Kerst
Vanaf
dit blog wil ik jullie gezellige kerstdagen en een gezegend nieuwjaar
toe wensen.
Deze
kerststal heeft onze kleinzoon vorig jaar gemaakt, toen hij bij ons
logeerde.
Het
kerstverhaal spreekt mensen aan. En dat is mooi. Ik hoor zelfs van
mensen die verder nooit naar de kerk gaan, dat zij dit met kerst wel
doen. Dan horen zij van de geboorte van de Here Jezus Christus. En
zij genieten, dat neem ik tenminste maar aan, van de sfeer en alles
wat er in zo'n dienst wordt gedaan. Ik ken kerst ook als gezellig en
sfeervol met de kaarsjes die branden.
Maar
ik vind nergens in de Bijbel dat we de geboorte van Christus moeten
vieren. Hoe komt het dan dat we het wel menen te moeten doen?
“De
Germanen vierden rond Midwinter (21
december)
reeds midwinter of joelfeesten (winterzonnewende) waarbij het boze
werd verjaagd en het licht werd begroet. In de Scandinavische talen
heet Kerstmis tot op vandaag jul.
In
de vierde
eeuw zorgden
keizer Constantijn
de Grote en
de bisschoppen van
de uit vervolging bevrijde vroege Kerk ervoor dat Kerstmis op 25
december zou worden gevierd. Op deze datum werd rond de Middellandse
Zee tot dan toe de zonnegod vereerd.
Omdat Jezus het Licht
van de Wereld genoemd
werd, zou Constantijn I - volgens bepaalde auteurs hebben besloten
dat de geboorte van Christus op deze dag gevierd zou moeten worden.
Bovendien waren de dagen rond 25 december reeds de vrije feestdagen
der saturnaliën.
De saturnaliën
was de naam die de Romeinen gaven
aan de feestdag op de zonnewende van 21
december ieder
jaar.”
Als
ik dit lees dan zie ik dat het voortkomt uit een bron, buiten de
Bijbel om. Bij mij rijst nu de vraag: Hoe ziet God naar ons als wij
dit feest vieren?
Natuurlijk
kun je dit feest met zijn vrije dagen gebruiken om te evangeliseren.
En ik zie op internet dat dit ook veel gedaan wordt. De boodschap van
de geboorte van de Messias wordt verkondigt. En ik kan alleen maar
bidden dat mensen de vrede vinden in Christus. Vrede
op aarde begint met vrede in jezelf.
Ik
wil voor niemand bepalen hoe hij/zij kerst zouden moeten vieren. Alle
versierselen, het zijn dode dingen, zie 1 Korinthe 8: 1- 4. Ik moet
ook denken aan Paulus die het evangelie verkondigde in Handelingen
17: 22 – 24 in Athéne. Als aanleiding voor zijn boodschap gebruikt
hij de Areópagus waar hij een altaar vindt, te midden van allerlei
altaren aan de afgoden, aan de onbekende God.
Op
CIP stuitte ik op een intervieuw met
Wietse
van der Hoek, voorganger in de Arnhemse baptistengemeente Ontmoeting,
met bijbehorende
discussie.
3 opmerkingen:
Ik wil de Messias elke dag wel prijzen en aan Hem denken. Had ik maar wat meer in me, leefde ik maar nog dichterbij. Het maakt mijn niet uit dat ze er een aparte dag voor hebben gemaakt in december. Als je het maar niet als Zijn verjaardag viert.
Mooie blog om over na te denken. Enne ... mooie kerststal hoor ;-)
Dat is een mooi verlangen van je Ariëlla, om steeds dichterbij Christus te willen leven. Helaas zijn we nu nog verbonden met het aardse. Maar eens zal je wens volledig in vervulling gaan. Dan zullen we bij Hem zijn, als Zijn Lichaam waarvan Hij het Hoofd is.
Dank je wel! En ook voor de reactie op mij blog vandaag. Ik denk ook niet dat wij een Pniël-worsteling nodig hebben om genade te vinden. Maar ik verlang wel naar een klein Pniël ( spreken met Hem, gelovig zien op Hem) Een Godsontmoeting. Steeds opnieuw.
Een reactie posten