In tongentaal spreken is mooi, maar ook
niet alles. Dat schrijft George O. Wood, een bekend leider van de
pinksterbeweging in de VS in Opwekking Magazine. "Als we
bij tongentaal stoppen, draagt de pinksterervaring geen blijvende vruchten. Het
blijvende bewijs van de doop in de Heilige Geest is de vervulling van
Handelingen 1:8. Evangelisatie en zending is het blijvende bewijs van de
werking van de Geest. Als dit bewijs ontbreekt en de gemeente vruchteloos is,
dan zitten we diep in de problemen."
In dit stuk
wordt tongentaal niet aangeprezen als het bewijs van de doop met heilige geest.
Gelukkig.
Maar hier wordt
gezegd dat als wij vervuld zijn met heilige geest wij door de kracht van de
geest gaan getuigen van Christus. Dat kan ik beamen. Maar wat er aan toegevoegd
wordt is dat als wij niet getuigen het bewijs van de werking van de geest weg
is en we diep in de problemen zitten. Wat die problemen zijn wordt niet
uitgelegd. Bedoelt George O. Wood dat we dan geen kracht hebben en geen
bewijs van de doop met geest hebben? Mocht hij dit bedoelen dan ben ik het er niet
mee eens op gaat op grond van:
Efeze 1: 13 , 14 13 In Hem bent ook u, nadat u het Woord van
de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord
hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de
Heilige Geest van de belofte, 14 Die het onderpand is van onze erfenis, tot de
verlossing die ons ten deel viel, tot lof van Zijn
heerlijkheid.
Wij
zijn verzegeld met heilige geest en dit is niet afhankelijk van wat we wel of
niet doen.
We
kunnen de heilige geest wel bedroeven, maar de kracht van de geest verlaat ons
niet. Het zegel wordt niet verbroken.
Maar
er is nog een punt in deze redenering die naar mijn idee niet klopt. En dat is
de zendingsopdracht in Handelingen 1: 8. Deze opdracht heeft te maken met het
nabij gekomen Koninkrijk van God. De discipelen kregen de speciale opdracht om het
evangelie van het Koninkrijk te brengen. En daartoe werden ze uitgerust. Bovendien
hadden ze 40 dagen onderwijs gehad over de dingen aangaande het Koninkrijk van
God lees ik in Handelingen 1: 3. Met deze taak zijn ze begonnen in Handelingen
2. Maar door ongeloof van het Joodse volk kon het Koninkrijk niet opgericht
worden. In de toekomst zal opnieuw de boodschap van het komende Koninkrijk
klinken. Dan zal dit evangelie gebracht worden door het hele volk Israël,
wanneer zij als koningen en priesters er opnieuw op uit trekken om de grote
daden van God te verkondigen, zo lees ik in 1 Petrus 2: 9, 10. Wil je meer
weten over het pinkstergebeuren lees dan de studie “De doop met heilige geest” op
dit blog.
Hebben
wij dan geen zendingsopdracht? Wij mogen zeker het evangelie brengen maar wij
hebben niet die bijzondere opdracht gekregen zoals de discipelen en het volk
Israël. Wij brengen niet het evangelie
van het komende koninkrijk. Wij mogen de boodschap brengen zoals het in Efeze
1: 3-14 staat. Door geloof worden mensen in deze tijd toegevoegd aan het
lichaam van Christus, zoals het in Efeze 3: 6 staat. Wij mogen de blijde boodschap
brengen zoals het in Johannes 3: 16 – 21 staat.
Lees
ook het bericht wat ik hiervoor heb geschreven.
En
dan ga ik nu drie weken met vakantie. Kamperen in Frankrijk. De laptop gaat
niet mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten