Koekje van eigen deeg.

Koekje van eigen deeg. Opwekking 124.

Ik bouw op U mijn schild en mijn verlosser niet eenzaam ga ik op de vijand aan sterk in uw kracht gerust in uw bescherming ik bouw op U en ga in uwe naam -2x-

Gelovend ga ik eigen zwakheid voelen en telkens meer moet ik uw kracht verstaan toch rijst in mij een lied van overwinning ik bouw op U en ga in uwe naam -2x-

Ik bouw op u mijn schild en mijn verlosser Gij voert de strijd, de huld’ is u gewijd In ‘t laatste uur zal ‘k zegevierend ingaan in rust met u die mij hebt voortgeleid. -2x-

Door de jaren heen werd dit een lievelingslied van mij. Vooral de zin 'en telkens meer moet ik uw kracht verstaan' is een ervaring die ik regelmatig had/heb. Zo was ik 9 jaar in een 'volle evangelie' gemeente. Daar nam ik ook deel aan de eigenschap dat 'wij' de ware boodschap uitdroegen. Toen ik meende dat het hier en daar haperde ging ik vragen stellen. Dat werd mij niet in dank afgenomen en kreeg ik te maken met een houding die ik zelf ook had. Het voelde niet prettig. Het was een leerzaam koekje van eigen deeg.

Hetzelfde overkwam mij in een afscheiding van de 'vergadering van gelovigen'. Je zou zeggen dat ik het lesje wel geleerd had, maar nee. Alleen was ik er nu niet meer zo van slag van. Ik begon mijn eigen zwakheid te voelen en te erkennen. En zo begon er voor mij een lied van overwinning te ontstaan en mag ik steeds meer leren op Christus te bouwen.

Of ik de eindstreep vlekkeloos behaal en met Paulus kan zeggen dat ik het geloof heb behouden; 2 Timoteüs 4: 17? Ik jaag ernaar. 

 

Ik haal troost uit de vele verhalen uit de Bijbel zoals uit de levens van David en Salomo. Zij waren uitverkorenen en mannen naar Gods hart, ondanks de behoorlijke misstappen die ze maakten. Ook Paulus weet erover mee te praten, meen ik te lezen in:

Filippenzen 2: 7, 8d - 12 7 Maar wat voor mij winst was, dat heb ik om Christus' wil als schade beschouwd. 8d opdat ik Christus mag winnen, 9 en in Hem gevonden word,  niet met mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof in Christus is, namelijk de rechtvaardigheid uit God door middel van het geloof; 10 opdat ik Hem mag kennen, en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap met Zijn lijden, doordat ik aan Zijn dood gelijkvormig word, 11 om hoe dan ook te komen tot de opstanding van de doden. 12 Niet dat ik het al verkregen heb of al volmaakt ben, maar ik jaag ernaar om het ook te grijpen. Daartoe ben ik ook door Christus Jezus gegrepen.