Welkom op mijn blog.

Welkom op mijn blog. In 2014 ben ik begonnen met bloggen. Het maken van Bijbelstudies is voor mij belangrijk. Alleen horen en lezen beklijft niet. Het begrijpen gaat het beste door in het onderwerp te duiken en het op te schrijven. Ik besloot om het bestudeerde niet voor mezelf te houden maar te delen. De studies staan allemaal rechts op dit blog. Ze gaan over Bijbelse onderwerpen die mij aanspreken.

Verder probeer ik elke maand een blog te plaatsen. Zo'n stukje schrijf ik in eerste instantie voor het blad van de kerkelijke gemeenschap waar ik neer toe ga. Als het daar is verschenen deel ik het hier. Zo vang ik twee vliegen in één klap. De onderwerpen zijn uit Gods Woord, tijdschriften of gaan over persoonlijke gebeurtenissen en ervaringen. Ik nodig je uit om rond te snuffelen in mijn studies en je voordeel er mee te doen. Je mag ze gerust kopiëren of delen maar dan wel graag met vermelding van de bron. Succes met studeren. Het staat je vrij om te reageren.


Studie: Hoe zit het met de wet?

Hoe zit het met de WET?

Wat is 'de wet'? Zijn het een aantal regels of gaat het dieper?
Voor wie is 'de wet'? Voor de Israëliet, voor de gemeente der eerstelingen of voor de Gemeente die het Lichaam van Christus is?
Dat wil ik laten zien in onderstaande studie.

Teksten komen uit de Herziene Staten vertaling, mits anders aangegeven.


Hier onder geef ik een schema weer van de brieven die Paulus geschreven heeft. Het is de chronologische volgorde van die brieven. Deze volgorde is anders dan in mijn Bijbel. Als ik de chronologische volgorde van de brieven aanhoud, wordt het onderwijs wat Paulus geeft een stuk duidelijker. 


Zie ook o.a. mijn studie: "Tegenstrijdigheden in de Bijbel"


Brieven van Paulus geschreven tijdens Handelingen Brieven van Paulus geschreven na Handelingen
Galaten in 49/57                   Efeze in 60/62             
1 Thessalonicenzen in 51/53 Kolossenzen in 60/62   
2 Thessalonicenzen in 51/53 Filemon in 60/62          
Hebreeën in 53                      Filippenzen in 61/62     
1 Korinthe in 55/57               1 Timotheüs in 64/67   
2 Korinthe in 55/57               Titus in 64/67              
Romeinen in 57/58                2 Timotheüs in 66/68  



In mijn online Bijbel zie ik dat de woordjes 'de wet' 91 keer voorkomen in de brieven die Paulus tijdens Handelingen heeft geschreven. In zijn brieven na Handelingen komen deze woordjes 7 keer voor. In de Evangeliën komen ze 19 keer voor en in de Jakobus brief 3 keer.
Het Oude Testament spant de kroon met 102 keer. Dat laatste is wel logisch. Het O.T. is de bedeling van de wet en de profeten.
Ook lees ik in het O.T. 3 keer over de 'tien woorden', en wel in Exodus 34: 28, Deuteronomium 4: 13 en 10: 4. In deze eerste twee teksten worden de 'tien woorden' in verband gebracht met het Verbond.
Dan vind ik nog 3 keer in het Oude Testament de woorden 'Mijn wetten' en wel in Genesis 26: 5, Exodus 16: 28 en in Ezechiël 44: 22. De woorden 'Mijn wetten' komen ook voor in Hebreeën 8: 10 en Hebreeën 10: 16. Daar kom ik later nog op terug.
Ik meen dat men in kerken spreekt over de 'tien geboden'.
Ik ga het niet zozeer hebben over de inhoud van de wet, maar meer over het gebruik van de wet. In veel kerken wordt regelmatig 'de wet' voorgelezen. 

De wet voor de Israëliet.

Ex.19: 6 – 8 6 En gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk, en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden, die gij tot de kinderen Israëls spreken zult. 7 En Mozes kwam en riep de oudsten des volks, en stelde voor hun aangezichten al deze woorden, die de HEERE hem geboden had. 8 Toen antwoordde al het volk gelijkelijk, en zeide: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen! En Mozes bracht de woorden des volks weder tot den HEERE. (SV)

Het volk beloofde te zullen doen wat de Heere gesproken had. Daarmee was het (Oude) Verbond een feit.

Ex.34:27 Verder zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf u deze woorden; want naar luid dezer woorden heb Ik een verbond met u en met Israël gemaakt.

De volledige wet der tien geboden is te lezen in o.a. Exodus 20: 1 – 17. In de volgende hoofdstukken na Exodus 20, Leviticus, Numeri en Deuteronomium staat heel veel beschreven over allerlei wetten. Deze wetten werden gegeven aan het volk Israël. Voordat Jozua sterft neemt hij de wetten nogmaals door met de Israëlieten in Jozua 24. Het volk belooft opnieuw, zoals ook in Exodus 19: 8 en nu zelfs tot drie keer toe, te zullen doen wat de Heere vraagt.

Jozua 24: 16, 21, 24 16 Toen antwoordde het volk en zeide: Het zij verre van ons, dat wij den HEERE verlaten zouden, om andere goden te dienen. 21 Toen zeide het volk tot Jozua: Neen, maar wij zullen den HEERE dienen. 24 En het volk zeide tot Jozua: Wij zullen den HEERE, onzen God, dienen, en wij zullen Zijner stem gehoorzamen. (SV)

Maar de praktijk laat zien dat dit toch wel heel erg moeilijk is om te gehoorzamen aan de wet. De Israëlieten falen regelmatig. Het wordt zelfs zo erg dat ze afgoden gaan dienen. God gaat Zijn volk straffen en ze gaan in ballingschap. Ze worden verstrooid. In de boeken Ezra en Nehemia keren een aantal Israëlieten terug naar hun land. In Ezra 3 lees ik dat zij de offers weer gingen brengen aan de Heere. Zij proberen Jeruzalem te herstellen als ook de Tempel (dit is dan de tweede tempel) (1) en de priesterdiensten. De feesten worden weer gevierd. In Nehemia 8 leest Ezra de wet voor en vieren ze het loofhutten feest.

De boeken 'Ezra' en 'Nehemia' zijn samen met Maleachi de laatste Bijbel boeken van het Oude Testament. (2)  

(1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Joodse_tempel

(2http://www.christipedia.nl/Artikelen/B/Bijbel/Chronologische_volgorde_der_bijbelboeken

Na deze laatste boeken is er ongeveer een stilte periode van 430 jaar. Dan lees ik van de geboorte van de Here Jezus in de evangeliën. God kijkt weer om naar zijn volk Israël. Hun Messias wordt geboren.

De wet in de evangeliën.

In de Evangeliën werd de wet volgens de voorschriften nageleefd.

Luk.2:22, 24 22 En toen de dagen van haar reiniging volgens de wet van Mozes vervuld waren, brachten zij Hem naar Jeruzalem om Hem de Heere voor te stellen, 24 en om een offer te brengen volgens wat gezegd is in de wet van de Heere, een paar tortelduiven of twee jonge duiven.

Joh.7:19 19 Heeft Mozes u niet de wet gegeven? En niemand van u doet de wet. Waarom probeert u Mij te doden?

Zie ook Mattheus 5: 21 – 44.

Math.5:17,18 17 Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. 18 Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is.

Als ik bovenstaande teksten goed lees dan geld de wet nog steeds. Want de aarde en hemel zijn nog niet voorbij gegaan. Dat gebeurt, naar mijn idee, als de nieuwe aarde en hemel er zijn.

De Here Jezus kwam niet om de wet af te schaffen, maar om te vervullen. Afschaffen, het woord zegt het al, is weg doen. Vervullen is volmaken, afmaken. Dan zou ik kunnen zeggen dat Christus de wet heeft afgemaakt. Hij heeft de wet zijn volle betekenis gegeven. (3)
De wet vervullen heeft ook te maken met het brengen van genade en waarheid zo lees ik in:

Joh.1:17 Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen. (Of geworden, zoals de SV schrijft.)
Wat dit inhoud lees ik verder in de Galaten en Romeinen brief.


(3) Bron: "De tekenen der tijden"

De wet voor de gemeente van de eerstgeborenen of eerstelingen.

Israëlieten die in de Handelingen periode tot geloof komen worden eerstelingen of eerstgeborenen genoemd. Dat is wel een begrijpelijke naam. Zij werden als eersten met heilige geest gevuld en kregen de taak om Israël en de omliggende volken in de oikoumene, dit zijn de landen rondom Israël, te vertellen dat het Koninkrijk van God komende was. De eerstelingen worden speciaal toegewijd aan de Heere zoals ook de eerstelingen van de gewassen in het Oude Testament toegewijd werden aan de Heere in o.a. Leviticus 32: 10 of Numeri 28:12.
Ook in de Handelingen periode werd de wet gehouden, net als in de evangeliën. Men hield de feesten in Handelingen 2: 1 en 20: 6, 7, 16. Men hield de sabbat in Handelingen 13: 4; 16: 13; 17: 2 en 18: 4. Men besneed in Handelingen 16: 13 en men legde de Nazireeër belofte af in Handelingen 18: 18 en 21: 23 – 26. Dit was niet alleen de uitkomst van het apostelconvent in Handelingen 15: 19 – 21 maar het was ook de praktijk van elke dag zoals blijkt uit:  

Hand.21:20 20 En toen zij dat gehoord hadden, prezen zij de Heere en zeiden tegen hem: U ziet, broeder, hoeveel duizenden Joden er zijn die geloven; en zij zijn allemaal ijveraars voor de wet.

Hand.25:8 8 Hij verdedigde zich en zei: Ik heb niet tegen de wet van de Joden, niet tegen de tempel, en ook niet tegen de keizer enige zonde bedreven. (3)

Ananias en Saffira kregen te maken met het oordeel van de wet omdat ze enkele geboden hadden overtreden. Het werd hun dood. Hadden zij zich maar verootmoedigd zoals staat in Romeinen 7: 24 en 25.
De Galaten brief is de eerste brief die Paulus schreef tijdens Handelingen. Daarin schrijft Paulus over de wet aan de Joden in:

Galaten 2: 15, 16, 20a 15 Wij, die van nature Joden zijn, en geen zondaars uit de heidenen, 16 weten dat een mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken van de wet, maar door het geloof in Jezus Christus. En ook wij zijn in Christus Jezus gaan geloven, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden uit het geloof van Christus en niet uit werken van de wet. Immers, uit werken van de wet wordt geen vlees gerechtvaardigd. 20a Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij;

Gal.3: 13, 19, 23 – 25 13 Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder die aan een hout hangt, 19 Waartoe dient dan de wet? Zij is eraan toegevoegd omwille van de overtredingen, totdat het Nageslacht zou gekomen zijn aan Wie het beloofd was; en zij is door engelen in de hand van de middelaar beschikt. 23 Voordat het geloof echter kwam, werden wij door de wet bewaakt, als gevangenen opgesloten, totdat het geloof geopenbaard zou worden. 24 Zo is dan de wet onze leermeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof gerechtvaardigd zouden worden. 25 Maar nu het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder een leermeester.

Ik lees hier hoe de wet eerst een vloek en leermeester was, die de overtredingen aan het licht bracht. Maar Christus heeft de wet vervuld, afgemaakt. Hij heeft de wet zijn volle betekenis gegeven. Al in het Oude Testament beloofde de Heere dat Hij de wetten in de harten van Israëlieten zou schrijven, zodat zij met vreugde de Heere zouden kunnen dienen. Dit noemt God het Nieuwe Verbond wat verbonden zal zijn met het huis van Israël en het huis van Juda in de dagen die komen, dit is de eeuw van het Koninkrijk.  
Jeremia 31: 31, 33  31 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal maken; 33 Maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israël maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.(SV)  

Jeremia 32: 40 En Ik zal een eeuwig verbond met hen maken, dat Ik van achter hen niet zal afkeren, opdat Ik hun weldoe; en Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, dat zij niet van Mij afwijken. (SV) (4)

(4) Zie ook mijn studie: "Het Oude en het Nieuwe Verbond".

Dit Nieuwe Verbond is begonnen met de uitstorting van heilige geest in Handelingen 2. Daarom kan Paulus in de Galaten brief schrijven over 'uit geloof gerechtvaardigd worden door Christus'. In Galaten 4 lees ik dat de gelovigen niet meer slaven zijn, zoals in het oude Verbond maar zonen en erfgenamen van God, door Christus. Dit is het Nieuwe Verbond, waarvan ik ook lees in:

Hebreeën 8: 8, 10, 13 8 Want hen berispende, zegt Hij tot hen: Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, en Ik zal over het huis Israëls, en over het huis van Juda een nieuw verbond oprichten; 10 Want dit is het verbond dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven en Ik zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. 13 Als Hij zegt: Een nieuw verbond, zo heeft Hij het eerste oud gemaakt; dat nu oud gemaakt is en verouderd, is nabij de verdwijning.

Hebreeën 10: 16 16 Want na eerst gezegd te hebben: Dit is het verbond, dat Ik met hen na die dagen zal sluiten, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun hart geven en Ik zal die in hun verstand schrijven,

Ook in de Romeinen brief wordt uitgebreid geschreven over de wet, zoals in Romeinen 3: 31, Romeinen 5: 13, Romeinen 6: 14 en 15, Romeinen 7: 1, 4, 6 – 13, 22 – 26 en Romeinen 8: 1 – 11.
In Romeinen 7: 1 lees ik ook over het heersen van de wet, als een leermeester dus, over de mensen. De wet doet de mensen ontdekken dat ze zondig zijn, zo schrijft Romeinen 7: 7. Er wordt in de Romeinen brief een hele worsteling beschreven, voortkomend uit de wet. Maar uiteindelijk is er het verlossende woord in: Romeinen 7: 24, 25 24 Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? 25 Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere.
Dit komt overeen met wat ik in de Galaten brief las.

Ik wil nog wel Romeinen 8: 9 aanhalen. Daar staat:

Romeinen 8: 9 Maar u bent niet in het vlees, maar in de Geest, wanneer althans de Geest van God in u woont. Maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, die is niet van Hem.

Romeinen 8: 9  Doch gijlieden zijt niet in het vlees, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe. (SV)
'Wanneer althans' en 'zo anders' is in de grondtekst: omdat, ofschoon, hoewel. Dat maakt wel enig verschil. 'Wanneer althans' geeft aan dat het niet zeker is dat de geest van God in iemand woont. Omdat, ofschoon en hoewel geven aan dat het om een feit gaat. Iemand is in de geest omdat de geest van God in hem woont (Bron: Online Bijbel)

Ik heb deze tekst altijd uit de Staten vertalingen gelezen en nooit kunnen begrijpen. Maar door mij eens goed in de grondtekst te verdiepen heeft dit een ander licht op deze tekst gegeven.

Samenvatting:

De wet is de bevestiging van het 'oude' Verbond. Israël ging met deze regels akkoord en beloofde ze te zullen gehoorzamen. Hadden ze zichzelf beter gekend, dan hadden ze mogelijk niet zo grootmoedig met deze belofte gereageerd. Wie zal zeggen hoe het dan gelopen was! Maar nu hield God ze aan hun belofte en rekende hen hier als het ware op af.
Toch wist God dat de wet door niemand volmaakt gehouden kon worden. De wet bracht alleen maar de ongerechtigheid aan het licht. Om af te rekenen met die ongerechtigheid kwam er een Nieuw Verbond. Dit kwam tot stand door het offer wat Christus bracht op het kruis van Golgotha. Wanneer iemand Zijn offer aannam dan werd dit die persoon tot gerechtigheid gerekend en hij werd vrijgesproken van het oordeel. Door te geloven in Christus Jezus werd de wet in het hart geschreven van die persoon en werd het een vreugde om de wet na te leven. Het Nieuwe Verbond wijst terug op het verbond wat God met Abraham sloot zie Hebr.11: 8 – 17. Dat was een verbond voor het volk Israël (het zand der zee) en een verbond voor de eerstgeborenen (de sterren des hemels). In dit laatste verbond werden ook gelovigen uit de volkeren opgenomen die door de prediking van Israël tot bekering en geloof waren gekomen. (4) Dit verbond was er dus al eerder dan het verbond van de wet.

Maar voorafgaand aan het nieuwe verbond was er nog een groep gelovigen die God op het oog had. Dat was de Gemeente die het lichaam van Christus vormt en waarvan Christus het Hoofd is. God had die Gemeente al van voor de grondlegging der wereld op het oog (5). Hoe staat de wet in verhouding met die Gemeente waarvan Christus het Hoofd is?

(5) Zie mijn studie: "Van of voor de grondlegging der wereld"

De wet voor de Gemeente, het Lichaam van Christus.

Efeze 2: 15 heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgedaan, namelijk de wet van de geboden, die uit bepalingen bestond, opdat Hij die twee in Zichzelf tot één nieuwe mens zou scheppen en zo vrede zou maken,


Kolossenzen 2: 14 en het handschrift dat tegen ons getuigde, uit te wissen. Dit handschrift was met zijn bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft dat uit het midden weggenomen door het aan het kruis te nagelen.

In Efeze 2: 15 lees ik dat Christus de wet teniet gedaan heeft, terwijl ik in Mattheus 5: 18 nog las dat er niet één jota en tittel van de wet voorbij zou gaan totdat de aarde en hemel voor bij zouden gaan. Hoe zit dat?

Zoals ik al eerder op dit blog heb uitgelegd is de Gemeente het Lichaam van Christus een tussengevoegde periode, een geheimenis door Paulus geopenbaard. Over deze bedeling van het geheimenis werd niet geprofeteerd in het Oude Testament. Het Oude Testament profeteert over het volk Israël. De geschiedenis van dit volk wordt verteld in de evangeliën en in Handelingen met de daarbij behorende brieven, door Paulus geschreven. Zie het schema bovenaan dit blog met de geel gekleurde brieven. Maar in Handelingen 28: 28 wordt de band van God met Zijn volk Israël doorgesneden nadat ze geweigerd hebben om hun Messias aan te nemen. Israël wordt Lo-ammi. Paulus mag het geheimenis openbaren aan gelovigen die bestaan uit Joden en uit de volkeren. Er is geen verschil meer tussen Jood en heiden en de wet is in deze periode teniet gedaan. Maar met deze periode werd dus niet gerekend in het Oude Testament. Handelingen sluit naadloos aan op Openbaring. Als God de draad in Openbaring weer opneemt met Zijn volk dan zal ook de wet weer in acht genomen worden.

Teniet gedaan is in het Grieks 'katargeo' en het betekent vernietigen. De wet is dus vernietigd. Dat is iets anders dan vervullen. Zeker, Christus heeft de wet vervuld, ook voor gelovigen die opgenomen zijn in het Lichaam van Christus. Maar de wet is voor deze bedeling vernietigd.

Betekent dit nu dat ik er maar op los kan leven? Zeker niet. Mijn levens standaard ligt hoger dan het gehoorzamen van de wet in het OT. Ik mag leven uit genade. Die genade begon al tijdens Handelingen en wordt beschreven in de brieven aan de Galaten en Romeinen. Maar deze genade gaat nog een stap verder. God heeft mij al lief gehad en verkoren van voor de grondlegging der wereld. En niet alleen mij, maar alle mensen. God wist dat Israël zijn taak als koningen en priesters in het Oude Testament, in de evangeliën en in Handelingen niet op zich zouden nemen. Dit gaat in de toekomst, in Openbaring wel gebeuren. Tot die tijd laat God de mensen in deze bedeling niet aan hun lot over. Hij voegt hen samen, door het geloof van Christus Jezus, in het ene Lichaam van Christus met Christus als Hoofd. En dit Lichaam wordt rijk gezegend. 

Efeze 1: 3 – 8 3 Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus, 4 omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde. 5 Hij heeft ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden, door Jezus Christus, in Zichzelf, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil, 6 tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde. 7 In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade, 8 die Hij ons overvloedig geschonken heeft, in alle wijsheid en bedachtzaamheid,

In deze bedeling is het van belang om God te erkennen als Schepper van Hemel en aarde en Christus als de verlosser die uit de dood is opgestaan om mij/ons het leven te geven. Wanneer ik mij dit realiseer zal ik niets liever doen dan God de Schepper en Verlosser eren en aanbidden. Het handschrift, de wet dus, wat tegen ons getuigde, zegt Kolossenzen 2: 14 is uitgewist. Betekent dat ik die hoge leven standaard elke dag volbreng? Nee, absoluut niet. Ik ben geen heilige in mij zelf. Maar ik mag, als het ware rusten, in het volbrachte werk van Christus. Hij heeft die hoge norm voor mij behaald. Christus is de Heilige waar in ik mag schuilen. Hij is mijn Geloof. Hij heeft niet gefaald en als ik wel gefaald heb mag ik dit belijden aan God de Vader en danken voor wat Christus gedaan heeft voor mij.
Moet ik in deze tijd, bedeling, de wet nog lezen? De hele Bijbel is voor ons, maar gaat niet altijd over ons. Ik mag de dingen beproeven die daarvan verschillen. De wet is leerzaam. Maar zonder genade die door Christus tot stand is gebracht is zij onbarmhartig. Uit en door die genade mag ik leven.


Geen opmerkingen: