidt hen die op de aarde wonen door middel van de tekenen die het gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tegen hen die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer levend werd.
Ieder die de leugen liefheeft en doet. Nu vertellen mensen over het algemeen wel eens een leugen, al was het maar een leugen om bestwil. Zulke leugenaars worden hier niet bedoeld. Het gaat hier om leugens verbonden aan de duivel, de wetteloze en aan moordenaars, zoals in: Johannes 8: 44 U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen.
2 Thessalonicenzen 2: 8 – 11 8 En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst; 9 hem, wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen, 10 en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden. 11 En daarom zal God hun een krachtige dwaling zenden, zodat zij de leugen geloven.
1 Johannes 3: 12 Kaïn: hij was uit de boze en sloeg zijn broer dood. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig.
Alle groepen en nog meer kom ik tegen in 1 Korinthe 6: 9, 10, Galaten 5: 19 – 21 en Efeze 5: 5. In die verzen wordt gezegd dat deze groepen het Koninkrijk van God niet zullen beërven. Dat gaat minder ver dan de straf hier in Openbaring. Er is zelfs op het laatste moment nog behoudenis mogelijk zo zie ik in: Lukas 23: 39 – 43 39 En een van de misdadigers die daar hingen, lasterde Hem en zei: Als U de Christus bent, verlos dan Uzelf en ons. 40 Maar de andere antwoordde en bestrafte hem: Vreest zelfs u God niet, nu u hetzelfde vonnis ondergaat? 41 En wij toch rechtvaardig, want wij ontvangen straf overeenkomstig wat wij gedaan hebben, maar Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan. 42 En hij zei tegen Jezus: Heere, denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk gekomen bent. 43 En Jezus zei tegen hem: Voorwaar, zeg Ik u heden, u zult met Mij in het paradijs zijn.
1 Korinthe 6: 9, 10 9 Of weet u niet dat onrechtvaardigen het Koninkrijk van God niet zullen beërven? 10 Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven.
Galaten 5: 19 – 21 19 Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, 20 afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, 21 jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven.
Efeze 5: 5 Want dit moet u weten, dat geen enkele ontuchtpleger, onreine of hebzuchtige, die een afgodendienaar is, een erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en van God.
Zie ook: Openbaring 21: 8 Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.
16 Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om bij u in de gemeenten van deze dingen te getuigen. Ik ben de Wortel en het Nageslacht van David, de blinkende Morgenster.
Terwijl tot hiertoe de engel tot Johannes had gesproken is het nu de Here Jezus die persoonlijk het woord richt tot hem. De Here Jezus zegt dat Hij Zijn engel gezonden heeft om bij u in de gemeenten van deze dingen te getuigen. Die gemeente worden genoemd in Openbaring 2 en 3.
De Here Jezus noemt Zich de Wortel en het Nageslacht van David. Die titel draagt Christus ook in:
De belangrijk engel die hoogmoedig werd en daardoor uit de hemel is gevallen wordt ook een ‘morgenster’ genoemd in:
Jesaja 14: 12 Hoe bent u uit de hemel gevallen, morgenster, zoon van de dageraad! U ligt geveld op de aarde, overwinnaar over de heiden volken!
Voor de gemeenten zal, als zij het woord van de Morgenster aanvaarden, genezing komen: Jesaja 53: 2 – 6 2 Want Hij is als een loot opgeschoten voor Zijn aangezicht, als een wortel uit dorre aarde. Gestalte of glorie had Hij niet; als wij Hem aanzagen, was er geen gedaante dat wij Hem begeerd zouden hebben. 3 Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, bekend met ziekte, en als iemand voor wie men het gezicht verbergt; Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht. 4 Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, ons leed heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt. 5 Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen. 6 Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg. Maar de HEERE heeft de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen neerkomen.
En de Geest en de bruid zeggen: Kom! De Geest is in de grondtekst ‘to pneuma’. Dat betekent: de geest, windstoot, blazen. Ik zou kunnen zeggen dat de door God ingeblazen geest dit door de bruid heen zegt. Ik zie de samenwerking tussen geest en mens ook in: Johannes 14: 16, 17 16 En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, 17 namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.
Bruid komt 20 x voor in de Bijbel. 15 x in het Oude Testament, 1 x in Johannes 3: 29 en 4 x in Openbaring. Daarmee wordt zichtbaar dat de bruid bestaan zal uit gelovigen uit het uitverkoren volk Israël.
Het is nogal wat, wat hier staat. Als iemand iets aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek geschreven zijn. Er zullen nogal wat plagen komen, zie Openbaring 6, 8, 9, 13, 15, 16 t/m 19. God Woord is af. Openbaring is af. Hoe ik dit ‘toevoegen aan de woorden’ moet zien is mij niet duidelijk. Heeft dit betrekking op een eigenmachtige uitleg? Of toegevoegde wetten en regels door mensen gemaakt? Of het tegenwoordig veel toegepaste profeteren uit de losse pols? Hoe dan ook, ik vond twee vergelijkbare teksten in: 2 Petrus 1: 19 – 21 19 En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart. 20 Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat; 21 want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.
Wel is het lastig te beoordelen wanneer iets eigenmachtig uitgelegd is. Hoe ik Gods Woord uitleg heb ik beschreven in mijn studie “Beproef de dingen die daarvan verschillen”. Zodra ik erven overtuigd wordt dat dit een eigenmachtige uitleg is gaat alles in de prullenbak.
De straffen voor het afdoen van de woorden van deze profetie zijn anders dan het eraan toevoegen. Bij het afdoen, wat ik begrijp als weglaten van delen uit Gods Woord en profetie, zal God zal zijn deel afdoen van het boek des levens. In de grondtekst staat: Zal-afnemen de God het deel van-hem van-af het hout van-het leven. Het gaat in dit vers niet over het boek van het leven, maar om het hout, of ook wel de boom van het leven, zie vers 2. Daarvan zal God het deel van de betreffende persoon afdoen, afnemen, die afgenomen heeft van de woorden van de profetie. Mogelijk zal die persoon minder van de betreffende zegen ontvangen. In de Naardense Bijbel lees ik: Openbaring 22: 19 En indien iemand afneemt van de woorden van het boek van deze profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte van het leven en van de heilige stad, die beschreven staan in dit boek.
Tegelijkertijd is het zo dat God niet alleen lacht. Dat is een ‘hoonlach’ zoals ik lees in mijn Interlineair Scripture Analyzer. Nee, God blijft genadig. Dat zie in Spreuken 1: 23, in vers 7 en nog meer teksten zoals: Openbaring 1:3 Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.
20 Hij Die van deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen. Ja, kom, Heere Jezus!
Hij Die van deze dingen getuigt; Het is Christus Zelf die nu getuigd, zie ook vers 16. Openbaring 1: 2 Deze heeft van het Woord van God getuigd en van het getuigenis van Jezus Christus, alles wat hij gezien heeft.
Amen: Het is zo.
Ja, kom, Heere Jezus! Als ik naar de ellende in deze wereld kijk dan verlang ik ernaar dat de Here Jezus gaat komen. En als ik naar de tekenen kijk dan weet ik dat dit moment steeds dichter bij komt. Veel gelovigen zien de stichting van de staat Israël als een duidelijk teken. Dit zou kunnen, maar ik geloof dat dit nog niet de staat Israël is die God voor hen bestemd heeft. Ik geloof dat Israël op eigen kracht deze staat heeft opgericht en tot nu toe rust er geen zegen op alhoewel Israël zich kranig weert tegen alle aanvallen en zijn bevolking zeer goed beschermd. Maar in de toekomst, als Christus teruggekeerd zal zijn, dan zal het volk vredig in het nieuwe Israël wonen en het zal voor hen als een terugkeer voelen naar het paradijs.
Deze uitdrukking komt nog 7 x op dezelfde manier voor in de Statenvertaling, en steeds in de brieven die Paulus heeft geschreven.
Romeinen 16: 20b De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen.
Romeinen 16: 24 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
Galaten 6: 18 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen.
Filippenzen 4: 23 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
1 Thessalonicenzen 5: 28 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen.
2 Thessalonicenzen 3: 18 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
Filemon 1: 25 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met uw geest. Amen.
Tevens lees ik eenzelfde soort uitdrukking in: 1 Johannes 2: 1 genade, barmhartigheid, vrede zal met u zijn, van God de Vader en van de Heere Jezus Christus, de Zoon van de Vader, in waarheid en liefde.
Vers 6 – 10, 12 en 20: De tijd dat Openbaring vervult zou worden was op moment van schrijven nabij.
Vers 11 – 19: Beloningen en vergeldingen.
Vers 20, 21: Ja, Ik kom spoedig. AMEN.
Terug naar:
Openbaring 1, Openbaring 2, Openbaring 3, Openbaring 4, Openbaring 5,
Openbaring 6, Openbaring 7, Openbaring 8, Openbaring 9, Openbaring 10, Openbaring 11, Openbaring 12,
Openbaring 13, Openbaring 14, Openbaring 15, Openbaring 16, Openbaring 17, Openbaring 18, Openbaring 19,
Openbaring 20, Openbaring 21 en Openbaring 22.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten