Tussen Pasen en Pinksteren.
Pasen is geweest. Christus is opgestaan. Wat deed Hij
tussen Pasen en Pinksteren?
In
Mattheus 28:
9 lees ik dat de Here Jezus Maria Magdalena en de andere Maria ontmoet.
In
Markus 16:9 verschijnt Hij
in de eerste plaats aan Maria Magdalena.
En
Johannes 20 : 14 zegt dat de Here
Jezus Maria Magdalena ontmoet. Zij herkende de Heer niet. Als de Heer haar naam
noemt wil ze Hem aanraken, maar dat kan niet. Zij mag aan de discipelen het
nieuws van de opstanding vertellen. Alleen
in
Lukas 24: 17-31 wordt
beschreven hoe Christus als eerste de twee Emmaüs gangers ontmoet.
In alle vier de evangeliën staat beschreven dat De Heer
aan de discipelen verschijnt. Ik lees in
alle evangeliën dat ze er moeite mee hebben om te geloven dat de Heer er weer
is en uit de doden is opgestaan. Maar Hij toont ze Zijn wonden. In het Johannes
evangelie lees ik dat Thomas zijn hand in de zijde van de Heer mag leggen en de
wonden op de handen van de Heer mag aanraken. Dan pas kan Thomas geloven dat
het Christus is. In Johannes 21 lees ik de ontroerende geschiedenis van het
herstel van Petrus.
In Mattheus 28:
18-20 ontmoet de Heer de discipelen en zegt: ” 18 Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. 19 Ga
dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de
Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te
nemen. 20 En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld.
Amen”.
In Markus 16:14-18
verschijnt de Heer aan de discipelen en zegt: “14 Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen.
16 Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet
geloofd zal hebben, zal verdoemd worden. 17 En hen die geloofd zullen hebben,
zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven; in
vreemde talen zullen zij spreken; 18 slangen zullen zij oppakken; en als zij
iets dodelijks zullen drinken, zal het hen beslist niet schaden; op zieken
zullen zij de handen leggen en zij zullen gezond worden”.
Daarna beschrijft Markus de hemelvaart van Christus en de
uitzending van de discipelen.
In Lukas 24: 46-49
lees ik dat de Heer tegen de discipelen zegt: “46 Zo staat er geschreven en zo moest de Christus lijden en uit de
doden opstaan op de derde dag. 47 En in Zijn Naam moet onder alle volken
bekering en vergeving van zonden gepredikt worden, te beginnen bij Jeruzalem.
48
En u bent van deze dingen getuigen. 49 En
zie, Ik zend de belofte van Mijn Vader op u; maar blijft u in de stad
Jeruzalem, totdat u met kracht uit de hoogte bekleed zult worden”.
Lukas schrijft dat Christus de discipelen zegent en
opgenomen wordt in de hemel.
In Handelingen
1: 3 lees ik: “Hij heeft Zichzelf, nadat
Hij geleden had, ook levend aan hen vertoond, met veel onmiskenbare bewijzen,
veertig dagen lang, waarbij Hij door hen gezien werd en over de dingen sprak
die het Koninkrijk van God betreffen”.
Het is dan ook heel logisch dat de discipelen Hem in vers
6 vragen: “Heere, zult U in deze tijd
voor Israël het Koninkrijk weer herstellen”?
De Here Jezus antwoordt: “Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader
in Zijn eigen macht gesteld heeft, 8 maar
u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u
zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot
aan het uiterste van de aarde”.
Daarna werd de Here Jezus opgenomen en een wolk onttrok
Hem aan hun ogen. Ze kregen de belofte dat Hij op dezelfde wijze terug zou
keren.
Ik geloof dat de Heer in die 40 dagen met de discipelen
gesproken heeft over de zendingsopdracht die Hij hun gaf. Maar mogelijk ook
over alles wat er in het Oude Testament over de belofte van het Koninkrijk is
geschreven. En natuurlijk niet te vergeten wat ze zelf hadden gezien toen
Christus met hun 3 jaar rondwandelde in Israël. Het was een belangrijk
onderwerp, het Koninkrijk van God. En dan wordt daarmee bedoeld het Koninkrijk
wat op aarde opgericht gaat worden zoals al beloofd is aan Abraham. De komst
van dit Koninkrijk loopt als een rode draad door bijna de hele Bijbel.
Gen. 15:18 Ten zelfden dage maakte de HEERE een verbond
met Abram, zeggende: Aan uw zaad heb Ik dit land gegeven, van de rivier van
Egypte af, tot aan die grote rivier, de rivier Frath:
In Handelingen
1: 9 staat dat de Heer opgenomen wordt en dat de discipelen Hem niet
meer konden zien omdat een wolk hun het zicht ontnam.
2 opmerkingen:
Dank je wel Rinske, voor deze Bijbelstudie.
Dag Jedidja,
Fijn dat je er iets aan hebt gehad. Zelf vond ik het ook boeiend om deze Bijbelteksten eens op een rijtje te zetten. We hebben het over Pasen, Hemelvaart en Pinksteren, maar ik had me er nooit zo in verdiept wat er in die tussen liggende 40 dagen gebeurde.
Een reactie posten