Deze studie is een vervolg op Openbaring 1, Openbaring 2, Openbaring 3, Openbaring 4, Openbaring 5,
Openbaring 6, Openbaring 7, Openbaring 8, Openbaring 9, Openbaring 10, Openbaring 11, Openbaring 12,
Openbaring 13, Openbaring 14 en Openbaring 15.
In deze studie wil ik het boek Openbaring onderzoeken. Het centrale thema van het boek is 'de grote verdrukking' of ook wel 'de dag des Heeren'; zie Openbaring 1: 10.
De naam 'Johannes' is de Griekse vorm van het Hebreeuwse 'Jochanan'. Het betekent: De HERE is genadig.
Johannes heeft iets gezien en moet dit opschrijven. Voor Johannes is dit verleden tijd en daarom is het boek Openbaring in de verleden tijd geschreven. Maar ik geloof dat hetgeen Johannes heeft gezien toekomst is. Het is profetie; Openbaring 22: 19. Daarom schrijf ik mijn commentaar zoveel mogelijk in de onvoltooide tegenwoordige toekomende tijd: Het zal gebeuren.
Ik werk vanuit de Herziene Staten Vertaling, mist anders aangegeven. Ik maak gebruik van de grondtekst. Ook vervang of vul ik regelmatig stukje aan. Ik ga er niet vanuit dat deze studie volmaakt is.
Openbaring 10 Verschijning van een andere engel. Johannes moet het boekje opeten en hij moet profeteren.
Openbaring 11: 1 – 14 Het is nog steeds de periode van de tweede wee. Optreden van de twee getuigen.
Derde wee wordt aangekondigd.
Het Koninkrijk van Christus wordt aangekondigd.
3e Blik op de aarde in Openbaring 11: 19b.
Er vinden oordelen plaats, zoals bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.
Vers 3: een grote vuurrode draak.
4e Blik op de aarde in Openbaring 12: 13 – 13: 18.
Openbaring 12: 13, 14 De draak wordt op aarde geworpen en vervolgt de vrouw en haar nageslacht.
De vrouw vlucht voor drieënhalf jaar naar de woestijn.
Opkomst van het 1e beest, het antichristelijke rijk en het 2e beest, de valse profeet/antichrist.
5e Blik op de aarde in Openbaring 14: 6 – 20.
De drie engelen met hun boodschap (14: 6-13)
Tweede Engel: Brengt het oordeel over Babel.
Derde Engel: Brengt het oordeel over het beest en zijn aanbidders.
Daarna komen er nog drie engelen. Zij zullen de tarwe en druiven oogsten.
Johannes ziet een glazen zee met vuur. Daarbij staan de overwinnaars van het beest. Zij zingen het lied van Mozes.
De zeven laatste plagen worden aangekondigd.
6e Blik op de aarde in Openbaring 16: 1 – 18: 24.
Openbaring 16: 1 – 21 De zeven gouden schalen worden uitgegoten over de aarde.
De studie deel 24 van S. de Graaf.
De studie deel 25 van S. de Graaf.
8 En de vierde engel goot zijn schaal uit over de zon, en haar werd macht gegeven de mensen te verzengen met vuur.
En de vierde engel, boodschapper, zal zijn schaal uitgieten over de zon. De zon zal hier in vol ornaat gaan branden. Dit in tegenstelling tot dat wat er in Openbaring 8: 12 staat. Daar blaast de vierde engel op de vierde bazuin en wordt de zon voor een derde deel verduisterd;
Openbaring 8: 12a, 12d De vierde engel blies op de bazuin, en het derde deel van de zon werd getroffen, en zodat de dag voor een derde deel niet licht werd.
En haar zal macht worden gegeven. In de grondtekst komt het woordje 'macht' in dit vers niet voor. Er staat: en werd-gegeven aan-hem. Dat geld ook voor Openbaring 6: 4 / 7: 2 / 9: 5 en 13: 7, 15.
In Openbaring 6: 8 / 9: 3 / 13: 4, 5, 7 en 16: 9 staat wel het woordje 'macht'. In de grondtekst staat 'autoriteit'.
Openbaring 13: 7 is een tekst waar 2 keer 'macht' voorkomt. Het eerste komt niet in de grondtekst voor. Daarom staat het in de Herziene Statenvertaling en de Statenvertaling schuingedrukt;
Openbaring 13: 7 En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen, en hem werd macht gegeven over elke stam, taal en volk.
Deze autoriteit zal de vierde engel gegeven worden om de mensen te verzengen met vuur. 'Verzengen' is in de grondtekst 'verschroeien, branden'. Dit 'verbranden' wordt al aangekondigd in:
Jesaja 24: 6 Daarom verteert de vervloeking het land en moeten zijn inwoners boeten. Daarom zullen de inwoners van het land verbrand worden, zodat er weinig stervelingen zullen overblijven.
Maleachi 4: 1 Want zie, die dag komt, brandend als een oven. Dan zullen alle hoogmoedigen en allen die goddeloosheid doen, stoppels worden. En de dag die komt, zal ze in vlam zetten, zegt de HEERE van de legermachten, Die van hen wortel noch tak zal overlaten.
Obadja 1: 18 Dan zal het huis van Jakob een vuur zijn, het huis van Jozef een vlam, en het huis van Ezau zal tot stoppels worden; zij zullen tegen hen ontbranden en hen verslinden, zodat er geen ontkomene zal zijn voor het huis van Ezau! Ja, de HEERE heeft gesproken!
9 En de mensen werden verzengd door grote hitte. Maar zij lasterden de Naam van God, Die macht heeft over deze plagen, en zij bekeerden zich niet om Hem eer te geven.
De zon zal zo'n grote kracht hebben dat de mensen verzengd zullen worden door grote hitte. 'Worden verzengd' is in de grondtekst 'worden-verschroeit'. Daarvan lees ik ook in:
2 Petrus 3: 10b Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.
Ondanks dat zullen zij de Naam van God blijven lasteren, zie ook vers 11 en 21. In Openbaring 14: 6 klinkt nog het eeuwige evangelie, maar het lijkt geen invloed te zullen hebben op 'hen die op aarde wonen', de aanbidders van het beest;
Openbaring 14: 6, 7 6 En ik zag een andere engel, die hoog aan de hemel vloog. En hij had het eeuwige Evangelie, om dat te verkondigen aan hen die op de aarde wonen, en aan elke natie, stam, taal en volk. 7 En hij zei met een luide stem: Vrees God en geef Hem eer, want het uur van Zijn oordeel is gekomen. En aanbid Hem Die de hemel, de aarde, de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.
God zal de macht hebben over deze plagen. De uiteindelijke autoriteit ligt bij God. In de grondtekst staat: de (gene) hebbende de autoriteit op de rampen deze. Hier dus wel het woordje 'macht' in de grondtekst. Zie vers 8.
En zij zullen zich niet bekeren om Hem eer te geven. Hetzelfde staat in vers 11 en in Openbaring 9: 20 en 21. Ondanks de verschrikkelijke rampen zullen de mensen 'die op de aarde wonen' en het beest aanbidden zich niet tot God keren, wat dus nog wel kan als ze het eeuwige evangelie aannemen; Openbaring 14: 6. Integendeel, ze zullen de naam van God blijven lasteren. En dan zal God het bloed van de heiligen wreken;
Openbaring 6: 10 En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen?
Openbaring 9: 20, 21 20 En de overige mensen, die niet door deze plagen werden gedood, bekeerden zich niet van de werken van hun handen; zij bleven de demonen aanbidden en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet kunnen zien, horen of lopen. 21 Ook bekeerden zij zich niet van hun moorden, hun tovenarij, hun ontucht en het plegen van diefstal.
In Exodus 7: 3 en 14: 17 lees ik dat God het hart van farao verharde zodat God Zijn wonderen kon laten zien aan Egypte en geëerd zou worden als HEERE. Dat lijkt hier in Openbaring niet meer aan de orde te zijn. Het lijkt daarvoor te laat te zijn.
Exodus 7: 3 Maar Ík zal het hart van de farao verharden en Mijn tekenen en Mijn wonderen in het land Egypte talrijk maken.
Exodus 14: 17, 18a 17 En Ik, zie, Ik zal het hart van de Egyptenaren verharden, zodat zij achter hen aan gaan. Ik zal geëerd worden ten koste van de farao en ten koste van heel zijn leger, ten koste van zijn strijdwagens en ten koste van zijn ruiters. 18a Dan zullen de Egyptenaren weten dat Ik de HEERE ben,
10 En de vijfde engel goot zijn schaal uit over de troon van het beest, en zijn koninkrijk werd verduisterd. En zij beten op hun tong van pijn.
En de vijfde engel, boodschapper, zal zijn schaal uitgieten over de troon van het beest. Satan zal op zijn troon zitten. In Openbaring 2: 13 staat de troon van satan in Pergamus. Die troon lijkt in Babylon te staan in:
Openbaring 17: 5 het grote Babylon, de moeder van de hoeren en van de gruwelen van de aarde.
Openbaring 2: 12, 13 12 En schrijf aan de engel van de gemeente in Pergamus: Dit zegt Hij Die het tweesnijdende, scherpe zwaard heeft: 13 Ik ken uw werken en weet waar u woont, namelijk waar de troon van de satan is. U houdt vast aan Mijn Naam, en u hebt het geloof in Mij niet verloochend, zelfs niet in de dagen van Antipas, mijn trouwe getuige, die gedood werd bij u, waar de satan woont.
Heden ten dage is satan de overste van de macht van de lucht:
Efeze 2: 2 waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid,
Als de schaal uitgegoten wordt zal het koninkrijk van het beest, waar het zich dan ook maar bevindt, worden verduisterd. Het zal een 'geestelijke' duisternis zijn;
Jesaja 8: 21c, 22 21c Of men de blik nu naar boven richt, 22 of naar de aarde kijkt, zie, er zal benauwdheid en duisternis zijn, angstaanjagende donkerheid. En men zal voortgedreven worden, het donker in.
Jesaja 9: 1 Het volk dat in duisternis wandelt,
Efeze 6: 12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.
Als de schaal uitgegoten zal worden zullen zij op hun tong bijten van pijn. Iets dergelijks lees ik ook in:
Openbaring 9: 5 En hun werd macht gegeven, niet om hen te doden, maar om hen te pijnigen, vijf maanden lang. Hun pijniging was als de pijniging door een schorpioen, wanneer hij een mens steekt.
11 En zij lasterden de God van de hemel vanwege hun pijn en vanwege hun zweren, maar zij bekeerden zich niet van hun werken.
Ondanks hun pijn en hun zweren zullen zij zich niet bekeren van hun werken maar zullen zij de God van de hemel lasteren. Zie vers 9 waar ik Openbaring 9: 20 en 21 al aanhaalde.
Het vervloeken, lasteren van God gebeurde ook al in Jesaja 8: 21 waar het land Juda overstroomt wordt door water of door de koning van Assyrië.
Tussen al deze ellende zal er voor degenen die God wel vrezen hoop zijn in Jesaja 9: 1 en 11 : 1, 4, 5 en 10.
Jesaja 8: 7, 8, 21, 22 7 daarom, zie, doet de Heere over hen opkomen de machtige, geweldige wateren van de rivier de Eufraat, namelijk de koning van Assyrië met al zijn luister. Deze zal buiten al zijn stroombeddingen treden, en over al zijn oevers heen stromen. 8 Hij dringt door tot in Juda, overspoelt het, trekt er doorheen, hij reikt tot aan de hals, en zijn uitgebreide vleugels zullen de volle breedte van uw land innemen, Immanuel! 21 Men zal er terneergedrukt en hongerig rondtrekken. Wanneer het gebeurt dat men honger lijdt, zal men uitbarsten in woede, en zijn koning en zijn God vervloeken. Of men de blik nu naar boven richt, 22 of naar de aarde kijkt, zie, er zal benauwdheid en duisternis zijn, angstaanjagende donkerheid. En men zal voortgedreven worden, het donker in.
Jesaja 9: 1 Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien. Zij die wonen in het land van de schaduw van de dood, over hen zal een licht schijnen.
Jesaja 11 : 1, 4, 5, 10 1 Want er zal een Twijgje opgroeien uit de afgehouwen stronk van Isaï, en een Loot uit zijn wortels zal vrucht voortbrengen. 4 Hij zal de armen recht doen in gerechtigheid en de zachtmoedigen van het land zal Hij met rechtvaardigheid vonnissen. Maar Hij zal de aarde slaan met de roede van Zijn mond en met de adem van Zijn lippen zal Hij de goddeloze doden. 5 Want gerechtigheid zal de gordel om Zijn heupen zijn, en de waarheid de gordel om Zijn middel. 10 Want op die dag zal de Wortel van Isaï er zijn, Die zal staan als banier voor de volken. Naar Hém zullen de heidenvolken vragen. Zijn rustplaats zal heerlijk zijn.
In Openbaring 13: 5 en 6 lastert het beest God. Deze teksten zijn verbonden aan Openbaring 16. Volgens mij gebeurt dit allemaal in die tweeënveertig maanden, de laatste drieënhalf jaar van de grote verdrukking:
Openbaring 13: 5, 6 5 En het werd een mond gegeven om grote woorden en godslasteringen te spreken, en het werd macht gegeven om dit tweeënveertig maanden lang te doen. 6 En het opende zijn mond om God te lasteren, om Zijn Naam te lasteren en Zijn tent en hen die in de hemel wonen.
12 En de zesde engel goot zijn schaal uit over de grote rivier, de Eufraat. En haar water droogde op, zodat de weg gereedgemaakt werd voor de koningen uit de richting waar de zon opgaat.
Openbaring 9: 13 – 15 13 En de zesde engel blies op de bazuin, en ik hoorde uit de vier horens van het gouden altaar dat vóór God stond, één stem komen. 14 Die zei tegen de zesde engel die de bazuin had: Maak de vier engelen los die gebonden zijn bij de grote rivier, de Eufraat. 15 En de vier engelen werden losgemaakt. Zij waren in gereedheid gehouden tegen het uur en de dag en de maand en het jaar dat zij het derde deel van de mensen zouden doden.
In Openbaring 9: 13 – 15 lees ik over de zesde engel die op de bazuin blaast en de vier engelen losmaakt die bij de rivier Eufraat gebonden zijn. Deze vier engelen zullen een derde deel van de mensen doden. Maar hier zal de zesde engel zijn schaal uitgieten over de grote rivier, de Eufraat.
Via Google afbeeldingen vond ik een plattegrond van de loop van de Eufraat.
De Eufraat wordt voor het eerst genoemd in Genesis 2: 14. De rivier stroomde door de hof van Eden. Deze rivier zal de oostgrens vormen voor het beloofde land aan de Israëlieten; Genesis 15: 18 en Jozua 1: 4. Zie ook Deuteronomium 1: 7 en 11: 24.
Genesis 2: 14 En de naam van de derde rivier is Tigris; die loopt ten oosten van Assur. En de vierde rivier is de Eufraat.
Genesis 15: 18 Op die dag sloot de HEERE een verbond met Abram, en zei: Aan uw nageslacht heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat:
Jozua 1: 4 Van de woestijn en deze Libanon af tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat, heel het land van de Hethieten, en tot de Grote Zee, waar de zon ondergaat, zal uw gebied zijn.
Het leeg gieten van de schaal zal tot gevolg hebben dat het water van de Eufraat zal opdrogen.
Daarover lees ik in het artikel “Opstand tegen de Heere” op de site “Amen”. Ik citeer:
“En over Babel wordt geprofeteerd dat er droogte zal zijn over haar wateren, dat zij uitdrogen... (Jer. 50: 38, vgl. Jer. 51: 36). Het opdrogen van de Eufraat zal het onneembare Babylon blootleggen, en wat nog veel belangrijker is, de weg banen voor de machten uit het Oosten om op Israëls bodem vernietigd te worden. Zacharia heeft in verband met het herstel van Israël al geprofeteerd: “Al de diepten der rivieren zullen verdrogen” (hfdst. 10: 11 St.Vert.).”
Jeremia 50: 38 De droogte over zijn wateren, zodat zij droogvallen! Want het is een land van beelden. Zij gedragen zich als een waanzinnige door verschrikkelijke afgoden!
Jeremia 51: 35 36 35 Laat het geweld mij en mijn familie aangedaan, komen op Babel, moet de inwoonster van Sion zeggen. Laat mijn bloed komen op de inwoners van Chaldea, moet Jeruzalem zeggen. 36 Daarom, zo zegt de HEERE: Zie, Ik ga uw rechtszaak voeren en Ik zal zeker wraak voor u nemen. Ik zal zijn zee droogleggen en zijn bron doen opdrogen.
Zacharia 10: 11 Hij zal door de zee van benauwdheid gaan, en Hij zal de golven van de zee slaan, alle diepten van de Nijl zullen opdrogen. Dan zal de trots van Assyrië neergehaald worden, en de scepter van Egypte zal weggaan.
Jesaja 11: 12 15, 16 12 Hij zal een banier omhoogheffen onder de heidenvolken en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen en zij die vanuit Juda overal verspreid zijn, bijeenbrengen van de vier hoeken van de aarde. 15 Dan zal de HEERE de inham van de zee van Egypte met de ban slaan, en Hij zal Zijn hand opheffen tegen de rivier de Eufraat door Zijn sterke wind. Hij zal haar uiteenslaan in zeven stromen, en maken dat men er met zijn schoenen doorheen kan gaan. 16 Er zal een gebaande weg zijn voor de rest van Zijn volk, die overgebleven zal zijn in Assyrië, zoals het met Israël gebeurde op de dag dat het wegtrok uit het land Egypte.
In Hoofdstuk 17 uit het Artikel van “De Vergadering Nu” lees ik:
”God zal ervoor zorgen dat de Eufraat zal opdrogen, zodat de oost-islamitische legers kunnen oversteken. De islamitische Antichrist zal al zijn legers verzamelen en naar Israël komen om het laatste bolwerk in Israël te vernietigen. En Hij zal ze verzamelen in de vallei van Armageddon (dal van Josafat).”
In Exodus 14 lees ik over het droogvallen van de (Rode) zee. Daardoor konden de Israëlieten de (Rode) zee oversteken, maar de Egyptenaren verdronken toen het water weer terugstroomde.
Exodus 14: 16, 26 16 En u, hef uw staf op, strek uw hand uit over de zee en splijt hem doormidden, zodat de Israëlieten door het midden van de zee op het droge kunnen gaan. 26 Toen zei de HEERE tegen Mozes: Strek uw hand uit over de zee, zodat het water terugkeert over de Egyptenaren, over hun strijdwagens en over hun ruiters.
Het water van de Eufraat zal opdrogen zodat de weg gereedgemaakt zal worden voor de koningen uit de richting waar de zon opgaat. Babylon ligt ten oosten van Jeruzalem net over te Eufraat. Volgens mijn bronnen zullen van daaruit de koningen komen om strijd te voeren.
In het artikel “Zeven plagen” op de site van Franklin ter Horst lees ik:
“De Eufraat heeft door de eeuwen heen in de militaire geschiedenis een belangrijke rol gespeeld en is altijd een geduchte barrière geweest voor de uit het oosten oprukkende legers. Sinds onheugelijke tijden is de Eufraat met zijn vertakkingen een moeilijk te overschrijden grens geweest tussen de volken die aan weerszijden van dit water woonden en wonen. De rivier is maar liefst 2700 kilometer lang en is bijna nergens doorwaadbaar. Zijn breedte bedraagt drie tot twaalfhonderd meter en is drie tot negen meter diep; het grootste deel van de tijd is hij zelfs nog breder en dieper. De Eufraat heeft voor Israël altijd een natuurlijke grens gevormd tegen de volkeren uit het noorden en het oosten. Maar tijdens de invasie van de koningen van de opgang van de zon zal God er Zelf voor zorgen dat de rivier zal opdrogen, waardoor hij een val opstelt om de laatste grote oorlog uit de geschiedenis van de mensheid te doen ontbranden. God zal ervoor zorgen dat deze legermachten in Israël hun ondergang tegemoet gaan.”
13 En ik zag uit de bek van de draak, uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen, als kikvorsen.
En ik zag. In de grondtekst staat: en ik-nam-waar. De uitdrukkingen 'en ik zag' of 'wat u hebt gezien' en 'hierna zag ik' komen in mijn online Bijbel in Openbaring ongeveer 50 keer voor en 30 keer in het Oude Testament. Wel bijzonder dat het niet in de evangeliën, Handelingen (slechts 1 keer in Handelingen 26: 16) en de brieven van de apostelen voorkomt. Blijkbaar is 'iets zien' alleen bedoeld voor het Oude Testament en voor de toekomst. Dit mag een aanwijzing zijn voor onze tijd waarin men meent ook beelden en visioenen te moeten zien. Zie verder Openbaring 1: 19.
Johannes zag een draak.' De draak' komt het 19 x in in mijn online Bijbel, waarvan 12 x in: Openbaring 12: 3, 4, 7, 9, 13, 16, 17 / 13: 2, 4, 11 / 16: 13 en 20: 2. Ik zie dat Openbaring 12 het hoofdstuk is van 'de draak' welke de ouden slang, de duivel en satan is. Openbaring 12: 3a, 4b, 3a En er verscheen een ander teken in de hemel. En zie: een grote vuurrode draak met zeven koppen en tien horens. 4b En de draak stond voor de vrouw, die op het punt stond te baren, om haar Kind te verslinden, zodra zij Het gebaard zou hebben. 9a En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt.
'Het beest'. Beest komt het 33 x in in mijn online Bijbel, waarvan 29 x in: Openbaring 11: 7 / 13: 1, 2, 3, 4, 11, 12, 14, 15, 17, 18 / 14: 9, 11 / 15: 2 / 16: 2, 10, 13 / 17: 3, 7, 8, 11, 12, 13, 16, 17 / 19: 19, 20 / 20: 4 en 10.
Ik zie dat Openbaring 13 en 17 de hoofdstukken van 'het beest' zijn. Het eerste beest is het antichristelijke rijk waarover ik lees in:
Openbaring 13: 1a, 7a, 1a En ik zag uit de zee een beest opkomen, dat zeven koppen en tien horens had, 7a En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen,
Openbaring 17: 11 En het beest dat was en niet is, is ook zelf de achtste. En hij is uit de zeven, en gaat naar het verderf.
Het tweede beest is 'de valse profeet': Openbaring 13: 11a En ik zag een ander beest opkomen, uit de aarde.
De valse profeet komt het 4 x in in mijn online Bijbel, waarvan 3 x in: Openbaring 16: 13 / 19: 20 en 20: 10. In dit laatste vers lees ik dat het met de draak, het beest en de valse profeet slecht zal aflopen;
Openbaring 20: 10 En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid.
Uit de bek van de draak en het beest en uit de mond van de valse profeet. In de grondtekst komt het verschil tussen bek en mond niet voor. Er wordt één woord gebruikt: 'stomatos' wat vertaald wordt door 'mond'.
Uit die drie monden zullen drie onreine geesten komen, als kikvorsen. In Leviticus 11: 10 lees ik dat onder anderen kikvorsen, die meestal in troebel water leven, onreine dieren zijn. Kikvorsen komen voor in Exodus 8: 1 – 15. Ze waren nogal opdringerig, ze kwamen overal lees ik in vers 3. En ik kan er rustig op rekenen dat deze 'kikvorsen' ook in de toekomst, Openbaring 18: 2, alles zullen overheersen. De plaag met kikvorsen is de tweede plaag die Egypte getroffen heeft;
Exodus 8: 3 zodat de Nijl krioelen zal van kikkers. Ze zullen eruit omhoog klimmen en in uw huis komen, in uw slaapkamer, ja, op uw bed, ook in de huizen van uw dienaren en bij uw volk, ja, in uw ovens en in uw baktroggen.
Leviticus 11: 10 maar alles wat geen vinnen of schubben heeft in de zeeën en in de beken, van alles wat in het water wemelt en van alle levende wezens die in het water leven, die zijn voor u iets afschuwelijks.
Psalm 78: 45 Hij zond steekvliegen onder hen, die hen verteerden, en kikkers, die hen te gronde richtten.
14 Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God.
Openbaring 18: 2b het grote Babylon, en een woonplaats van demonen geworden, een schuilplaats voor allerlei onreine geesten en een schuilplaats voor allerlei onreine en weerzinwekkende vogels.
De kikvorsen zullen namelijk de geesten van de demonen zijn, onrein en weerzinwekkend. Die geesten van de demonen zullen tekenen doen. Op die manier verleiden ze de mensen. Over deze tekenen lees ik in Exodus 7: 10 – 12, 2 Thessalonicenzen 2: 8, 9 en in:
Openbaring 13: 3, 4, 13, 14, 15a 3 En ik zag een van zijn koppen als dodelijk gewond, maar zijn dodelijke wond werd genezen. En de hele aarde ging het beest met verwondering achterna. 4 En zij aanbaden de draak, omdat hij aan het beest macht gegeven had. En zij aanbaden het beest en zeiden: Wie is aan dit beest gelijk? En wie kan er oorlog tegen voeren? 13 En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel laat neerkomen op de aarde, voor de ogen van de mensen.14 En het misleidt hen die op de aarde wonen door middel van de tekenen die het gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het zegt tegen hen die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het beest dat de wond van het zwaard had en weer levend werd. 15a En hem werd macht gegeven om een geest te geven aan het beeld van het beest, opdat het beeld van het beest zelfs zou spreken,
Exodus 7: 10 – 12 10 Toen kwamen Mozes en Aäron bij de farao en deden precies zoals de HEERE geboden had. Aäron wierp zijn staf neer voor de farao en voor zijn dienaren en hij werd tot een slang. 11 Maar de farao op zijn beurt riep de wijzen en de tovenaars, en ook zij, de Egyptische magiërs, deden met hun bezweringen hetzelfde. 12 Want ieder wierp zijn staf neer en zij werden tot slangen, maar de staf van Aäron verslond hun staven.
2 Thessalonicenzen 2: 8a, 9 8a En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. 9 hem, wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen,
Die geesten van de demonen zullen uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld. In de grondtekst staat alleen: 'de koningen van-de bewoonde-wereld gehele'. Het woordje 'aarde' ontbreekt.
In de grondtekst staat voor 'wereld' 'oikoumenês' wat is vertaald door 'bewoonde-wereld'. Het Griekse woord onderscheidt zich hier van het 'gewone' woord 'wereld' (2889), de kosmos.
'Oikoumenês' (3625) betekent: gedeelte van de wereld, bewoonde wereld, speciaal het Romeinse gebied, land, aarde.
'Oikoumenês' komt ook voor in Openbaring 3: 10 en 12: 9. Het komt totaal 15 keer voor in het Nieuwe testament. Het wordt voornamelijk vertaald door 'wereld'. Daardoor kan ik niet zien dat het zich onderscheidt van het 'gewone' woord 'wereld', de kosmos.
In Handelingen 17: 31 wordt 'oikoumenês' in de Statenvertaling vertaald door 'aardbodem' en in Lukas 21: 26 door 'aardrijk'. De Herziene Statenvertaling heeft het beide keren vertaald door 'wereld'. Toch is het belangrijk om de grondtekst te volgen omdat het zomaar kan zijn dat toch niet de gehele wereld wordt bedoeld.
Toen Johannes dit schreef had hij het over 'de toenmalige bewoonde wereld'. Mogelijk heeft hij het Romeinse rijk bedoeld, geïnspireerd door Gods Geest. Als ik Openbaring 17: 12 en Daniël 7: 24a hierbij aanhaal zie ik dat het om tien koningen gaat. Dat kunnen nooit de koningen van de gehele wereld zijn, maar het kunnen wel de koningen zijn van het toenmalige of het vernieuwde Romeinse rijk.
Openbaring 17: 12 En de tien horens die u gezien hebt, zijn tien koningen, die het koningschap nog niet hebben ontvangen, maar die samen met het beest één uur koninklijke macht zullen ontvangen.
Daniël 7: 24a En de tien horens duiden aan dat uit dat koninkrijk tien koningen zullen opstaan,
Die geesten van de demonen zullen de koningen van de aarde verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God. Ik geloof dat het hier gaat om de 'grote dag des Heeren'. Deze belangrijke beruchte 'dag' komt 18 keer voor in mijn online Bijbel: Jesaja 2: 12 / 13: 6, 9, Ezechiël 30: 3, Joël 1: 15 / 2: 1, 11, 31 / 3: 14, Amos 5: 18 / Obadja 1: 15, Sefanja 1: 7, 14, Maleachi 4: 5 en Handelingen 2: 20.
Ik haal enkele teksten aan zodat te zien is dat 'de dag de Heeren' een oordeelperiode is en geen zondag, zoals ik heb uitgelegd in Openbaring 1: 10. “Johannes werd meegevoerd op (grondtekst: in) de dag des Heeren. Er zijn uitleggers die verklaren dat hier de zondag mee wordt bedoeld. Maar als ik de bijbehorende teksten lees dan kom ik tot de conclusie dat hier absoluut niet de zondag bedoeld kan worden”.
Jesaja 13: 9 Zie, de dag van de HEERE komt, meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn, om van het land een woestenij te maken en zijn zondaars eruit weg te vagen.
Joël 1: 15 Ach, die dag! Ja, de dag van de HEERE is nabij, en hij zal komen als een verwoesting van de Almachtige.
Joël 2: 31 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende.
Amos 5: 18 Wee hun die verlangend uitzien naar de dag van de HEERE! Wat zal voor u die dag van de HEERE zijn? Duisternis zal hij zijn en geen licht!.
Maleachi 4: 5 Zie, Ik zend tot u de profeet Elia, voordat de dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende dag.
Handelingen 2: 20 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en ontzagwekkende dag van de Heere komt.
Openbaring 1: 10a Ik was in de geest op de dag des Heeren,
15 Zie, Ik kom als een dief. Zalig hij die waakzaam is en op zijn kleren acht geeft, zodat hij niet naakt zal rondlopen en men zijn schaamte niet zal zien.
Zie, Ik kom als een dief. Een dief is iemand die steelt. Stelen is niet de betekenis van dit tekstgedeelte. In de grondtekst staat 'kleptês'. Dit betekent 'dief, bedekker'. Iets wat bedekt wordt is niet duidelijk te zien. En dat is de betekenis hier. Ik zal het profetisch Woord van God moeten kennen en op de tekenen der tijden moeten letten om de (geestelijke) dief te herkennen:
Openbaring 3: 3b Als u dan niet waakzaam bent, zal Ik bij u komen als een dief en u zult beslist niet weten op welk uur Ik bij u zal komen.
1 Thessalonicenzen 5: 2 Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Heere komt als een dief in de nacht.
2 Petrus 3: 10 Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.
Voor degenen die zullen niet letten op het profetisch woord komt de Heere niet alleen onverwachts, maar zij zullen ook deel krijgen aan Gods oordelen in de vorm van uitgegoten schalen. Degenen die het eeuwig evangelie, Openbaring 14: 6, 7 niet hebben willen horen en gehoorzamen zullen niet bekleed zijn:
Mattheus 22: 11 – 13 11 Toen de koning naar binnen was gegaan om de gasten te overzien, zag hij daar iemand die niet gekleed was in bruiloftskleding. 12 En hij zei tegen hem: Vriend, hoe bent u hier binnengekomen terwijl u geen bruiloftskleding aan hebt? En hij zweeg. 13 Toen zei de koning tegen de dienaars: Bind hem aan handen en voeten, neem hem mee en werp hem uit in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.
Jesaja 47: 1 – 3 1 Daal af en zit neer in het stof, maagd, dochter van Babel; zit neer op de grond, er is geen troon meer, dochter van de Chaldeeën. Want men zal u niet meer noemen: weekhartig en teergevoelig. 2 Neem de handmolen en maal meel, neem uw sluier af, schort de rokken op, maak de benen bloot, ga door de rivieren. 3 Uw schaamte zal ontbloot worden, ja, uw schande zal gezien worden. Ik zal wraak nemen, en Ik zal u niet als een mens aanvallen.
Ezechiël 16: 35 – 39 35 Daarom, hoer, hoor het woord van de HEERE! 36 Zo zegt de Heere HEERE: Omdat u uw brandende begeerte uitgestort hebt en uw schaamte ontbloot werd in uw hoererijen met uw minnaars en met al uw gruwelijke stinkgoden, en om het bloed van uw kinderen dat u hun gegeven hebt, 37 daarom, zie, ga Ik al uw minnaars die u behaagd hebt, allen die u bemind hebt, met allen die u gehaat hebt, bijeenbrengen, ja, Ik zal hen van rondom bijeenbrengen tegen u en Ik zal uw schaamte voor hen ontbloten, zodat zij heel uw naaktheid zullen zien. 38 Ik zal u oordelen overeenkomstig de bepalingen voor overspelige vrouwen en vrouwen die bloed vergieten. Ik zal u overgeven aan de bloeddorst van grimmigheid en van na-ijver. 39 En Ik zal u in hun hand geven. Zij zullen uw verhoging afbreken, uw hoogten omverwerpen, u uw kleding uittrekken, uw sieraden nemen en u naakt en bloot achterlaten.
Wanneer een gelovige Gods Woord kent en gelouterd goud heeft gekocht van Christus, zal hij weten dat de komst van Christus nabij is. Hij zal Zalig zijn omdat hij waakzaam is en op zijn kleren acht geeft, zodat hij niet naakt zal rondlopen en men zijn schaamte niet zal zien.
Openbaring 3: 18 Ik raad u aan dat u van Mij goud koopt, gelouterd door het vuur, opdat u rijk wordt, en witte kleren, opdat u bekleed bent en de schande van uw naaktheid niet openbaar wordt.
Jesaja 61: 10 Ik ben zeer vrolijk in de HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met klederen van heil, de mantel van gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan, zoals een bruidegom zich bekleedt met priesterlijk hoofdsieraad, en een bruid zich tooit met haar sieraden.
16 En hij verzamelde hen op de plaats die in het Hebreeuws Armageddon wordt genoemd.
Vers 16 sluit aan bij vers 14 waar de geesten van de demonen de koningen van de bewoonde wereld (oikoumenês) zullen verzamelen voor de oorlog die plaats zal vinden op de plek die in het Hebreeuws Armageddon wordt genoemd. Op een kaartje zie ik dat Armageddon in Galilea ligt, boven Nazareth, tussen de Jordaan en de Middellandse zee.
Armageddon komt alleen in deze tekst voor. Ik geloof niet dat deze strijd dezelfde zal zijn als die plaats zal vinden na het 1000 jarig rijk; Openbaring 20: 8 en 9. Dat zal geen echte strijd zijn, wel een dreiging met daarop het oordeel wat door God uitgevoerd zal worden.
Openbaring 20: 7, 8, 9 7 En wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten 8 En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog 9 En zij kwamen op over de breedte van de aarde, en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad. Maar er daalde vuur van God neer uit de hemel en dat verslond hen.
Op de site “Het levende ware Woord” lees ik: “Armageddon: Betekent ‘gebergte van Meggido’ (Meggido: ‘plaats van menigten’). Het lag in het noordwesten van Israël, dicht bij de kust (zie kaart). Ten zuiden van Meggido lag het dal van Jizreël (of ‘dal van Meggido’), hier vonden in de historie van Israël veldslagen plaats. Dit dal vormt ook de route om vanuit het noorden naar het zuiden te trekken, en ook naar Jeruzalem. In de tijd van Openbaring werd het gebied voornamelijk door heidenvolken bewoond. Vgl. Richteren 5: 19-20 (Lezen, de strijd van Barak tegen Sisera).
Op de site “De zeven plagen” van Franklin ter Horst lees ik: “Wat er precies met Harmágedon wordt bedoeld is niet helemaal duidelijk. Door de eeuwen heen hebben velen zich afgevraagd wat de exacte plaatsbepaling van Harmágedon is. Deze naam komt in de Bijbel slechts één keer voor, en wel in Openbaring 16: 16. Wel is duidelijk dat deze plaats zich in Israël moet bevinden. De meest gehoorde uitleg is dat het moet duiden op de oude vestingstad Megiddo. “Har” betekent: “Berg” Harmágedon zou daarom “Hoogte van Megiddo” betekenen.
Naast de oude vestingstad Megiddo ligt een uitgestrekte vlakte die in Israël de natuurlijke grens vormt tussen Samaria en Galilea. Dit is dezelfde plaats als de “vlakte van Jizreël”. In de loop van de geschiedenis hebben in deze vlakte diverse oorlogen gewoed. Zo vond daar de strijd plaats tussen Barak en Sisera (Richteren 4), tussen Gideon en de Midianieten (Richteren 7) tussen Saul en de Filistijnen (1 Samuël 31) en tussen Josia en farao Necho ( 2 kronieken 35). De naam Harmágedon lijkt alleen de verzamelplaats voor de koningen uit het oosten te zijn. Vandaar uit trekken zij op in de richting van Jeruzalem, terwijl uiteindelijk volgens de beschrijving van Openbaring 14: 20 het strijdtoneel zich over een zeer groot gebied zal uitstrekken:”
Richteren 5: 19, 20 19 De koningen kwamen, zij streden. Toen streden de koningen van Kanaän bij Taänach, aan het water van Megiddo, maar buit aan zilver namen zij niet mee. 20 Vanuit de hemel streden zij, vanuit hun banen streden de sterren tegen Sisera.
Openbaring 14: 20 En de wijnpersbak werd getreden buiten de stad, en er kwam bloed uit de wijnpersbak, tot aan de tomen van de paarden, zestienhonderd stadiën ver.
17 En de zevende engel goot zijn schaal uit over de lucht. En er klonk een luide stem uit de tempel in de hemel, vanaf de troon, die zei: Het is geschied.
En de zevende engel, boodschapper, zal zijn schaal uitgieten over de lucht. De gevolgen lees ik in vers 18 en 21. Terwijl de vijfde schaal (vers 10) over de troon van satan zal worden uitgegoten, wordt hier de zevende schaal over satan zelf uitgegoten. Satan is immers de overste van de lucht; Efeze 2: 2. Satan zal worden neergeworpen op aarde:
Openbaring 12: 10c, 12 10c want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is neergeworpen. 12 Daarom, verblijd u, hemelen, en u die daarin woont! Wee hun die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is naar beneden gekomen, naar u toe, in grote woede, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft.
En er zal een luide stem uit de tempel in de hemel klinken, vanaf de troon. Zie ook vers 1. 'Luide stem' is in de grondtekst 'phônê megalê'. Dit betekent: 'grote stem'.
De luide stem zal zeggen: Het is geschied. Wat er geschied zal zijn lees ik in vers 19. Babylon zal gevallen zijn en daarmee zal Gods toorn tot een einde zijn gekomen; Openbaring 15: 1. Deze woorden doen mij denken aan hetgeen de Here Jezus zei in Johannes 19: 30: “Het is volbracht”. En zoals er na deze woorden nog een hele tijd overheen gaat voordat de mensen werkelijk zullen beleven dat het volbracht is, geld dat ook voor “het is geschied”. Want pas als de nieuwe hemel en aarde zal zijn gekomen zullen de mensen echt in vrede kunnen leven. Johannes 19: 30 Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zei Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest.
18 En er kwamen stemmen, donderslagen en bliksemstralen. En er kwam een grote aardbeving, zo een als er niet is geweest sinds er mensen op de aarde geweest zijn: zo'n aardbeving, zo groot!
En er kwamen stemmen, donderslagen en bliksemstralen. Deze verschijnselen vind ik ook in Openbaring 4: 5 en 8: 5. Dat is tijdens de 1e en 2e blik in de hemel. Ik kan hieruit de conclusie trekken dat deze oordelen in de hemel zullen worden voorbereid en doorgegeven. En dat is ook wat ik hier lees en in:
Openbaring 15: 1 En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaarlijk: zeven engelen met de zeven laatste plagen. Want daarmee zal de toorn van God tot een einde gekomen zijn.
Openbaring 4: 5 En uit de troon kwamen bliksemstralen, donderslagen en stemmen. En er stonden zeven vurige fakkels te branden vóór de troon. Dit zijn de zeven Geesten van God.
Openbaring 8: 5 En de engel nam het wierookvat en vulde dat met het vuur van het altaar en wierp het op de aarde, en er kwamen stemmen, donderslagen, bliksemstralen en een aardbeving.
En er kwam een grote aardbeving. Ook in Openbaring 6: 12 en 11: 13a lees ik over een grote aardbeving. In Openbaring 6: 12 zal dit tijdens het openen van het zesde zegel zijn. In Openbaring 11: 13 is dit na de opstanding van de twee getuigen, tijdens het tweede wee.
Openbaring 6: 12 En ik zag toen het Lam het zesde zegel geopend had, en zie, er kwam een grote aardbeving, en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed,
Openbaring 11: 13a En op datzelfde uur vond er een grote aardbeving plaats,
Maar dit zal een aardbeving zijn als er niet is geweest sinds er mensen op de aarde geweest zijn: zo'n aardbeving, zo groot! Deze grote alles omvattende aardbeving wordt reeds in het Oude Testament voorspeld:
Psalm 97: 4 Zijn bliksemflitsen verlichten de wereld, de aarde ziet ze en beeft.
Jesaja 24: 19, 20 19 Scheuren, openscheuren zal de aarde, splijten, opensplijten zal de aarde, vervaarlijk wankelen zal de aarde, 20 hevig waggelen zal de aarde, als een dronkaard. Zij zal heen en weer slingeren als een nachthutje, haar overtreding zal zwaar op haar drukken, zij zal neervallen en niet meer opstaan.
Haggaï 2: 7, 8a 7 Want zo zegt de HEERE van de legermachten: Nog één ogenblik, en dat is een korte tijd, dan zal Ik de hemel, de aarde, de zee en het droge doen beven. 8a Ik zal alle heidenvolken doen beven.
Nahum 1: 5, 6 5 De bergen beven voor Hem, de heuvels smelten weg, de aarde rijst op voor Zijn aangezicht, de wereld met al zijn bewoners. 6 Wie kan standhouden voor Zijn gramschap? Wie kan te midden van Zijn brandende toorn opstaan? Zijn grimmigheid is uitgegoten als vuur, de rotsen worden door Hem stukgebroken.
Joël 2: 30, 31 30 Ik zal wondertekenen geven aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen. 31 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende.
19 En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van de heidenvolken stortten in. En het grote Babylon kwam bij God in gedachtenis, en Hij gaf haar de drinkbeker met de wijn van Zijn grimmige toorn.
In Openbaring 11: 8 is Jeruzalem grote stad, die op dat moment het geestelijk Sodom wordt genoemd. In Openbaring 14: 8 / 18: 16, 18, 19 en 21 is Babylon de grote stad net als hier.
Openbaring 11: 8 En hun dode lichamen zullen liggen op de straat van de grote stad, die in geestelijke zin genoemd wordt Sodom en Egypte, waar ook onze Heere werd gekruisigd.
Openbaring 14: 8 En een andere engel volgde, die zei: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, de grote stad, omdat zij alle volken van de wijn van de toorn van haar hoererij heeft laten drinken.
Babylon zal in drie stukken uiteen vallen. De verwoesting van Babylon wordt in Openbaring 17 en 18 verder beschreven.
En de steden van de heidevolken zullen in stortten. God heeft al eerder steden verwoest. In Genesis 18: 20 en 19: 25, 29 lees ik dat God vanwege de zware zonde Sodom en Gomorra omkeerde. Sodom en Gomorra zijn door de gehele Bijbel een voorbeeld gebleven van hoe het niet moest; Judas 1: 7 en:
2 Petrus 2: 6 en als God de steden Sodom en Gomorra tot as verbrand en tot de vernietiging veroordeeld heeft en tot een voorbeeld gesteld heeft voor hen die goddeloos zouden leven;
Genesis 18: 20 Verder zei de HEERE: De roep van Sodom en Gomorra is groot en hun zonde heel zwaar.
Genesis 19: 24, 25 24 Toen liet de HEERE zwavel en vuur over Sodom en Gomorra regenen. Het kwam van de HEERE uit de hemel. 25 Hij keerde deze steden en heel de vlakte ondersteboven, met alle inwoners van de steden en het gewas op het land.
En het grote Babylon zal bij God in gedachtenis komen en Hij zal haar de drinkbeker met de wijn van Zijn grimmige toorn geven. Daarvan lees ik in:
Openbaring 14: 19, 20 19 En de engel zond zijn sikkel op de aarde en oogstte de druiven van de wijnstok van de aarde, en wierp die in de grote wijnpersbak van de toorn van God. 20 En de wijnpersbak werd getreden buiten de stad, en er kwam bloed uit de wijnpersbak, tot aan de tomen van de paarden, zestienhonderd stadiën ver.
20 En alle eilanden zijn op de vlucht geslagen, en bergen waren er niet meer te vinden.
Openbaring 6: 14 En de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold. En alle bergen en alle eilanden werden van hun plaats gerukt.
Psalm 97: 5 De bergen smelten als was voor het aangezicht van de HEERE, voor het aangezicht van de Heere van heel de aarde.
Jesaja 40: 4, 5 15 4 Alle dalen zullen verhoogd worden, alle bergen en heuvels zullen verlaagd worden; wat krom is, zal recht worden; wat rotsachtig is, zal tot een vlakte worden. 5 De heerlijkheid van de HEERE zal geopenbaard worden, en alle vlees tezamen zal het zien, want de mond van de HEERE heeft gesproken. 15 Zie, de volken worden beschouwd als een druppel aan een emmer, als een stofje op de weegschaal. Zie, Hij heft de eilanden op als fijn stof.
Ezechiël 38: 15, 19, 20, 22b 15 U zult uit uw woonplaats komen, uit het uiterste noorden, u en vele volken met u, allen ruiters, een grote menigte en een talrijk leger. 19 Want in Mijn na-ijver, in het vuur van Mijn verbolgenheid, heb Ik gesproken: Voorwaar, op die dag zal een zware aardbeving het land van Israël treffen! 20 De vissen in de zee, de vogels in de lucht, de dieren van het veld, al de kruipende dieren die op de aardbodem kruipen, en alle mensen die op de aardbodem zijn, zullen voor Mijn aangezicht beven. De bergen zullen omvergehaald worden, de bergwanden zullen instorten en alle muren zullen op de grond neervallen. 22b Ik zal een alles wegspoelende regen, en hagelstenen, vuur en zwavel op hem doen regenen, op zijn troepen en op de vele volken die met hem zijn.
Op deze site lees ik: “Maar waardoor ontstaat er zo'n verschuiving? In een brief aan Hapgood schreef de wereldberoemde astronoom fysicus Albert Einstein in 1953: " Ik vind uw theorie zeer indrukwekkend en heb de indruk dat ze juist is. Men kan er nauwelijks aan twijfelen dat er herhaaldelijk en in korte tijd grote verschuivingen van de aardkorst hebben plaats gevonden".
Dit zal in de toekomst opnieuw gebeuren, tijdens Gods oordelen.
21 En grote hagelstenen, elk ongeveer een talentpond zwaar, vielen uit de hemel op de mensen neer. Maar de mensen lasterden God vanwege de plaag van de hagel, want de plaag van de hagel was zeer groot.
En grote hagelstenen, elk ongeveer een talentpond zwaar. In de grondtekst komt het woordje 'pond' niet voor. Er staat ”hagel grote als een-talent-zwaar”. Op “Christipedia” lees ik dat een talent ongeveer 30 kg weegt. Dat zijn absoluut grote hagelstenen die dodelijk zijn. Ze komen ook voor in Openbaring 11: 19b, waar ik lees over bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving (hier beschreven in vers 18) maar dan aangevuld met het oordeel van de grote hagel. Het oordeel uit Openbaring 19b en hier worden respectievelijk uitgevoerd tijdens de 3e en 6e Blik op de aarde.
Openbaring 11: 19b En er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.
Op de site “De zeven plagen” van Franklin ter Horst lees ik: “Hagelstenen met zo’n gewicht zijn waargenomen bij proeven met "Waterstofbommen". Op 01-11-1952 brachten de Amerikanen de eerste waterstofbom tot ontploffing in de Stille Oceaan. De explosieve kracht van een waterstofbom overtreft die van een atoombom vele malen. De zwaarste waterstofbom die tot ontploffing is gebracht had een sterkte van 50 megaton. Zo’n bom zou in één klap de hele Randstad van Nederland kunnen verwoesten. De proeven met waterstofbommen gingen niet alleen vergezeld van een intense hitte en verwoestende straling, maar ook van hagelbuien waarbij hagelstenen zijn aangetroffen van wel 50 kilogram. Deze gigantische hagelstenen werden veroorzaakt door de enorme atmosferische storingen van de ontploffingen. Een thermonucleaire explosie is net een gigantische stoomhamer die met een harde klap de atmosfeer in elkaar drukt en hem dan de stratosfeer inschiet. Als men vochtige lucht samendrukt en het de stratosfeer inschiet waar het zestig tot zeventig graden onder nul is, dan bevriest al dat samengedrukte vocht onmiddellijk, en valt dan terug op aarde in de vorm van enorme brokken ijs. De ervaringen tijdens de proeven met waterstofbommen hebben geleerd dat de Bijbeltekst in Openbaring 16: 21 allesbehalve een sprookje is.”
Deze mega hagelstenen zullen uit de hemel op de mensen neervallen. Tijdens de zevende plaag in Egypte vielen er ook hagelstenen: Exodus 9: 18, 25 18 Zie, Ik zal morgen omstreeks deze tijd heel zware hagel doen neerkomen, zoals er in Egypte niet is geweest van de dag af dat het gegrondvest is tot nu toe. 25 De hagel sloeg in heel het land Egypte alles neer wat op het veld was, van mens tot dier. De hagel sloeg al het veldgewas neer en versplinterde alle bomen van het veld.
Maar de mensen zullen God blijven lasteren vanwege de plaag van de hagel, want de plaag van de hagel zal zeer groot zijn. Zie vers 9 en 11 waar ik ook lees over lasteren en de wegering om zich te bekeren. Hoe dat komt lees ik in:
2 Korinthe 4: 4 Van hen, de ongelovigen, geldt dat de god van deze eeuw hun gedachten heeft verblind, opdat de verlichting met het Evangelie van de heerlijkheid van Christus, Die het beeld van God is, hen niet zou bestralen.
|
Terug naar:
Openbaring 1, Openbaring 2, Openbaring 3, Openbaring 4, Openbaring 5, Openbaring 6, Openbaring 7, Openbaring 8, Openbaring 9, Openbaring 10, Openbaring 11, Openbaring 12, Openbaring 13, Openbaring 14,
Openbaring 15, Openbaring 16, Openbaring 17, Openbaring 18, Openbaring 19, Openbaring 20, Openbaring 21
en Openbaring 22.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten