Welkom op mijn blog.

Welkom op mijn blog. In 2014 ben ik begonnen met bloggen. Het maken van Bijbelstudies is voor mij belangrijk. Alleen horen en lezen beklijft niet. Het begrijpen gaat het beste door in het onderwerp te duiken en het op te schrijven. Ik besloot om het bestudeerde niet voor mezelf te houden maar te delen. De studies staan allemaal rechts op dit blog. Ze gaan over Bijbelse onderwerpen die mij aanspreken.

Verder probeer ik elke maand een blog te plaatsen. Zo'n stukje schrijf ik in eerste instantie voor het blad van de kerkelijke gemeenschap waar ik neer toe ga. Als het daar is verschenen deel ik het hier. Zo vang ik twee vliegen in één klap. De onderwerpen zijn uit Gods Woord, tijdschriften of gaan over persoonlijke gebeurtenissen en ervaringen. Ik nodig je uit om rond te snuffelen in mijn studies en je voordeel er mee te doen. Je mag ze gerust kopiëren of delen maar dan wel graag met vermelding van de bron. Succes met studeren. Het staat je vrij om te reageren.


Studie: "Openbaring 19"

Openbaring 19.

Deze studie is een vervolg oOpenbaring 1Openbaring 2Openbaring 3,  Openbaring 4Openbaring 5
Openbaring 6Openbaring 7Openbaring 8Openbaring 9Openbaring 10Openbaring 11Openbaring 12, 
Openbaring 13, Openbaring 14Openbaring 15Openbaring 16, Openbaring 17 en Openbaring 18.

In deze studie wil ik het boek Openbaring onderzoeken. Het centrale thema van het boek is 'de grote verdrukking' of ook wel 'de dag des Heeren'; zie Openbaring 1: 10. 

Ik ga tekst met tekst vergelijken en hoop er zo een beetje inzicht in te krijgen.
Van de 404 verzen zijn er 285 welke terug te vinden zijn in het Oude Testament. Ook zijn er regelmatig teksten uit de evangeliën in toepasbaar. Zo zie ik dat het Oude Testament, de evangeliën en Openbaring met elkaar verbonden zijn. De profetie wordt vervuld in de Openbaring van Jezus Christus.

In Openbaring staat het volk Israël centraal, maar ook de 'oikoumene' wat in de de grondtekst vertaald door 'bewoonde-wereld'. 'Oikoumene' komt 3 keer voor in Openbaring en wel in Openbaring 3: 10 / 12: 9 en 16: 14. In de Statenvertaling vertaald men het met 'de gehele wereld'. Toch gaat hier om een select gebied, de toenmalige bewoonde wereld, namelijk het oude Romeinse rijk. Dat bestond uit landen rond de Middellandse zee. Dat zijn de landen waarover het ook meestal in het Oude Testament ging en waar Paulus zijn zendingsreizen naar toe heeft gemaakt. Ik geloof dat de verzoeking, de grote verdrukkingzie mijn studie “De toekomst van de mens” deel 4 paragraaf 9.2, zich met name in dat gebied zal voltrekken. Mogelijk zal wel de wereld (kosmos; komt 3 keer voor in: Openbaring 11: 15 / 13: 8 en 17: 8er zijn invloed van ondervinden.

Het woordje 'aarde' komt 66 keer voor in Openbaring. Aarde is in de grondtekst 'gês'. En dat betekent: land. Vaak geeft men er de betekenis aan van de gehele aarde, alle landen. Het is erg verwarrend als er aarde staat, maar een land wordt bedoeld, met name het land Israël. 

De naam 'Johannes' is de Griekse vorm van het Hebreeuwse 'Jochanan'. Het betekent: De HERE is genadig.
Johannes heeft iets gezien en moet dit opschrijven. Voor Johannes is dit verleden tijd en daarom is het boek Openbaring in de verleden tijd geschreven. Maar ik geloof dat hetgeen Johannes heeft gezien toekomst is. Het is profetie; Openbaring 22: 19. Daarom schrijf ik mijn commentaar zoveel mogelijk in de onvoltooide tegenwoordige toekomende tijd: Het zal gebeuren.

Ik werk vanuit de Herziene Staten Vertaling, mist anders aangegeven. Ik maak gebruik van de grondtekstOok vervang of vul ik regelmatig stukje aan. Ik ga er niet vanuit dat deze studie volmaakt is.

Ik gebruik kleurtjes. Voor de teksten uit Openbaring gebruik ik een lichtblauwe kleur. Voor teksten die Openbaring aanvullen gebruik ik de kleur oranje. De aanhalingen en woorden uit de grondtekst kleur ik groen. Aanhalingen uit andere artikelen zijn lichtgeel. De blik in de hemel is blauw. De blik op de aarde is groen. De zegels zijn turquoiseDe engelen met bazuinen zijn roze. De weeën zijn donker geel. De plagen zijn grijs. Het kan zijn dat ik nog meer kleuren heb gebruikt, maar dat is vanzelf te zien. Het principe van de kleuren zal nu duidelijk zijn.

In Openbaring 4 – 20 kom ik 7 keer een afgewisselde blik tegen in de hemel en op aarde, te beginnen bij:

1e Blik in de hemel in hoofdstuk 4 en 5    
Hier gaat het over de troon, een boekrol, het Lam, de vier dieren en alle schepsel.                                          
1e Blik op de aarde in Openbaring 6: 1 – 7: 8.                                                 
Openbaring 6             Openen van de eerste zes zegelsBeschrijving van de grote verdrukking over Israël.
Openbaring 7: 4 – 8   De verzegeling van de 144000. 
2e Blik in de hemel in Openbaring 7: 9 – 8: 6
Openbaring 7: 9 – 17 Johannes ziet een grote menigte, die niemand tellen kan. 
Openbaring 8: 1         Opening van het zevende zegel met daarna een stilte in de hemel.
Openbaring 8: 2 – 6    Optreden van de 'andere' engel met oordelen. 
2e Blik op de aarde in Openbaring 8: 7 – 11: 14
Openbaring 8: 7         Optreden van de eerste vier engelen met bazuinen
Openbaring 8: 13       Aankondiging van de drie weeën
Openbaring 9             De vijfde en zesde engel blazen op de bazuinDeerste  twee weeën breken aan.
Openbaring 10           Verschijning van een andere engel. Johannes moet het boekje opeten en hij moet profeteren.
Openbaring 11: 1 – 14 Het is nog steeds de periode van de tweede wee. Optreden van de twee getuigen. 
                                 Derde wee wordt aangekondigd.
3e Blik in de hemel in Openbaring 11: 15 – 19a.
zevende engel blaast op de zevende bazuin
Het Koninkrijk van Christus wordt aangekondigd.
3e Blik op de aarde in Openbaring 11: 19b.
Er vinden oordelen plaats, zoals bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.
4e Blik in de hemel in Openbaring 12: 1 – 12.
Er verschijnen twee tekenen.
Vers 1: een vrouw die een Zoon baarde. 
Vers 3: een grote vuurrode draak.
4e Blik op de aarde in Openbaring 12: 13 – 13: 18. 
Openbaring 12: 13, 14 De draak wordt op aarde geworpen en vervolgt de vrouw en haar nageslacht. 
                                  De vrouw vlucht voor drieënhalf jaar naar de woestijn.
Openbaring 13: 1 – 18 Het derde wee is aangebroken. 
                                  Opkomst van het 1e beest, het antichristelijke rijk en het 2e beest, de valse profeet/antichrist.
5e Blik in de hemel in Openbaring 14: 1 – 5.
Het Lam zal staan op de berg Sion en met Hem de 144000 verzegelden, Zij hebben de naam van Zijn Vader op hun voorhoofd geschreven. Zij zingen een nieuw lied. Zij zijn maagden, eerstelingen en smetteloos.
5e Blik op de aarde in Openbaring 14: 6 – 20.
De drie engelen met hun boodschap (14: 6-13)
Eerste Engel: Brengt het eeuwig evangelie. 
Tweede Engel: Brengt het oordeel over Babel. 
Derde Engel: Brengt het oordeel over het beest en zijn aanbidders. 
Daarna komen er nog drie engelen. Zij zullen de tarwe en druiven oogsten.
6e Blik in de hemel in Openbaring 15: 1 – 8.
Johannes ziet een glazen zee met vuur. Daarbij staan de overwinnaars van het beest. Zij zingen het lied van Mozes.
De zeven laatste plagen worden aangekondigd.
6e Blik op de aarde in Openbaring 16: 1 – 18: 24
Openbaring 16: 1 – 21 De zeven gouden schalen worden uitgegoten over de aarde. 
Openbaring 17: 1 – 18 Het oordeel over de vrouw, grote hoer.
Openbaring 18: 1 – 24 Het oordeel over Babylon.
7e Blik in de hemel in Openbaring 19: 1 – 16.
Openbaring 19: 1 – 5   Het lied van de overwinning. Vers 6 – 10: De bruiloft van het Lam. 
Openbaring 19: 11–16 Johannes zag de hemel geopend met Christus gereed om te oordelen.
7e Blik op de aarde in Openbaring 19: 17 – 20: 15
Openbaring 19: 17–21 Het oordeel over de koningen, het beest, de valse profeet en de overigen.

Mijn bronnen voor deze studie zijn:

Het boek "Deze profetie" van de schrijver C.H. Welch.
De studie deel 27 van S. de Graaf.
De studie deel 28 van S. de Graaf.
Het artikel over "Het Woord van God" van Franklin ter Horst.  
Het artikel “Een lied op de val van Babylon” op de site van Franklin ter Horst.
Het artikel “De bruiloft van het lam” op de site van Franklin ter Horst.
Het artikel “Bruidegom en bruid” op de site “AMEN”.
Het artikel “Als de hemel opengaat” op de site “AMEN”.
De Bijbelvertaling op de site “Het Schriftwoord”.

1 En hierna hoorde ik een luide stem van een grote menigte in de hemel zeggen: Halleluja, de zaligheid, de heerlijkheid, de eer en de kracht zij aan de Heere, onze God.

Vanaf Openbaring 16 tot en met Openbaring 18 spelen de gebeurtenissen zich af op de aarde. Dat is tijdens de 6e blik op de aarde. In Openbaring 19 ben ik aangeland in de 7e blik in de hemel. Dit duurt tot en met vers 16. Johannes hoort voor de 17e keer een luide stem.

Luide stem is in de grondtekst 'phônên megalen'. Dit betekent: 'grote stem'. En zo wordt het ook vertaald in de Staten Vertaling. Het komt 19 keer voor in het boek Openbaring. In Deuteronomium 5: 22 heeft Jahweh met grote stem de verordeningen en bepalingen aan Mozes verteld. Mozes geeft dit door aan het volk Israël in de verzen 6 – 22. De Here Jezus sprak ook regelmatig met een luide megastem, o.a. in Mattheus 26: 47 en 50, Markus 15: 34 en 37. 
In Openbaring 12: 10, tijdens de 4e blik in de hemel, hoorde Johannes een luide stem in de hemel die het oordeel aankondigt wat in Openbaring 18 en in 19: 17 – 21 zal worden uitgevoerd.
Openbaring 12: 10 En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is gekomen de zaligheid, de kracht en het koninkrijk van onze God en de macht van Zijn Christus, want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is neergeworpen.

En hierna hoorde ik, dat is na de val van Babylon beschreven in Openbaring 18, een geluid als van een grote menigte in de hemel. De 'grote menigte' of 'grote schare' kom ik 28 keer tegen in het Nieuwe Testament en dan alleen in de evangeliën, Handelingen en 3 keer in Openbaring. Het verbindt deze boeken aan elkaar. Het maakt mij ook duidelijk dat de grote menigte duidt op een schare uit het volk Israël. Dat komt overeen met de doelgroep van het boek Openbaring, zie inleiding.

Die 'grote menigte' wordt in dit hoofdstuk genoemd in vers 1 en 6. Verder tijdens de 2e blik in de hemel in: 
Openbaring 7: 9, 10 9 Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand. 10 En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze God, Die op de troon zit, en van het Lam!

De grote menigte komen uit alle naties, stammen, volken en talen. Dit doet mij denken aan: 
Handelingen 2: 5 Nu woonden er Joden in Jeruzalem, godvrezende mannen uit alle volken die er onder de hemel zijn.
Het gaat dus om gelovigen uit alle naties. In de grondtekst staat: vanuit. Vanuit wil meer zeggen 'er tussen uit'. Deze grote menigte wordt, voor zover ik het kan zien, tussen de volkeren uit gehaald en verzameld. Daarom geloof ik dat het hier in eerste instantie gaat om verstrooide Israëlieten.

Ook moet ik hierbij denken aan Openbaring 5: 9 en 10. Daar staan, tijdens de 1e blik in de hemel, de vermoorde heiligen voor de troon van God. Ook zij komen uit uit elke stam, taal, volk en natie. Zij zullen als koningen en priesters regeren over de aarde. Zie verder het commentaar bij Openbaring 5: 10.
Openbaring 5: 9, 10 9 En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie. 10 En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde.

Deze grote menigte is al aan Abraham als nakomelingen beloofd in: Genesis 15: 5 Toen leidde Hij hem naar buiten en zei: Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn. Genesis 22: 17 zal Ik u zeker rijk zegenen en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren aan de hemel en als het zand dat aan de oever van de zee is. Uw nageslacht zal de poort van zijn vijanden in bezit hebben.

De grote menigte in de hemel zal zeggen: Halleluja, de zaligheid, de heerlijkheid, de eer en de kracht zij aan de Heere, onze GodZie ook vers 6. Deze aanbidding komt overeen met Openbaring 7: 10 en: Openbaring 12: 10 En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is gekomen de zaligheid, de kracht en het koninkrijk van onze God en de macht van Zijn Christus, want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is neergeworpen.

'Halleluja' komt in het Nieuwe Testament alleen voor in Openbaring 19: 1, 3, 4 en 6. Dat verbaasde mij, want het woord wordt door christenen toch regelmatig gebruikt. Verder komt het 22 keer voor in het Oude Testament, in de Psalmen. 
De eerste en laatste keer in: Psalm 104: 35 De zondaars zullen van de aarde verdwijnen, de goddelozen zullen er niet meer zijn. Loof de HEERE, mijn ziel! Halleluja! Psalm 150: 6 Laat alles wat adem heeft de HEERE loven. Halleluja!

Het wordt me duidelijk dat dit woord alleen gebruikt wordt in specifieke situaties zoals hier bij de val van Babylon met zijn satanische macht. Het is een overwinning voor God = Jehova = De Bestaande. Op de site “Ensie” lees ik: “Halleluja (ook wel Hallelujah SV) is een van oorsprong Hebreeuwse uitroep die 'Prijst God' betekent.”

'Zaligheid' is in de grondtekst 'sôtêria'. Dat betekent: redding. Die aanbidding vind ik ook weer in Openbaring 7: 10 en Openbaring 12: 10. De redding is van God.

'Heerlijkheid' is in de grondtekst 'doxa'. Het gaat om glorie, eer, lof en aanbidding.

'De eer' ontbreekt in de grondtekst.

In de evangeliën lees ik over dezelfde aanbidding van de Heere op het moment dat het Koninkrijk van God nabij zal zijn in: Mattheus 6: 13 En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen
Mattheus 24: 30 En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid.

2 Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig, omdat Hij de grote hoer geoordeeld heeft, die de aarde te gronde gericht heeft met haar hoererij, en omdat Hij het bloed van Zijn dienstknechten aan haar gewroken heeft.

De grote menigte in de hemel eert God omdat Zijn oordelen waarachtig en rechtvaardig zullen zijn. De Heere God alleen heeft het recht om te oordelen. Zie ook vers 9, 11 en: 
Psalm 119: 137 U bent rechtvaardig, HEERE, en al Uw oordelen zijn juist
Openbaring 3: 14 Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige Getuige, het begin van Gods schepping
Openbaring 15: 4 Wie zou U niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Immers, U alleen bent heilig. Want alle volken zullen komen en U aanbidden, want Uw oordelen zijn openbaar geworden
Openbaring 16: 7 En ik hoorde een ander bij het altaar vandaan zeggen: Ja Heere, almachtige God! Uw oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig.

God zal de grote hoer oordelen. Daarover lees ik in Openbaring 18. De grote hoer zal de aarde te gronde richten met haar hoererij. Dit ten gronde richten kan op twee manieren gebeuren namelijk door verleiding; 2 Korinthe 11: 14 of meer gewelddadiger in: 1 Petrus 5: 8 Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden. 
2 Korinthe 11: 14 En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht

Dat proces is al volop aan de gang: 1 Timotheüs 4: 1, 2 1 Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen, 2 door huichelarij van leugenaars, die hun eigen geweten als met een brandijzer hebben toe geschroeid
Openbaring 11: 18.... en Uw toorn is gekomen.... en om hen te vernietigen die de aarde vernietigden.

God zal de hoer Babylon oordelen, niet alleen omdat het de aarde te gronde zal richten, maar ook omdat Hij het bloed van Zijn dienstknechten aan haar zal wreken. Zie ook: 
Deuteronomium 32: 43 Juich, heidenen, met Zijn volk! Want Hij zal het bloed van Zijn dienaren wreken. Hij zal de wraak laten terugkomen op Zijn tegenstanders, en Zijn land en Zijn volk verzoenen
Jeremia 51: 24 Maar Ik zal aan Babel vergelden en aan al de inwoners van Chaldea al hun kwaad dat zij Sion aangedaan hebben voor uw ogen spreekt de HEERE
Openbaring 6: 9, 10 9 En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden. 10 En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen
Openbaring 17: 6 En ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van de heiligen, en van het bloed van de getuigen van Jezus. En ik was bovenmate verwonderd toen ik haar zag
Openbaring 16: 6 Aangezien zij het bloed van de heiligen en van de profeten vergoten hebben, hebt U hun ook bloed te drinken gegeven, want zij verdienen het
Openbaring 18: 6 Vergeld haar zoals zij ook u vergolden heeft, en vergeld haar dubbel naar haar werken. Schenk in de drinkbeker waarin zij voor anderen ingeschonken heeft, voor haar het dubbele in.

De volgelingen van het satanische bolwerk zullen zich nog proberen te verbergen, maar dat zal niet baten: 
Openbaring 6: 15 – 17 15 En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen. 16 En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. 17 Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?

Op de site van Franklin ter Horst lees ik dat er op verschillende plaatsten in de wereld bunkers zijn gemaakt voor de rijken van de aarde om in te vluchten als de grote catastrofe zal beginnen. Maar dat zal hen niet behoeden voor dit oordeel, zie vers 21 en: 
Jeremia 25: 33 De door de HEERE dodelijk gewonden zullen op die dag van het ene einde der aarde tot aan het andere einde der aarde liggen. Er zal over hen geen rouw bedreven worden, zij zullen niet verzameld en niet begraven worden: tot mest op de aardbodem zullen zij zijn.

3 En zij zeiden voor de tweede keer: Halleluja! En haar rook stijgt op in alle eeuwigheid.

Voor de 2e keer wordt er 'halleluja' gezegd door de grote menigte. Zie vers 1.
En de rook van Babylon zal opstijgen. Daarover lees ik in Openbaring 14: 11 / 18: 8, 17 en in: 
Psalm 37: 20 Maar de goddelozen komen om; de vijanden van de HEERE zijn als het kostbaarste van de lammeren: zij verdwijnen, in rook zullen zij verdwijnen
Openbaring 14: 11 En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid, en zij die het beest en zijn beeld aanbidden, hebben dag en nacht geen rust, evenmin als iemand die het merkteken van zijn naam ontvangt
Openbaring 18 : 8, 18 8 Daarom zullen op één dag haar plagen komen: dood, rouw en honger, en met vuur zal zij verbrand worden, want sterk is de Heere God, Die haar oordeelt. 18 en zij riepen toen zij de rook van haar verbranding zagen: Welke stad was aan deze grote stad gelijk?

Het zal een ander soort rook zijn als de rook van het reukwerk van het gouden altaar in de hemel in: 
Openbaring 8: 3, 4 3 En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan. Aan hem werd veel reukwerk gegeven, opdat hij dat samen met de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar vóór de troon zou leggen. 4 En de rook van het reukwerk steeg, met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God.

Deze rook van Babylon zal 'in alle eeuwigheid' opstijgen. 'In alle eeuwigheid' komt 13 keer voor in Openbaring: Openbaring 1: 6, 18 / 4: 9, 10 / 5: 13, 14 / 7: 12 / 10: 6 / 11: 15 / 14: 11 /15: 7 / 19: 3 / 20: 10 en 22: 5.

In de grondtekst staat: eis tous aiônas (165) ton aiônôn (165). Het betekent: Tot-in de eeuw van-de eeuwen. Dit wijst op een alles overtreffende trap van de eeuwen. God heeft al die eeuwen bestaan en zal verder alle eeuwen bestaan. God kan niet sterven; 1 Timotheüs 6: 16, Hij is 'De Bestaande' las ik in mijn online Bijbel van de Statenvertaling, de 'Ik Ben'. 
1 Timotheüs 6: 15, 16 15 De zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen en Heere der heren, zal Hem op Zijn tijd laten zien, 16 Hij Die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont; Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij eer en eeuwige kracht. Amen.

Eeuw (165) is in het Grieks 'aion' en het kan betekenen: eeuw, Messiaanse periode, nu of toekomst, levensduur, leven, aards leven, generatie, algemene loop der tijden, periode waarin de tastbare wereld bestaat, en toestand waarin deze wereld zich bevindt. Eeuwige (166) is in het Grieks ‘aionios’ en kan betekenen: van de eeuw, leven, generatie, bepaalde tijd met bepaald karakter, tijdgeest, eeuw, aards, leven, levenslang, vast, ook gebruikt voor gepasseerde tijd en toekomende tijd, voor altijd, wereld, begin, eeuwigdurend.

In onze vertalingen worden deze woorden door elkaar vertaald. Soms wordt 'aeon' door 'wereld' vertaald, zoals in Galaten 1: 4 en Titus 2: 12. Ik kan er absoluut geen overzicht in krijgen. Ik weet alleen dat 'eeuwig' te maken heeft met Gods 'plan van de eeuwen'. 'In alle eeuwigheid' hoeft niet altoosdurend te zijn, zie de betekenis van de woorden. Dat zorgt ook al weer voor verwarring.
'Eeuwigheid' duurt zolang er eeuwen en tijd is.

Ik tel in de Bijbel minstens vijf eeuwen. 
Galaten 1: 4 en Titus 2: 12: De huidige eeuw. Deze loopt vanaf de zondvloed.                                                
Prediker 1: 10: Twee eeuwen voor de huidige eeuw; Eén eeuw in Genesis 1: 1 en daarna de eeuw tot de zondvloed. 
Efeze 2: 7: Twee eeuwen na de huidige eeuw; De eeuw van het 1000 jarig Koninkrijk en daarna de eeuw van de nieuwe hemel en aarde. Elke eeuw wordt afgesloten met een oordeel, behalve de laatste eeuw.

Galaten 1: 4 Die Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons zou ontrukken aan de tegenwoordige slechte wereld (165 aeon eeuw), overeenkomstig de wil van onze God en Vader
Titus 2: 12 en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld (165 aeon eeuw) bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven, 
Prediker 1: 10 Is er iets waarvan men kan zeggen: Kijk eens, dat is nieuw? In de eeuwen die voor ons geweest zijn, is het er al geweest
Efeze 2: 7 opdat Hij in de komende eeuwen (165 aeonen eeuwen) de alles overtreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.

Wat voor eeuw / eeuwigheid wordt hier bedoeld? Ik geloof dat het hier gaat over de eeuw van het duizend jarig Koninkrijk, de eeuw waarvoor het boek Openbaring is geschreven. In die komende eeuw zal de rook opstijgen en zal men zien dat God rechtvaardig oordelen zal. De rook zou zomaar een waarschuwende werking kunnen hebben. Met de Here God valt niet te spotten.

4 En de vierentwintig ouderlingen en de vier dieren wierpen zich neer, aanbaden God, Die op de troon zit, en zeiden: Amen, Halleluja!

De vierentwintig ouderlingen kom ik ook tegen in Openbaring 4: 4, 10 / 5: 8, 14 en 11: 16. In Openbaring 4: 4 en 11: 16 zitten de ouderlingen op tronen rondom de troon van God. Openbaring 4: 4a En rondom de troon stonden vierentwintig tronen. En op de tronen zag ik de vierentwintig ouderlingen zitten,

De vier dieren kom ik tegen in Openbaring 4: 6, 8 / 5: 6, 8, 14 / 6: 1, 6 / 7: 11 / 14: 3 en 15: 7. Samen zullen zij zich neerwerpen en God aanbidden, Die op de troon zit, net zoals in: Openbaring 11: 16 En de vierentwintig ouderlingen, die voor God op hun troon zitten, wierpen zich met hun gezicht ter aarde en aanbaden God,

Amen: Het is zo. In Openbaring 6 worden de zegels geopend met rampen en oordelen. Hier is er een einde gekomen aan het openen van de zegels, blazen van de bazuinen, uitgieten van de schalen. Psalm 106: 43 – 48 42 Hun vijanden onderdrukten hen, zij werden vernederd onder hun hand. 43 Hij redde hen vele keren, zíj echter tergden Hem door hun plannen en raakten uitgeteerd door hun ongerechtigheid. 44 Toch zag Hij hun benauwdheid, toen Hij hun roepen hoorde. 45 Hij dacht hun ten goede aan Zijn verbond; Hij had berouw, naar Zijn grote goedertierenheid. 46 Daarom bewees Hij hun barmhartigheid bij allen die hen als gevangenen hadden weggevoerd. 47 Verlos ons, HEERE, onze God, breng ons bijeen vanuit de heiden volken, opdat wij Uw heilige Naam loven en ons beroemen in Uw lof. 48 Geloofd zij de HEERE, de God van Israël, van eeuwigheid tot eeuwigheid; laat heel het volk zeggen: Amen. Halleluja!

Halleluja! Zie vers 1 en 3.

Op de site "Het levende ware woord" lees ik: "In de volgende verzen wordt de Inauguratie en Bruiloft van Christus beschreven. Het beest en zijn stad hebben plaats gemaakt voor het Lam en Zijn stad. Lezen: 19: 5-9; Wij delen in een heerlijkheid van dezelfde soort in: Filip. 3: 20-21 + Kol. 1: 12-14."

5 En er kwam een stem uit de troon, die zei: Loof onze God, al Zijn dienstknechten, en die Hem vrezen, kleinen en groten!

Nadat er een luide stem van een grote menigte te horen zal zijn; vers 1, zal er een een stem uit de troon komen. In vers 10 wordt verteld dat die stem van een mede dienstknecht van Johannes en zijn broeders is. Het Koningschap van Christus is aanstaande. Het Amen en Halleluja zal worden gevolgd door die stem die zal zeggen: Loof onze God. 
Psalm 106: 48 Geloofd zij de HEERE, de God van Israël, van eeuwigheid tot eeuwigheid; laat heel het volk zeggen: Amen. Halleluja!
Psalm 107: 1, 2 1 Loof de HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. 2 Laten zo spreken wie de HEERE verlost heeft, die Hij verlost heeft uit de hand van de tegenstanders.

Al Zijn dienstknechten. Dienstknecht is in de grondtekst 'doulos'. Het betekent: slaaf, bediende met een contract. Dienstknechten komen 10 keer voor in mijn SV online Bijbel: In Openbaring 1: 1 / 2: 20 / 6: 15 / 7: 3 / 10: 7 / 11: 18 / 13: 16 / 19: 5, 18 en 22: 3, 6. In Openbaring 1: 1 gaat het over één dienstknecht, namelijk Johannes en in 15: 3 over Mozes. Als het over dienstknechten gaat, gaat het over Israëlieten zo lees ik in: 
Leviticus 25: 55 Want de Israëlieten behoren Mij als dienaren (SV dienstknechten) toe. Zij zijn Mijn dienaren, die Ik uit het land Egypte geleid heb. Ik ben de HEERE, uw God
Joël 2: 29 Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen zal Ik in die dagen Mijn Geest uitstorten.

In het Nieuwe Testament lijken de dienstknechten te bestaan uit gelovigen. Uit de tekst zal moeten worden opgemaakt om welke gelovigen het gaat. Het gaat over Petrus en Johannes in: Handelingen 4: 29 Nu dan, Heere, sla acht op hun bedreigingen en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw Woord te spreken,

In Openbaring zullen deze dienstknechten ook gelovige Israëlieten zijn, omdat ik meen dat het boek Openbaring geschreven is aan het volk Israël, zie ook de inleiding van deze studie. Openbaring 1: 1 Openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden,

De stem klinkt niet alleen aan de dienstknechten maar ook aan die Hem vrezen, kleinen en groten. Ik lees dezelfde uitdrukking in Psalm 22: 24 en in:
Openbaring 11: 18b en om het loon te geven aan Uw dienstknechten, de profeten, en aan de heiligen en aan hen die Uw naam vrezen, de kleinen en de groten. 
Psalm 22: 24 U die de HEERE vreest, loof Hem; alle nakomelingen van Jakob, vereer Hem; wees bevreesd voor Hem, alle nakomelingen van Israël.

Het is de vraag of met 'die Hem vrezen' een andere groep bedoeld wordt dan de dienstknechten. Het zou kunnen dat de dienstknechten vanuit hun hart geloven en die Hem vrezen met hun verstand vanuit een soort respect of mogelijk angst. In ieder geval worden allen uit het volk Israël, ook de kleinen en groten, mensen van alle rangen en standen, opgeroepen om God te loven: 
Psalm 115: 13 Hij zal zegenen wie de HEERE vrezen, de kleinen met de groten.

Vrezen, vreest of vrees komen niet voor in de latere brieven van Paulus.

6 En ik hoorde zoiets als een geluid van een grote menigte en als een gedruis van vele wateren en een geluid als van zware donderslagen: Halleluja, want de Heere, de almachtige God, is Koning geworden.

Johannes hoorde zoiets als een geluid van een grote menigte. In vers 1 hoorde hij de grote menigte in de hemel God aanbidden. De aanbidding lijkt hier door te gaan.
'Een geluid' is in de grondtekst 'phônên'. In vers 1 wordt 'phônên' in de grondtekst door 'stem' vertaald en in dit vers door 'geluid'. Het kan dus beiden betekenen. De Statenvertaling heeft het beide keren door 'stem' vertaald. In de Herziene Statenvertaling wordt 'phônên' hier door 'gedruis' vertaald en dat heeft te maken met de vele wateren wat een geluid van gedruis maken als het stroomt. De vertaling van 'gedruis' van vele wateren is niet consequent zoals ik kan zien in: 
Openbaring 14: 2 En ik hoorde een geluid uit de hemel, als een geluid van vele wateren en als het geluid van een zware donderslag

In Openbaring 1: 15 klinkt de stem van Christus als een geluid van vele wateren: Openbaring 1: 15 en Zijn voeten waren als blinkend koper, gloeiend gemaakt in een oven, en Zijn stem klonk als het geluid van vele wateren.

Het geluid wat Johannes hoort klinkt bovendien als een geluid als van zware donderslagen. Terwijl in Openbaring 6: 1, tijdens 1e blik op de aarde de donderslag het oordeel van de zegels aankondigt, wordt hier tijdens de 7e Blik in de hemel het Koningschap van Christus aangekondigd. 'Donderslagen' en 'donderslag' komen 14 keer voor in Openbaring en 1 keer in Johannes 12: 29. Donderslagen hebben te maken met oordelen.

Donder komt 12 keer voor in het Oude Testament. Donder is een beeld van oordeel. Dus mag ik de conclusie trekken dat de oordelen, uitgevoerd door God over Israël en de omliggende landen, (de oikoumene: Zie Openbaring 3: 10) zijn begonnen.

Zoals ten tijde van de profeet Samuël de donder en regen vrees voor God tot gevolg had voor het afgedwaalde volk Israël, zal dit in de toekomst hetzelfde resultaat hebben. Israël zal onder invloed van die vrees tot bekering komen en zij zullen de Heere dienen. Vrees hoeft niet perse angst te betekenen. Er zit ook een element van ontzag en respect in.

In Exodus 9: 23 gaat de donder gepaard met regen, hagel en vuur. In Jesaja 29: 6 met aardbeving, groot geluid, wervelwind en storm. 
1 Samuël 12: 17, 18 17 Ik zal tot de HEERE roepen, en Hij zal donder en regen geven. Besef dan en zie, dat uw kwaad, dat u voor de ogen van de HEERE gedaan hebt, groot is, omdat u een koning voor u verlangd hebt. 18 Toen Samuel de HEERE aanriep, gaf de HEERE donder en regen op die dag. Daarom werd heel het volk zeer bevreesd voor de HEERE en voor Samuel
Exodus 9: 23 Toen strekte Mozes zijn staf naar de hemel, en de HEERE gaf donder en hagel. Vuur schoot naar de aarde, en de HEERE liet hagel neerkomen op het land Egypte
Jesaja 29: 6 Door de HEERE van de legermachten zult u gestraft worden met donder, aardbeving en groot geluid, wervelwind, storm en de vlam van een verterend vuur.

Het Koningschap van Christus zal ook beginnen met oordelen, zie vers 2 en:
Openbaring 11: 18 En de volken zijn toornig geworden, en Uw toorn is gekomen en daarmee ook het tijdstip voor de doden om geoordeeld te worden, ..... en om hen te vernietigen die de aarde vernietigden
Openbaring 6: 1 En ik zag hoe het Lam het eerste van de zegels opende en ik hoorde een van de vier dieren met een stem als van een donderslag zeggen: Kom en zie!

Halleluja, want de Heere, de almachtige God, is Koning geworden. Zie Psalm 97.                                   
De aankondiging van dat Koningschap vind ik al in: Openbaring 11: 15 En de zevende engel blies op de bazuin, en er klonken luide stemmen in de hemel, die zeiden: De koninkrijken van de wereld zijn van onze Heere en van Zijn Christus geworden, en Hij zal Koning zijn in alle eeuwigheid.

Veel gelovigen menen dat de Here Jezus altijd al Koning is geweest en ze aanbidden hem als de Grote Koning. Maar hier lees ik dat Christus in de toekomst pas Koning zal worden, aan het einde van de grote verdrukking, als Babylon is gevallen. Dat zal dan ook voor iedereen zichtbaar worden.

7 Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt.

In dit vers wordt de aanbidding van vers 6 vervolgd. Het geluid van de menigte vervolgt: Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven. Die heerlijkheid zie ik terug bij het Nieuwe Jeruzalem, gereedgemaakt als een bruid: Openbaring 21: 11, 23, 24, 26 11 Zij had de heerlijkheid van God, en haar uitstraling was als een zeer kostbare edelsteen, als een kristalheldere steen jaspis. 23 En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp. 24 En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin. 26 En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties daarin brengen.

Hier in dit vers wordt eerst de heerlijkheid genoemd die aan Christus gegeven zal worden omdat de bruiloft van het Lam zal zijn gekomen. Nu is dat nog toekomst. Velen denken dat de Gemeente, het Lichaam van Christus 'de Bruid' is. In mijn studie “Wie is de Bruid” laat ik zien of dit klopt.

De bruiloft van het Lam zal komen en Zijn vrouw zal zich gereed maken. In vers 8 lees ik wat dit gereedmaken betekent. De bruid zal bestaan uit bewoners van Israël, het nieuwe heilige Jeruzalem: 
Openbaring 21: 2, 9, 10 2 En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. 9 En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam naar mij toe en hij sprak met mij en zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam, laten zien. 10 En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan.

De bruid, als hemels Jeruzalem zal bestaan uit Hebreeërs. Het zijn de eerstgeborenen uit: 
Hebreeën 12: 22 - 24 22 Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen, 23 tot een feestelijke vergadering en de gemeente van de eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten van de rechtvaardigen, die tot volmaaktheid zijn gekomen, 24 en tot de Middelaar van het nieuwe verbond, Jezus, en tot het bloed van de besprenging, dat van betere dingen spreekt dan dat van Abel.

De eerstgeboren komen overeen met de eerstelingen in: 
Romeinen 11: 16 En als de eerstelingen heilig zijn, dan het deeg ook, en als de wortel heilig is, dan de takken ook
Jakobus 1: 18 Overeenkomstig Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord van de waarheid, opdat wij in zeker opzicht eerstelingen van Zijn schepselen zouden zijn
Openbaring 14: 1, 4 1 En ik zag, en zie, het Lam stond op de berg Sion, en bij Hem honderd vierenveertigduizend mensen met op hun voorhoofd de Naam van Zijn Vader geschreven. 4 Zij zijn het die niet met vrouwen bevlekt zijn, want zij zijn maagden. Dezen zijn het die het Lam volgen waar Het ook naartoe gaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen, als eerstelingen voor God en het Lam.

8 En het is haar gegeven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen.

In vers 7 lees ik dat de bruiloft van het Lam is gekomen en dat de vrouw van het lam zich gereed heeft gemaakt. Hier lees ik wat dit gereedmaken zal inhouden namelijk: En het is haar gegeven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden. Zie ook vers 14 en: 
Jesaja 61: 10 Ik ben zeer vrolijk in de HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met klederen van heil, de mantel van gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan, zoals een bruidegom zich bekleedt met priesterlijk hoofdsieraad, en een bruid zich tooit met haar sieraden.

In Openbaring 15: 6 zijn het de zeven engelen die het linnen dragen:
Openbaring 15: 6 En de zeven engelen, die de zeven plagen hadden, kwamen uit de tempel, gekleed in smetteloos en blinkend linnen, en omgord om de borst met gouden gordels.

De Here Jezus werd na Zijn sterven in fijn lijnwaad gewikkeld en in het graf gelegd zo lees ik in Mattheus 27: 59 en in: 
Lukas 23: 53 En toen hij het van het kruis afgenomen had, wikkelde hij het in fijn linnen en legde het in een graf dat in een rots uitgehouwen was, waarin nog nooit iemand gelegd was.

Priesters droegen in Exodus 28 : 39 en 42 een linnen onderkleed en linnen broeken. 
Exodus 28: 39, 42 39 U moet vervolgens het onderkleed weven, van fijn linnen. U moet ook een tulband van fijn linnen maken, maar de gordel moet u van borduurwerk maken. 42 Vervolgens moet u linnen broeken voor hen maken om de schaamdelen te bedekken; ze moeten van de heupen tot op de dijen reiken
Leviticus 6: 10 De priester moet dan zijn linnen kleed aandoen en een linnen broek over zijn lichaam aantrekken.

De eerstelingen en eerstgeborenen (vers 7) uit het volk Israël zullen behoren tot 'de bruid'. Aan de oudtestamentische gelovige Israëlieten is beloofd dat zij 'priesters en koningen' zullen worden. Er zal een zelfde gereedmaken voor nodig zijn: 
Exodus 19: 6 U dan, u zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn. Dit zijn de woorden die u tot de Israëlieten moet spreken
Jesaja 61: 6 echter zult genoemd worden: priesters van de HEERE, men zal u noemen: dienaren van onze God
1 Petrus 2: 9 Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht,

Babylon staat tegenover de bruid Jeruzalem. In Openbaring 18: 12 zal er in Babylon fijn linnen te koop zijn en in vers 16 zal de stad Babylon bekleed zijn met fijn linnen. In Openbaring 17: 4 is de vrouw/hoer gekleed in scharlaken rood: Openbaring 17: 4 En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken

Want dit fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen. Gerechtigheden wordt in de grondtekst vertaald door 'rechtvaardigsheiddaden'. De Statenvertaling heeft het vertaald door 'rechtvaardigmakingen'. Het fijne linnen wordt gegeven aan de vrouw van het Lam als beloning voor rechtvaardige daden en gehoorzaamheid. Dat zie ik bijvoorbeeld terug in: 1 Johannes 3: 7 Lieve kinderen, laat niemand u misleiden. Wie de rechtvaardigheid doet, is rechtvaardig, zoals Hij rechtvaardig is
Openbaring 22: 11 Wie onrecht doet, laat hij nog meer onrecht doen. En wie vuil is, laat hij nog vuiler worden. En wie rechtvaardig is, laat hij nog meer gerechtvaardigd worden. En wie heilig is, laat hij nog meer geheiligd worden.

In Openbaring 2 en 3 is er zeven keer sprake van 'wie overwint'. Na die overwinning ontvangen de overwinnaars een bepaalde zegen. In Openbaring 3: 4 en 5 zijn dat witte kleren: 
Openbaring 3: 4, 5 4 Maar u hebt ook in Sardis enkele personen die hun kleren niet bevlekt hebben, en zij zullen met Mij wandelen in witte kleren, omdat zij het waard zijn. 5 Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.

De martelaren die lijden omwille van Gods Woord zullen witte kleren dragen in: Openbaring 6: 9 En aan ieder van hen werd een lang wit gewaad gegeven. En tegen hen werd gezegd dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het aantal van hun mede dienstknechten en hun broeders, die evenals zij gedood zouden worden, volledig zou zijn geworden.

De andere overwinningszegeningen zijn te vinden in Openbaring 2: 7, 11, 17, 26 / 3: 5, 12, 21 en 21: 7. Al met al is het duidelijk dat het hierom gelovige Israëlieten gaat. Behalve genade zullen de Israëlieten ook gehoorzaam moeten zijn en overwinnen.

In de bedeling waar ik in leef worden we enkel behouden door genade die, als het goed is, uitnodigt tot geloof en vertrouwen in het Woord van God: Galaten 3: 11 En dat door de wet niemand gerechtvaardigd wordt voor God, is duidelijk, want de rechtvaardige zal uit het geloof leven
Efeze 2: 8, 9 8 Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; 9 niet uit werken, opdat niemand zou roemen.

9 En hij zei tegen mij: Schrijf: Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam. En hij zei tegen mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God.

De stem uit de troon in vers 5, zei tegen mij: Schrijf: Die opdracht krijgt Johannes 12 keer in Openbaring. Zie ook vers 10. Alleen in Openbaring 10: 4 krijgt hij de opdracht iets niet op te schrijven, maar te verzegelen.

Hier moet Johannes schrijven: Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam. Wie dit zullen zijn, daarover zijn de meningen verdeeld. Het is niet de Bruid. De bruid is het heilige Jeruzalem, zie vers 7. De Bruid breng ik in verband met de eerstgeboren uit Hebreeën 11: 28 en de eerstelingen uit: 
Openbaring 14: 4 Zij zijn het die niet met vrouwen bevlekt zijn, want zij zijn maagden. Dezen zijn het die het Lam volgen waar Het ook naartoe gaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen, als eerstelingen voor God en het Lam
Hebreeën 11: 28 Door het geloof heeft hij het Pascha ingesteld en het besprenkelen met het bloed, opdat de verderver van de eerstgeborenen hen niet zou treffen.

In Lukas 22: 29 en 30 lees ik over de 12 discipelen die zullen eten en drinken aan de tafel van Christus in Zijn Koninkrijk. Zij zijn ook geroepen maar ik heb niet het idee dat zij hier worden bedoeld. 
Lukas 22: 29, 30 29 En Ik beschik u het Koninkrijk, zoals Mijn Vader dat aan Mij beschikt heeft, 30 opdat u eet en drinkt aan Mijn tafel in Mijn Koninkrijk en op tronen zit en de twaalf stammen van Israël oordeelt.

In Mattheus 20: 16 lees ik dat er velen geroepen zijn, maar weinig uitverkoren. Dat lijkt dichter in de buurt te komen. Hoe het komt dat er velen geroepen zijn maar weinig uitverkoren lees ik in: 
Mattheus 22: 2 – 10 2 Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een zeker koning die voor zijn zoon een bruiloft bereid had, 3 en hij stuurde zijn slaven eropuit om de genodigden voor de bruiloft te roepen. Maar zij wilden niet komen. 4 Opnieuw stuurde hij slaven eropuit, andere, en hij zei: Zeg tegen de genodigden: Zie, ik heb mijn middagmaal gereedgemaakt; 5 Maar zij sloegen er geen acht op en gingen weg, de één naar zijn akker, de ander naar zijn zaken. 7 Toen de koning dat hoorde, werd hij boos. En hij stuurde zijn legers, bracht die moordenaars om en stak hun stad in brand. 8 Toen zei hij tegen zijn slaven: De bruiloft is wel bereid, maar de genodigden waren het niet waard. 9 Ga daarom naar de kruispunten van de landwegen en nodig er voor de bruiloft zovelen uit als u er maar zult vinden. 10 En die slaven gingen naar de wegen, verzamelden allen die zij vonden, zowel slechte als goede mensen; en de bruiloftszaal werd gevuld met gasten
Mattheus 20: 16 Zo zullen de laatsten de eersten zijn, en de eersten de laatsten; want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.

Johannes de doper noemt zichzelf de vriend van de bruidegom in: Johannes 3: 29 Wie de bruid heeft, is de bruidegom, maar de vriend van de bruidegom, die erbij staat en hem hoort, verblijdt zich zeer over de stem van de bruidegom.

En hij zei tegen mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God. Zie vers 2, 11 en: 
Openbaring 21: 5 En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar
Openbaring 22: 6a En hij zei tegen mij: Deze woorden zijn betrouwbaar en waarachtig.

10 En ik viel voor zijn voeten neer om hem te aanbidden, maar hij zei tegen mij: Pas op dat u dat niet doet! Ik ben een mede dienstknecht van u en van uw broeders, die het getuigenis van Jezus hebben. Aanbid God. Het getuigenis van Jezus is namelijk de geest van de profetie.

En Johannes viel voor de voeten neer om hem, de stem uit de troon van vers 5, te aanbidden.
Mogelijk is die stem van dezelfde engel, boodschapper als in: 
Openbaring 17: 1a En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, kwam en sprak met mij

Maar hij zei tegen mij (Johannes): Pas op dat u dat niet doet! In de grondtekst staat: Zie! toch niet. De Statenvertaling heeft: “Zie, dat gij dat niet doet;”.

De mede dienstknecht van u en van uw broeders gebood Johannes om God te aanbidden, zoals ook in:
Openbaring 22: 8, 9 8 En ik, Johannes, ben het die deze dingen gezien en gehoord heb. En toen ik ze gehoord en gezien had, viel ik neer om te aanbidden voor de voeten van de engel die mij deze dingen liet zien. 9 En hij zei tegen mij: Pas op dat u dat niet doet! Want ik ben een mede dienstknecht van u en van uw broeders, de profeten, en van hen die de woorden van dit boek in acht nemen. Aanbid God.

Het zijn de broeders van Johannes en natuurlijk ook Johannes zelf, die het getuigenis van Jezus hebben. Deze uitdrukking komt vijf keer voor in mijn online Bijbel: In Openbaring 1: 2, 9 / 12: 17 / 20: 4 en hier. In de grondtekst staat: Hebbende de getuigenverklaring van-Jezus. Dit betekent dat de broeders vertrouwen op de woorden die Christus gesproken heeft: 
Openbaring 6: 9 En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden
Openbaring 11: 3a 7a 3a En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, 7a En wanneer zij hun getuigenis volbracht hebben,
Openbaring 11: 12a En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis,

Het getuigenis van Jezus is namelijk de geest van de profetie. Ik lees in studie 28 op de site van “Het levende ware woord”: “Dit kan het volgende betekenen: • De grondslag van Openbaring is te vinden in het getuigenis van Jezus, dat zijn dan de woorden die Hij sprak. Denk aan de gelijkenissen over het Koninkrijk en de rede over de laatste dingen; 
• De profetie kan alleen bestaan en kracht hebben op grond van het verlossende werk van Jezus; 
• Jezus is de vervulling van de wet en de profeten en ook van deze nieuwe profetie.” 
Hebreeën 1: 1, 2 1 Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon, 2 Die Hij Erfgenaam gemaakt heeft van alles, door Wie Hij ook de wereld gemaakt heeft.

11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid.

De verschijning van Jezus Christus zal vanaf dit vers tot en met vers 16 plaatsvinden.

En ik zag. In de grondtekst staat: en ik-nam-waar. De uitdrukkingen 'en ik zag' of 'wat u hebt gezien' en 'hierna zag ik' komen in mijn online Bijbel in Openbaring ongeveer 50 keer voor en 30 keer in het Oude Testament. Wel bijzonder dat het niet in de evangeliën, Handelingen (slechts 1 keer in Handelingen 26: 16) en de brieven van de apostelen voorkomt. Blijkbaar is 'iets zien' alleen bedoeld voor het Oude Testament en voor de toekomst. Dit mag een aanwijzing zijn voor onze tijd waarin men meent ook beelden en visioenen te moeten zien. Zie verder Openbaring 1: 19.

Johannes nam een geopende hemel waar. In Openbaring 4: 1 zag Johannes een geopende deur in de hemel. In Openbaring 11: 19 en 15: 5 wordt de tempel in de hemel geopend. 
Openbaring 4: 1 Hierna zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel
Openbaring 11: 19 En de tempel van God in de hemel werd geopend en de ark van Zijn verbond werd zichtbaar in Zijn tempel
Openbaring 15: 5 En daarna zag ik, en zie, de tempel van de tent van de getuigenis in de hemel werd geopend.

Ezechiël zag een geopende hemel van waaruit hij visioenen te zien kreeg in: Ezechiël 1: 1b toen ik te midden van de ballingen aan de rivier de Kebar was, gebeurde het dat de hemel geopend werd en ik visioenen van God kreeg te zien

De open hemel staat sowieso altijd in verbinding met de heerlijkheid van Christus. Stefanus zag een open hemel in: Handelingen 7: 56 En hij zei: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande aan de rechterhand van God. 
Petrus zag in Handelingen 10: 11 een laken met onreine dieren daaruit komen: 
Handelingen 10: 11a En hij zag de hemel geopend.

Als laatste lees ik over de geopende hemel bij de Here Jezus in Lukas 3: 21 en:
Mattheus 3: 16, 17 16 En nadat Jezus gedoopt was, kwam Hij meteen op uit het water; en zie, de hemelen werden voor Hem geopend, en Hij zag de Geest van God als een duif neerdalen en op Zich komen. 17 En zie, een stem uit de hemelen zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb
Lukas 3: 21 En het geschiedde, toen al het volk gedoopt was, en Jezus ook gedoopt was en aan het bidden was, dat de hemel geopend werd,

In Jesaja 51: 6 staat dat de hemel als rook zal verdwijnen. Mattheus 24: 35 zegt dat de hemel voorbij zal gaan. 
Jesaja 51: 6a Sla uw ogen op naar de hemel en aanschouw de aarde beneden, want de hemel zal verdwijnen als rook,
Mattheus 24: 35 De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan.

Verder lees ik in Openbaring 6: 14 dat de hemel terug zal wijken als een boekrol. Wat dat teweegbrengt bij de mensen lees ik in de verzen 15 - 17.
Openbaring 6: 14 - 17 14 En de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold. En alle bergen en alle eilanden werden van hun plaats gerukt. 15 En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen. 16 En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. 17 Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?

Er zal dus een groep mensen zijn die liever sterft. Misschien denken ze dat ze zo onder de oordelen en de toorn van het Lam uitkomen. Zij wilden Hem niet erkennen als Zoon van God en als Verlosser. Triest is dat. 

Toch lees ik ook andere dingen in Gods Woord namelijk in:   
Jesaja 45: 23 Ik heb gezworen bij Mijzelf uit Mijn mond is in gerechtigheid een woord uitgegaan en het zal niet terugkeren dat voor Mij elke knie zich zal buigen, elke tong bij Mij zal zweren
Romeinen 14: 11 Want er staat geschreven: Zo waar als Ik leef, zegt de Heere: Voor Mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God belijden
Filippenzen 2: 10 opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn,
Hier maak ik uit op dat er een heel aantal mensen zullen zijn die onder de indruk zullen komen van wat zij zien in de geopende hemel. Mogelijk vallen zij overweldigd in aanbidding neer voor Koning Christus en zullen het eeuwige evangelie aannemen: Openbaring 14: 6, 7 6 En ik zag een andere engel, die hoog aan de hemel vloog. En hij had het eeuwige Evangelie, om dat te verkondigen aan hen die op de aarde wonen, en aan elke natie, stam, taal en volk. 7 En hij zei met een luide stem: Vrees God en geef Hem eer, want het uur van Zijn oordeel is gekomen. En aanbid Hem Die de hemel, de aarde, de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.

In Openbaring 9: 2 zal, geheel in tegenstelling tot dit vers, de put van de afgrond worden geopend. Daaruit komen sprinkhanen welke een beeld zijn van demonen. Zie het commentaar bij dat gedeelte
Openbaring 9: 2 En hij opende de put van de afgrond, en er steeg rook op uit de put als rook van een grote oven. En de zon en de lucht werden verduisterd door de rook van de put.

Dit alles gaat vooraf aan datgene wat Johannes verder zag, een geopende hemel met een wit paard. En Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. Deze namen passen bij de Here Jezus Christus. Degene die op het paard zal zitten kan niemand anders dan Christus zijn die zal komen met grote macht en heerlijkheid uit de geopende hemel: 
Jesaja 33: 17 Uw ogen zullen de Koning aanschouwen in Zijn schoonheid.

In Openbaring 6: 2 ziet Johannes een ruiter, ook op een wit paard, maar dan van de antichrist, de verleider en na-aper. 
Openbaring 6: 2 En ik zag en zie, een wit paard, en Hij Die erop zat, had een boog. En Hem was een kroon gegeven en Hij trok uit, overwinnend en om te overwinnen.

En Hij, Christus, zal oordelen en oorlog voeren in gerechtigheid. Zie vers 2 en Jesaja 11: 1 – 5. Mattheus 24: 30 en Openbaring 11: 15 en 18 zullen in vervulling gaan; 
Mattheus 24: 30 En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid
Openbaring 11: 15, 18 15 En de zevende engel blies op de bazuin, en er klonken luide stemmen in de hemel, die zeiden: De koninkrijken van de wereld zijn van onze Heere en van Zijn Christus geworden, en Hij zal Koning zijn in alle eeuwigheid. 18 En de volken zijn toornig geworden, en Uw toorn is gekomen en daarmee ook het tijdstip voor de doden om geoordeeld te worden, en om het loon te geven aan Uw dienstknechten, de profeten, en aan de heiligen en aan hen die Uw naam vrezen, de kleinen en de groten, en om hen te vernietigen die de aarde vernietigden
Jesaja 11: 1 – 5 1 Want er zal een Twijgje opgroeien uit de afgehouwen stronk van Isaï, en een Loot uit zijn wortels zal vrucht voortbrengen. 2 Op Hem zal de Geest van de HEERE rusten: de Geest van wijsheid en inzicht, de Geest van raad en sterkte, de Geest van de kennis en de vreze des HEEREN. 3 Zijn ruiken zal zijn in de vreze des HEEREN. Hij zal niet oordelen naar wat Zijn ogen zien en Hij zal niet vonnissen naar wat Zijn oren horen. 4 Hij zal de armen recht doen in gerechtigheid en de zachtmoedigen van het land zal Hij met rechtvaardigheid vonnissen. Maar Hij zal de aarde slaan met de roede van Zijn mond en met de adem van Zijn lippen zal Hij de goddeloze doden. 5 Want gerechtigheid zal de gordel om Zijn heupen.

Op de site “Schriftwoord” lees ik over dit vers: ”Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch”.
Zet deze scene tegenover Zijn intrede in Jeruzalem (Matt. 21: 1-9 enz). Daar stelde Hij Zichzelf voor als hun Koning, onaanzienlijk, gezeten zoals een arme boer zou rijden. Nu komt Hij zittend op een wit paard. In het oosten is het een teken van waardigheid als men op een wit dier rijd, zeker een paard. Dit wordt alleen aan de hoogsten in rang toegestaan. Er is een andere tegenstelling tussen deze Ruiter en de valse messias onder het eerste zegel (6: 2), wiens overwinningen werden gevolgd door oorlog, hongersnood en pestziekten. Deze strijd wordt gevolgd door duizend jaren van vrede en overvloed en welvaart. De pseudo-messias zal ontrouw en vals zijn; deze Ruiter is Trouw en Waar.
Deze opening staat in contrast met de open deur (4: 1) waarmee de Troonsectie begint. Vandaag is er geen communicatie tussen hemel en aarde. Wanneer het oordeel begint is het nog steeds beperkt, zoals aangegeven door het beeld van een open deur, maar wanneer deze Ruiter naar voren komt, wordt de hemel zelf geopend, aantonend dat, eindelijk, de barrières tussen hemel en aarde zijn verwijderd.
Dit is de heerlijke komst waar heel Zijn aardse naar heeft verlangd, en over wie de profeten vaak hebben gesproken. Vergelijk deze passage met Jesaja (63: 1-6), die ons herinnert aan de wijnoogst (14: 17-20), die een ander aspect van deze zelfde scene schijnt te zijn, want ze worden gecombineerd in de vraag: "Waarom zijt Gij rood aan Uw gewaad, en Uw klederen als van een, die in de wijnpers treedt? (Jes. 63:2 SV).

12 En Zijn ogen waren als een vuurvlam en op Zijn hoofd waren vele diademen. Hij had een naam, die opgeschreven was, en die niemand kent dan Hijzelf.

In vers 11 zag ik al dat het hier om Christus gaat die met grote macht uit de geopende hemel zal komen om te oordelen. In dit vers wordt Hij beschreven met ogen als een vuurvlam. Dat zie ik ook in: 
Openbaring 2: 18 En schrijf aan de engel van de gemeente in Thyatira: Dit zegt de Zoon van God, Die ogen heeft als een vuurvlam en voeten als blinkend koper
Openbaring 1: 14 en Zijn hoofd en haar waren wit, als witte wol, als sneeuw, en Zijn ogen waren als een vuurvlam

Vuur is een beeld van oordeel. Zie onder anderen: 
Openbaring 20: 9b Maar er daalde vuur van God neer uit de hemel en dat verslond hen
Openbaring 18: 8 Daarom zullen op één dag haar plagen komen: dood, rouw en honger, en met vuur zal zij verbrand worden, want sterk is de Heere God, Die haar oordeelt
2 Petrus 3: 12 u, die de komst van de dag van God verwacht en daarnaar verlangt, de dag waarop de hemelen, door vuur aangestoken, zullen vergaan en de elementen brandend zullen wegsmelten.

De vele diademen op het Hoofd van Christus komen alleen in dit vers voor. Diademen spreken van een kroning. Dat zal ook gebeuren met Christus. Hij zal de 'Koning der koningen en Heere der heren' worden, zie vers 16. In Openbaring 14: 14 lees ik over de Mensenzoon met op Zijn Hoofd een gouden kroon. 
Openbaring 14: 14 En ik zag, en zie, een witte wolk, en op de wolk zat Iemand als een Mensenzoon, met op Zijn hoofd een gouden kroon en in Zijn hand een scherpe sikkel.

Dat is een heel verschil met Zijn 'kroning' in Markus 14: 19 en Johannes 19: 1 en 2. Zie ook Mattheus 27: 29, 30 en 37. Deze eerste 'kroning' was nodig voor mens en wereld. 
Johannes 19: 1, 2 1 Toen nam Pilatus dan Jezus en geselde Hem. 2 En de soldaten vlochten een kroon van doornen en zetten die op Zijn hoofd, en zij deden Hem een purperen bovenkleed om
Markus 14: 19 En zij sloegen op Zijn hoofd met een rietstok en bespuwden Hem en zij vielen op de knieën en aanbaden Hem.

Ook zie ik dat de draak en het beest, als als na-apers en verleiders, de diademen dragen in: 
Openbaring 12: 3 En er verscheen een ander teken in de hemel. En zie: een grote vuurrode draak met zeven koppen en tien horens. En op zijn koppen zeven diademen
Openbaring 13: 1a En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien horens had, en op zijn horens waren tien diademen,

Christus zal een naam hebben, die opgeschreven is, en die niemand kent dan Hijzelf
In het boek “Deze profetie” lees ik dat deze onbekende naam te maken kan hebben met dat niemand de betekenis kan doorgronden van de naam welke de Heer ontvangen zal. Ik lees in: 
Richteren 13: 17, 18 17 En Manoach zei tegen de Engel van de HEERE: Wat is Uw Naam? Dan kunnen wij U eren, wanneer Uw woord uitkomt. 18 Maar de Engel van de HEERE zei tegen hem: Waarom vraagt u zo naar Mijn Naam? Die is immers wonderlijk
Jesaja 62: 2 De heiden volken zullen uw gerechtigheid zien en alle koningen uw luister; u zult met een nieuwe naam genoemd worden, die de mond van de HEERE bepalen zal
Kolossenzen 1: 15 Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping
Filippenzen 2: 8, 9, 10 8 En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. 9 Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, 10 opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn,

Zie verder vers 11, 13 en 16 waar ik respectievelijk de namen 'getrouw en waarachtig', het 'Woord van God', 'Koning der koningen en Heere der heren' vind.

13 En Hij was bekleed met een in bloed gedoopt bovenkleed, en Zijn naam luidt: Het Woord van God.

En Hij was bekleed met een in bloed gedoopt bovenkleed. 'Gedoopt' is in de grondtekst 'bebammenon'. Dit betekent: ondergedompeld. Hier gaat het niet over Christus die Zijn bloed heeft gestort voor onze zonden. Hier gaat het om Christus die oordeelt en oorlog voert in gerechtigheid; vers 2, 11 en 15. Het bovenkleed van Christus zal gedompeld worden in het bloed van de vervolgers van Zijn dienstknechten: 
Jesaja 63: 1b – 4, 6 1b Ik ben het, Die spreek in gerechtigheid, Die machtig ben om te verlossen. 2 Waarom is dat rood aan Uw gewaad, en is Uw kleding als die van iemand die de wijnpers treedt? 3 Ik heb de pers alleen getreden; er was niemand uit de volken met Mij. Ik heb hen vertreden in Mijn toorn, hen vertrapt in Mijn grimmigheid. Hun bloed is op Mijn kleding gespat, heel Mijn gewaad heb Ik besmet. 4 Want de dag van de wraak was in Mijn hart, het jaar van Mijn verlosten was gekomen. 6 Ik heb de volken vertrapt in Mijn toorn, Ik heb hen dronken gemaakt in Mijn grimmigheid, Ik heb hun bloed ter aarde doen neerdalen.

En Zijn naam luidt: Het Woord van God. Dit is de tweede naam van Christus die in dit hoofdstuk genoemd wordt. De eerste staat in vers 11 en de derde in vers 16. In vers 12 wordt geschreven over een 'naam die niemand kent dan Hijzelf'.
Over de naam 'het Woord van God' lees ik ook in: 
Johannes 1: 1- 4, 14 1 In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Dit was in het begin bij God. 3 Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. 4 In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. 14 En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid.
Openbaring 1: 2 Deze heeft van het Woord van God getuigd en van het getuigenis van Jezus Christus, alles wat hij gezien heeft.
Openbaring 6: 9 En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God, en omwille van het getuigenis dat zij hadden.

14 En de legers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed in fijn linnen, wit en smetteloos.

En de legers in de hemel volgden Hem op witte paarden. Christus zal met een wit paard komen; vers 11, maar Zijn legers ook. Terwijl de (engelen?) legers gekleed in fijn linnen, wit en smetteloos zullen zijn, zal het kleed van Christus in bloed gedoopt zijn lees ik in vers 13. Christus zal de strijd voeren tegen de tegenstanders en overwinnen, alleen IN en door HEM is overwinnen mogelijk:
Kolossenzen 2: 15 Hij heeft de overheden en de machten ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd
Openbaring 5: 5 En een van de ouderlingen zei tegen mij: Huil niet. Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn zeven zegels te verbreken.

15 En uit Zijn mond kwam een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de heiden volken zou slaan. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf. En Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmige toorn van de almachtige God.

En uit de mond van Christus, die op het witte paard zal zitten; vers 11, zal een scherp zwaard komen. Het zwaard is in de Bijbel een beeld van Gods Woord zo lees ik in Efeze 6: 17 en in: 
Hebreeën 4: 12 Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hartEfeze 6: 17 En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord,

Dit scherpe zwaard ben ik al tegengekomen in Openbaring 1: 16 en 2: 12. 
Openbaring 1: 16 En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand en uit Zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn gezicht was zoals de zon schijnt in haar kracht
Openbaring 2: 12 En schrijf aan de engel van de gemeente in Pergamus: Dit zegt Hij Die het tweesnijdende, scherpe zwaard heeft:

Met dat scherpe zwaard zal Christus de heiden slaan. Dat kan Christus op twee manieren doen, door Zijn Woord of fysiek. Beide oordelen komen voor in: 
2 Thessalonicenzen 2: 8 En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst;

Bij het fysieke oordeel denk ik aan: En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf. Zie ook: 
Openbaring 12: 5a En zij baarde een Zoon, een mannelijk Kind, dat alle heiden volken zal hoeden met een ijzeren staf.
Psalm 2: 9 U zult hen verpletteren met een ijzeren scepter, U zult hen in stukken slaan als aardewerk.

Het hoeden met een ijzeren roede kan ook met woorden zijn zoals ik zie in: 
Jesaja 11: 4b Maar Hij zal de aarde slaan met de roede van Zijn mond en met de adem van Zijn lippen zal Hij de goddeloze dodenJesaja 49: 2 Hij heeft Mijn mond gemaakt als een scherp zwaard,

Staf is hier in de grondtekst 'rabdo' wat vertaald is door: knots. Maar het kan ook vertaald worden door: roede, staf, scepter. Zie ook het commentaar bij Openbaring 11: 1.

En Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmige toorn van de almachtige God
Zie vers 13 en het commentaar bij: Openbaring 14: 19, 20 19 En de engel zond zijn sikkel op de aarde en oogstte de druiven van de wijnstok van de aarde, en wierp die in de grote wijnpersbak van de toorn van God. 20 En de wijnpersbak werd getreden buiten de stad, en er kwam bloed uit de wijnpersbak, tot aan de tomen van de paarden, zestienhonderd stadiën ver.

16 Er stond op Zijn bovenkleed en op Zijn dij deze naam geschreven: Koning der koningen en Heere der heren.

Er wordt een derde naam vermeld van Degene op het witte paard; Koning der koningen en Heere der heren. In vers 11 wordt de eerste naam van Christus genoemd; Getrouw en waarachtig en in vers 13 de tweede; Woord van God. 

Deze derde naam zal op Zijn bovenkleed en op Zijn dij geschreven staan. In vers 13 lees ik dat het kleed van Christus in bloed van de vervolgers van de dienstknechten is ondergedompeld. Ondanks dat, of juist daardoor zal deze overwinnende naam op het kleed geschreven zijn. Kanttekeningen bij de Statenvertaling legt uit waarom de naam ook op de dij geschreven zal worden: 
"Dat is, op Zijn kleed hangende op Zijn dij, dat is, openlijk voor de ogen van een ieder, gelijk het kleed op de dij eens mans die te paard zit, meest gezien wordt, en meest openbaar is."

Na alle verdrukking en weerstand zal de tijd aanbreken waarin Christus bij Zijn tweede komst Zijn Koningschap op Zich zal en kan nemen, zoals de grote menigte aankondigt in vers 6b. Zie ook: 
Openbaring 17: 14 Zij zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam want Heere der heren is Hij en Koning der koningen zal hen overwinnen, en zij die samen met Hem zijn, geroepenen, uitverkorenen en gelovigen
Mattheus 24: 30 En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid.

De menigte zal Zijn Koning aanbidden; Mattheus 21: 9 en het lied van Mozes uit Openbaring 15: 3 kan gezongen worden. 
Mattheus 21: 9 De menigte die voorop liep en die volgde, riep: Hosanna, de Zoon van David! Gezegend Hij Die komt in de Naam van de Heere! Hosanna, in de hoogste hemelen!
Openbaring 15: 3 En zij zongen het lied van Mozes, de dienstknecht van God, en het lied van het Lam, met de woorden: Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, Heere, almachtige God; rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Koning van de heiligen!

In Mattheus 27: 37 brachten de soldaten van de stadhouder Pilatus een naam boven het Hoofd van de Here Jezus aan. Zonder dat ze het wisten voorspelden ze Zijn toekomst als Koning van de Joden. Hier wordt dat eindelijk werkelijkheid, zij het dan als Koning over Israël; Mattheus 27: 37 En zij brachten boven Zijn hoofd een opschrift aan met de beschuldiging tegen Hem: DIT IS JEZUS, DE KONING VAN DE JODEN.

Ook in Deuteronomium 10: 17 en Psalm 136: 3 lees ik over Jehova als Heere der heren en in onze bedeling kan ik uitzien naar de steeds dichterbij komende overwinning van Christus in: 1 Timotheüs 6: 15 De zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen en Heere der heren, zal Hem op Zijn tijd laten zien
Deuteronomium 10: 17 Want de HEERE, uw God, is de God der goden en de Heere der heren; die grote, machtige en ontzagwekkende GodPsalm 136: 3 Loof de Heere der heren, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig.

17 En ik zag één engel dicht bij de zon staan, en hij riep met luide stem naar alle vogels die hoog aan de hemel vlogen: Kom en verzamel u voor het avondmaal van de grote God,

Het oordeel over het beest, de profeet en hun aanhangers zal worden uitgevoerd vanaf vers 17 tot en met vers 21. Het speelt zich af tijden de 7e blik op de aarde, welke doorloopt tot en met Openbaring 20: 15.

En ik zag. Zie vers 11. Johannes zag één engel dicht bij de zon staan. de grondtekst zegt dat Johannes 'de engel waarnam in de zon'.

En hij riep (grondtekst: 'schreeuwt') met luide stem. 'Luide stem' is in de grondtekst 'phônê mega'. Dit betekent: 'grote stem'. En zo wordt het ook vertaald in de Staten Vertaling. In Deuteronomium 5: 22 heeft Jahweh met grote stem de verordeningen en bepalingen aan Mozes verteld. Mozes geeft dit door aan het volk Israël in de verzen 6 – 22. De Here Jezus sprak ook regelmatig met een luide megastem, o.a. in Mattheus 26: 47 en 50, Markus 15: 34 en 37. Verder komt het 18 keer voor in het boek Openbaring.

Hier is het een boodschapper/engel die met grote stem schreeuwt naar alle vogels die hoog aan de hemel vlogen: Kom en verzamel u voor het avondmaal van de grote God. In vers 9 gaat het over het avondmaal van de bruiloft van het Lam. Maar hier wordt een ander avondmaal bedoeld, waarin ik vogels ook echt als vogels moet lezen. Ik zocht naar een geestelijke betekenis van 'alle vogels' maar vond dit niet. 
Ik lees op de site "Het levende ware woord": "Zij werden niet begraven (wat oneervol is) en hun vlees was voor de vogels (staan symbool voor de demonen die zij dienden)."

18 om te eten vlees van koningen, en vlees van oversten over duizend, en vlees van machtigen, en vlees van paarden en van hen die daarop zitten, en vlees van alle vrijen en van slaven, kleinen en groten.

God zal bij het uitoefenen van Zijn wraak geen onderscheid maken tussen rangen en standen. De vogels zullen eten van alle vlees wat God ongehoorzaam is geweest. Ik kom een soortgelijke beschrijving tegen in Ezechiël 39 waar Ezechiël tegen Gog moet profeteren. In dat gedeelte wordt duidelijk dat Gog zal vallen en dat de slachtoffers door roofvogels zullen worden opgegeten. 
Ezechiël 39: 1, 4, 11, 17 - 22 1 En u, mensenkind, profeteer tegen Gog, en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: 4 Op de bergen van Israël zult u vallen, u en al uw troepen, en de volken die met u zijn. Ik heb u aan allerlei soorten roofvogels en aan de dieren van het veld tot voedsel gegeven. 11 Op die dag zal het gebeuren dat Ik Gog daar in Israël een plaats voor een graf zal geven, het dal van de reizigers, dat reizigers de weg verspert, ten oosten van de zee. Daar zullen zij Gog en heel zijn menigte begraven en zullen het noemen: Dal van de menigte van Gog. 17 En u, mensenkind, zo zegt de Heere HEERE: Zeg tegen alle soorten vogels en tegen alle dieren van het veld: Verzamel u en kom, kom van rondom bijeen, bij Mijn offer, dat Ik breng, een groot offer voor u op de bergen van Israël, en eet vlees en drink bloed. 18 U zult vlees van helden eten en het bloed van de vorsten van het land drinken: van rammen, lammeren, bokken, jonge stieren, allemaal gemest vee van Basan. 19 U zult vet eten tot verzadiging toe en bloed drinken tot dronkenschap toe, van Mijn offer dat Ik voor u gebracht heb. 20 U zult verzadigd worden aan Mijn tafel met paarden en ruiters, helden en alle strijdbare mannen, spreekt de Heere HEERE. 21 Ik zal Mijn heerlijkheid onder de heiden volken laten blijken. Alle heiden volken zullen Mijn oordeel zien dat Ik geveld heb, en Mijn hand, die Ik op hen gelegd heb. 22 Dan zullen zij die van het huis van Israël zijn, weten dat Ik, de HEERE, hun God ben, vanaf die dag en daarna.

19 En ik zag het beest en de koningen van de aarde en hun legers bijeen verzameld om oorlog te voeren tegen Hem Die op het paard zat, en tegen Zijn leger.

En ik zag. Zie vers 11. Johannes nam waar dat het beest en de koningen van de aarde hun legers bijeen zullen verzamelen om oorlog te voeren tegen Christus Die op het paard zal zitten, en tegen Zijn leger. Daarover lees ik ook in: 
Psalm 2: 1 - 3 1 Waarom woeden de heiden volken en bedenken de volken wat zonder inhoud is? 2 De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde: 3 Laten wij Hun banden verscheuren en Hun touwen van ons werpen!

In Openbaring 16: 14 - 16 vind ik de geesten van demonen die de koningen van de land Israël en de omliggende landen verzamelen zullen om deze oorlog te voeren. Zie het commentaar bij dit vers. 
Openbaring 16: 14, 16 14 Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God. 16 En hij verzamelde hen op de plaats die in het Hebreeuws Armageddon wordt genoemd.

20 En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die in zijn tegenwoordigheid de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Deze twee werden levend geworpen in de poel van vuur, die van zwavel brandt.

De valse profeet, die in tegenwoordigheid van het beest de tekenen gedaan had, waardoor hij hen misleid had die het merkteken van het beest ontvangen hadden en die zijn beeld aanbeden hadden. Dit verwijst naar Openbaring 13: 13 - 16. Daar zal het tweede beest, de valse profeet, de antichrist de tekenen doen. 
Openbaring 13: 13 - 16 13 En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel laat neerkomen op de aarde, voor de ogen van de mensen. 14 En het misleidt hen die op de aarde wonen door middel van de tekenen die het gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tegen hen die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer levend werd. 15 En hem werd macht gegeven om een geest te geven aan het beeld van het beest, opdat het beeld van het beest zelfs zou spreken, en zou maken dat allen die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden. 16 En het maakt dat men aan allen, kleinen en groten, rijken en armen, vrijen en slaven een merkteken geeft op hun rechterhand of op hun voorhoofd,

Christus zal het beest en de valse profeet grijpen en Zijn macht aan Zijn vijanden laten zien door ze levend in de poel van vuur te werpen, die van zwavel zal branden. Dat betekent dat ze bij het volle bewustzijn in de poel van vuur zullen worden gegooid. 
Ik lees op de site "Het Schriftwoord": "Concordant Commentaar op het NT door A.E. Knoch: De naam "wild beest" wordt zowel aan het wereldrijk als aan het laatste hoofd er van gegeven. Dit hoofd en de valse profeet zijn duidelijk bovenmenselijk – de "supermens" waar de wereld al naar uitziet. Hun lot is in overeenstemming met hun daden. Het feit dat het wilde beest eens werd doodgeslagen, maar door de draak werd terug tot leven werd geroepen, en het feit dat de valste profeet leven geeft aan het beeld, schijnt aan te duiden dat zij niet gedood kunnen worden als de rest, en daarom tijdens de duizend jaren zullen lijden in de poel des vuurs. Hun lot is uniek en moet niet gezien worden als het lot van allen die zonder Christus sterven."

Hier zie ik de vervulling van: 
Openbaring 11: 18a,c en Uw toorn is gekomen en om hen te vernietigen die de aarde vernietigden.

Ik kom het beest 25 keer tegen in Openbaring. De eerste keer in Openbaring 11: 7. In Openbaring 13: 1 en 7 is er sprake van een beest uit de zee en uit de aarde. In wezen gaat het daar over hetzelfde beest wat hier geoordeeld gaat worden.

De valse profeet kom ik 2 keer tegen. Hier en in Openbaring 20: 10 waar ik zie dat ook de duivel dezelfde straf krijgt als het beest en de valse profeet. Zij zijn dan ook de breinen achter de ellende in deze wereld. 
Openbaring 20: 10 En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid.

Hoe het zit met de pijniging die dag en nacht doorgaat is een discussiepunt in de christenheid. Ik meen dat er een einde komt aan deze pijniging omdat er in de periode van de nieuwe hemel en aarde geen dag en nacht meer zal zijn, althans zo lees ik: Openbaring 21: 23 En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.

Er zijn gelovigen die menen dat de duivel deel zal hebben aan de totale alverlossing van God met deze wereld. Daar kan ik niet in geloven omdat ik in Ezechiël lees dat de cherub die hoogmoedig werd tot een hoop as op de grond zal worden. 
Ezechiël 28: 14 - 18 14 U was een cherub die zijn vleugels beschermend uitspreidt. Daarvoor heb Ik u aangesteld. U was op Gods heilige berg, u wandelde te midden van vurige stenen. 15 Volmaakt was u in uw wegen, vanaf de dag dat u geschapen werd, totdat er ongerechtigheid in u gevonden werd. 16 Door de overvloed van uw handel vulde men uw midden met geweld, en ging u zondigen. Daarom verbande Ik u van de berg van God, en deed Ik u verdwijnen, beschermende cherub, uit het midden van de vurige stenen. 17 Vanwege uw schoonheid werd uw hart hoogmoedig, u richtte uw wijsheid te gronde vanwege uw luister. Ik wierp u ter aarde, Ik stelde u voor koningen, opdat zij op u neer zouden zien. 18 Vanwege de overvloed van uw ongerechtigheden door uw oneerlijke handel ontheiligde u uw heiligdommen. Daarom deed Ik een vuur uit uw midden oplaaien, en dat verteerde u. Ik maakte u tot een hoop as op de grond voor de ogen van allen die naar u keken.

Iedereen die niet in het boek van het leven staat zal in de poel van vuur geworpen worden geworpen, de verbrandingsplaats waarover in Jesaja 30: 33 al geschreven wordt. De poel van vuur is de tweede dood waarvan ik geloof dat er geen opstanding uit mogelijk is. 
Jesaja 30: 33 Want de verbrandingsplaats is al eerder gereedgemaakt, ook voor de koning is hij in gereedheid gebracht. Hij heeft hem diep gemaakt en wijd. Voor zijn brandstapel is vuur en hout in overvloed. De adem van de HEERE zal hem aansteken als een zwavelstroom
Openbaring 20: 14, 15 14 En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. 15 En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen
Openbaring 21: 8 Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.

Poel van vuur komt vier keer voor in Openbaring. 1 Keer hier en 3 keer in Openbaring 20: 10, 14 en 15. In de grondtekst staat 'meer van-het vuur

De poel van vuur wordt in de evangeliën in de grondtekst (Mattheus 5: 22) 'geennan' dat is 'Dal-van-Hinnom van-het vuur' genoemd. Het is de 'gehenna'. Dat komt er 10 keer in voor in: 
Mattheus 5: 22, 29, 30 22 maar al wie zegt: Dwaas! die zal schuldig bevonden worden tot het helse (gehenna) vuur. 29 Als dan uw rechteroog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel (gehenna) geworpen wordt. 30 En als uw rechterhand u doet struikelen, hak hem af en werp hem van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel (gehenna) geworpen wordt. 
Mattheus 10: 28 En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel (gehenna)
Mattheus 18: 9 Als uw oog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u. Het is beter voor u met één oog tot het leven in te gaan, dan met twee ogen in het helse (gehenna) vuur geworpen te worden
Mattheus 23: 33 Slangen, adderengebroed, hoe zou u aan de veroordeling tot de hel (gehenna) ontkomen
Markus 9: 43, 45 43 En als uw hand u doet struikelen, hak hem dan af; het is beter voor u verminkt het leven in te gaan dan met twee handen heen te gaan in de hel (gehenna), in het onuitblusbare vuur, 45 En als uw voet u doet struikelen, hak hem dan af; het is beter voor u kreupel het leven in te gaan dan met twee voeten geworpen te worden in de hel (gehenna), in het onuitblusbare vuur, 47 En als uw oog u doet struikelen, werp het dan uit; het is beter voor u met één oog het Koninkrijk van God in te gaan dan met twee ogen in het helse (gehenna) vuur geworpen te worden
Lukas 12: 5 Maar Ik zal u laten zien voor Wie u bevreesd moet zijn: Wees bevreesd voor Hem Die, nadat Hij gedood heeft, ook macht heeft in de hel (gehenna) te werpen. Ja, Ik zeg u, wees bevreesd voor Hem!

In Markus 10: 43 en 45 zie ik dat aan de 'gehenna' 'het onuitblusbare vuur' wordt toegevoegd. Dat is het vuur van de poel die van zwavel brand zoals ik lees in dit vers lees en in:
Openbaring 21: 8 Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.

Zie mijn studie "De toekomst van de mens deel 4Uit deze studie citeer ik: 
"In de grondtekst staat voor ’helse’ in het Grieks: gehenna en dit betekent: vallei van Hinnom, een vallei bij Jeruzalem, naam voor de plaats van straf, vuilnisbelt. De vallei van Hinnom slaat terug op een plaats in het OT, het dal des zoons van Hinnom, waar men kinderen door het vuur liet gaan, zie: 2 Kon.23: 10, 2 Kron.28: 3, 2 Kron.33: 6, Jer.7: 31 en Jer.32: 35
Als ik de teksten over het dal van Hinnom, in het Oude Testament, lees zie ik dat het een aanwijsbare plaats was, niet een “geestelijk” oord. God spreekt er Zijn oordeel over uit. De gehenna is een plaats voor straf, oordeel. Dat zie ik in de teksten. In Openbaringen wordt de gehenna de poel van vuur genoemd. Ik heb in hoofdstuk 7 gezien dat deze poel zal branden tijdens het duizendjarig rijk. 
Bovendien is de gehenna een vuilnisbelt. Ik heb gehoord van mensen die in Israël zijn geweest dat er in de buurt van Jeruzalem inderdaad een vuilnisbelt is, op de plaats waar vroeger het dal van Hinnom was. In deze vuilnisbelt wordt het vuur brandende gehouden om de vuilnis goed te vernietigen."

De poel van vuur zal van zwavel branden lees ik hier en in Openbaring 21: 8. In de grondtekst staat 'theiô' wat zwavel betekent. In de Statenvertaling staat 'sulver'. Zwavel en sulver is hetzelfde materiaal welke het vuur brandende zal houden.  

21 En de overigen werden gedood met het zwaard van Hem Die op het paard zat, namelijk het zwaard dat uit Zijn mond kwam. En alle vogels werden verzadigd met hun vlees.

Terwijl satan, het beest en de valse profeet levend in de poel van vuur zullen worden gegooid; vers 20, zullen de overigen eerst worden gedood met het zwaard van Hem Die op het paard zal zitten. Die overigen zijn niet de veroorzakers van het kwaad maar wel medeplichtigen. Zij lijken een minder zware straf te krijgen want zij zullen niet levend in de poel van vuur worden geworpen, waarin zij dag en nacht gepijnigd worden. Wel worden zij gedood, namelijk met het zwaard dat uit Zijn mond zal komen; vers 15, en zullen alle vogels verzadigd worden met hun vlees; vers 17, wat oneervol is omdat zij niet begraven worden. Zie vers 2 waar ik lees dat de oordelen van Christus waarachtig en rechtvaardig zijn.

Korte samenvatting

In de verzen 1 - 4 wordt de val van Babylon, beschreven in Openbaring 18, bejubeld door een grote menigte uit het volk Israël in de hemel. Vanaf vers 7 – 10 lees ik over de bruiloft van het Lam. Ik geloof dat de bruid bestaat uit eerstelingen of eerstgeboren Israëlieten. In vers 11 ziet Johannes de hemel geopend en beschrijft hij Christus als de oordelende. Christus wordt 'Getrouw en Waarachtig', 'het Woord van God' 'Koning der koningen en Heere der heren'genoemd. Daarna wordt vanaf vers 17 beschreven hoe de tegenstanders van God aan hun einde zullen komen.

Terug naar:
Openbaring 1Openbaring 2Openbaring 3,  Openbaring 4Openbaring 5, Openbaring 6Openbaring 7
Openbaring 8Openbaring 9Openbaring 10Openbaring 11Openbaring 12, Openbaring 13, Openbaring 14
Openbaring 15Openbaring 16, Openbaring 17Openbaring 18Openbaring 19, Openbaring 20, Openbaring 21 
en Openbaring 22.



Geen opmerkingen: