Welkom op mijn blog.

Welkom op mijn blog. In 2014 ben ik begonnen met bloggen. Het maken van Bijbelstudies is voor mij belangrijk. Alleen horen en lezen beklijft niet. Het begrijpen gaat het beste door in het onderwerp te duiken en het op te schrijven. Ik besloot om het bestudeerde niet voor mezelf te houden maar te delen. De studies staan allemaal rechts op dit blog. Ze gaan over Bijbelse onderwerpen die mij aanspreken.

Verder probeer ik elke maand een blog te plaatsen. Zo'n stukje schrijf ik in eerste instantie voor het blad van de kerkelijke gemeenschap waar ik neer toe ga. Als het daar is verschenen deel ik het hier. Zo vang ik twee vliegen in één klap. De onderwerpen zijn uit Gods Woord, tijdschriften of gaan over persoonlijke gebeurtenissen en ervaringen. Ik nodig je uit om rond te snuffelen in mijn studies en je voordeel er mee te doen. Je mag ze gerust kopiëren of delen maar dan wel graag met vermelding van de bron. Succes met studeren. Het staat je vrij om te reageren.


Studie: "Openbaring 3"

Openbaring 3

Deze studie is een vervolg op Openbaring 1 en Openbaring 2.

In deze studie wil ik het boek Openbaring onderzoeken. Het centrale thema van het boek is 'de grote verdrukking' of ook wel 'de dag des Heeren'; zie Openbaring 1: 10.

Ik ga tekst met tekst vergelijken en hoop er zo een beetje inzicht in te krijgen.
Van de 404 verzen zijn er 285 welke terug te vinden zijn in het Oude Testament. Ook zijn er regelmatig teksten uit de evangeliën in toepasbaar. Zo zie ik dat het Oude Testament, de evangeliën en Openbaring met elkaar verbonden zijn. De profetie wordt vervuld in de Openbaring van Jezus Christus.

In Openbaring staat het volk Israël centraal, maar ook de 'oikoumene' wat in de de grondtekst vertaald door 'bewoonde-wereld'. 'Oikoumene' komt 3 keer voor in Openbaring en wel in Openbaring 3: 10 / 12: 9 en 16: 14. In de Statenvertaling vertaald men het met 'de gehele wereld'. Toch gaat hier om een select gebied, de toenmalige bewoonde wereld, namelijk het oude Romeinse rijk. Dat bestond uit landen rond de Middellandse zee. Dat zijn de landen waarover het ook meestal in het Oude Testament ging en waar Paulus zijn zendingsreizen naar toe heeft gemaakt. Ik geloof dat de verzoeking, de grote verdrukkingzie mijn studie “De toekomst van de mens” deel 4 paragraaf 9.2, zich met name in dat gebied zal voltrekken. Mogelijk zal wel de wereld (kosmos; komt 3 keer voor in: Openbaring 11: 15 / 13: 8 en 17: 8) er zijn invloed van ondervinden.

Het woordje 'aarde' komt 66 keer voor in Openbaring. Aarde is in de grondtekst 'gês'. En dat betekent: land. Vaak geeft men er de betekenis aan van de gehele aarde, alle landen. Het is erg verwarrend als er aarde staat, maar een land wordt bedoeld, met name het land Israël. 

De naam 'Johannes' is de Griekse vorm van het Hebreeuwse 'Jochanan'. Het betekent: De HERE is genadig.
Johannes heeft iets gezien en moet dit opschrijven. Voor Johannes is dit verleden tijd en daarom is het boek Openbaring in de verleden tijd geschreven. Maar ik geloof dat hetgeen Johannes heeft gezien toekomst is. Het is profetie; Openbaring 22: 19. Daarom schrijf ik mijn commentaar zoveel mogelijk in de onvoltooide tegenwoordige toekomende tijd: Het zal gebeuren.

Ik werk vanuit de Herziene Staten Vertaling, mist anders aangegeven. Ik maak gebruik van de grondtekstOok vervang of vul ik regelmatig stukje aan. Ik ga er niet vanuit dat deze studie volmaakt is.

Ik gebruik kleurtjes. Voor de teksten uit Openbaring gebruik ik een lichtblauwe kleur. Voor teksten die Openbaring aanvullen gebruik ik de kleur oranje. De aanhalingen en woorden uit de grondtekst kleur ik groen. Aanhalingen uit andere artikelen zijn lichtgeel. De plagen zijn grijs. Het kan zijn dat ik nog meer kleuren heb gebruikt, maar dat is vanzelf te zien. Het principe van de kleuren zal nu duidelijk zijn.

In Openbaring 2 schrijft Johannes aan de gemeenten te Efeze, te Smyrna, te Pergamus en te Thyatira. In Openbaring 3 schrijft Johannes aan de gemeenten te Sardis, Filadelfia en Laodicea. Op “Leerwiki” is een korte beschrijving te lezen over deze steden. 

Veelal ziet men in de zeven brieven aan de zeven gemeenten de kerk geschiedenis. Ik geloof niet dat deze brieven daarover gaan.
In Openbaring 1: 19 leg ik uit dat 'wat is' betekent dat Johannes moet uitleggen wat het is dat hij gezien en gehoord heeft. Daarmee begint hij direct in vers 20. Johannes moet aan de, opdat moment aanwezige, zeven gemeenten schrijven wat er in de nabije toekomst gaat gebeuren. Dit zal de oprichting zijn van het beloofde Koninkrijk van God. Door ongeloof van het volk Israël (Handelingen 28: 26 – 28) kon dit Koninkrijk niet opgericht worden. Maar eens zal dit wel gebeuren. Het is maar de vraag of er dan weer deze zeven gemeenten zullen zijn. 

De schrijver C.H. Welch legt in het boek “DEZE PROFETIE” op blz.19 uit dat Openbaring 2 en 3 gaan over de overgebleven gelovigen in Israël, het overblijfsel. Het gaat over een tijd van verdrukking, over aanmoedigen en overwinnen, lijden met het oog op het nabijgekomen Koninkrijk, het paradijs, het nieuwe Jeruzalem en de nieuwe hemel en aarde.

In het artikel "Openbaring in vogelvlucht" deel 1 lees ik dat Openbaring 2 en 3 gaan over de geschiedenis van Israël, en niet over de kerkgeschiedenis. Een interessante gedachte en een logische conclusie. Want veel onderwerpen in de zeven brieven aan de zeven gemeenten komen uit het Oude Testament. 

De bronnen voor deze studie zijn:
Het boek “DEZE PROFETIE” van de schrijver C.H. Welch. 
De artikelen serie op de site “AMEN” door Sebastiaan de Graaf

De gemeente in Sardis.

1 En schrijf aan de engel van de gemeente in Sardis: Dit zegt Hij Die de zeven Geesten van God heeft en de zeven sterren: Ik ken uw werken, en weet dat u de naam hebt dat u leeft, maar u bent dood.

En schrijf aan de engel van de gemeente
In de grondtekst staat: boodschapper. Iedere gemeente in Openbaring 2 en 3 heeft een engel, oftewel een boodschapper die het aanspreekpunt van de gemeente is, zie Openbaring 1: 16. Deze aanhef is voor elk van de zeven gemeenten hetzelfde.

Sardis betekent ‘rode’. In de omgeving van Sardis bevinden zich roodgekleurde rotsen. In Gods Woord verwijst 'rood' naar bloed.

Hij Die de zeven Geesten van God heeft: In Openbaring 1: 4 lees ik dat Christus de zeven geesten (engelen) Die voor zijn troon zijn heeftDeze zeven geesten kom ik ook tegen in Openbaring 5: 6. Daar is het Lam, Christus, de zeven geesten van God. Ik kan hieruit de conclusie trekken dat God en Christus één zijn. Dat principe vind ik ook in Johannes 17: 11, 21, 22 en 23.
Joh.17: 22 En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn;
Openb.5: 6 En ik zag, en zie: te midden van de troon en van de vier dieren en te midden van de ouderlingen stond een Lam als geslacht, met zeven horens en zeven ogen. Dat zijn de zeven Geesten van God, die uitgezonden zijn over heel de aarde.

De zeven sterren: De zeven sterren zijn de engelen of de boodschappers van de zeven gemeenten lees ik in Openbaring 1: 20. De engel moest de boodschap van de boekrol aan de gemeente doorgeven. 

Ik ken uw werken. Komt 9 keer voor in Openbaring 2 en 3. De werken van de gemeenten zijn belangrijk. Werken zijn sowieso belangrijk in het komende Koninkrijk van God

Ik moet denken aan: Mattheus 7: 19 – 23 19 Iedere boom die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. 20 Zo zult u hen dus aan hun vruchten herkennen. 21 Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. 22 Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? 23 Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!
Jacobus 2: 24 U ziet dus nu dat een mens uit werken gerechtvaardigd wordt en niet alleen uit geloof.

Hoe anders is dat nu. Ik lees in:
Efeze 2: 8, 9 8 Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; 9 niet uit werken, opdat niemand zou roemen. 
Kolossenzen 2: 11 In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die niet met handen plaatsvindt, door het uittrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, door de besnijdenis van Christus.

Nu ik weet dat de Efeze en de Kolossenzen brieven (de latere brieven van Paulus) geschreven zijn aan de 'Gemeente die het Lichaam is van Christus' begrijp ik het verschil tussen behoudenis uit werken en enkel uit geloof. Het hoeft niet verwarrend en tegenstrijdig aan elkaar meer te zijn. 

Werken hebben prioriteit in de toekomst en geloof in onze tijd, in de bedeling van genade. Hier wordt niet verteld wat die werken zijn, maar ik kan het in verband brengen met het dood zijn verderop in deze zin. Als er geen goede werken zijn is iemand dood. In dit vers is de gemeente dood. Hieraan zie ik dat deze gemeente in een andere positie is dan de Gemeente, het Lichaam van Christus. Daartoe gehoren alleen gelovigen die daar door God geplaatst zijn op grond van het geloof van Christus, waarop deze gelovigen hun vertrouwen hebben gesteld. Het Lichaam van Christus kan niet dood zijn of worden want wij zijn IN Christus een nieuwe schepping.

En weet dat u de naam hebt dat u leeft, maar u bent dood. In vers 15 moet Johannes schrijven aan Laodicea dat hun werken lauw zijn en dat ze beter koud (of warm) zouden kunnen zijn. Maar hier zijn ze dood en dat is dus nog weer anders dat koud. Dit dood zijn verwijst naar de ballingschap van Israël in 2 Koningen. Daar worden de tien stammen LO-AMMI (niet mijn volk) voor God. Ze zijn 'geestelijk' dood voor God. Dit door ontrouw en ongehoorzaamheid.

2 Wees waakzaam en versterk het overige dat dreigt te sterven, want Ik heb uw werken niet vol bevonden voor God.

Wees waakzaam. Hierbij moet ik denken aan Mattheus 24: 36 – 44. In vers 42 staat: 42 Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal.

Zie ook: 1 Thessalonicenzen 5: 6 Laten wij dan niet, evenals de anderen, slapen, maar laten wij waakzaam en nuchter zijn.

Toch is ook in het dode Sardis een levende kern, een gelovig overblijfsel. Dit verwijst naar de twee stammen van Israël. Zij moesten het deel wat dreigde te sterven versterken en opbeuren. En hier ook weer die opmerking over hun werken; vers 1, waarvan nu gezegd wordt dat ze niet vol bevonden worden. Ze worden niet goedgekeurd. Mogelijk heeft het deel wat nog niet 'dood' is laten gebeuren dat het andere deel van de gemeente kon 'sterven'. Toch blijft iedereen verantwoordelijk voor zichzelf. Dat lees ik in Mattheus 25: 1 – 13 waar de olie van de vijf dwaze maagden op was. Ik denk dat deze maagden reeds 'dood' waren. Ze wilden olie van de wijze maagden. Dat kregen ze niet omdat de wijze maagden dan mogelijk ook niet genoeg hadden. De wijze maagden adviseerden hen om olie te kopen en zich te versterken. Maar helaas was het te laat. Olie is een beeld van heilige geest.

3 Bedenk dan hoe u het hebt ontvangen en gehoord, en houd het vast en bekeer u. Als u dan niet waakzaam bent, zal Ik bij u komen als een dief en u zult beslist niet weten op welk uur Ik bij u zal komen.

De gelovigen moeten bedenken hoe ze het ontvangen en gehoord hebben. Het zou kunnen zijn dat hier verwezen wordt naar het evangelie van het Koninkrijk wat in Handelingen 2 en in de evangeliën gepredikt werd. Dit evangelie zal aan het einde der tijden opnieuw gepredikt worden lees ik in Mattheus 24: 14

Maar ik kan ook denken aan Openbaring 2: 4 waar aan de gemeente van Efeze het verwijt klinkt dat zij hun eerste liefde hebben verlaten.

En het kan hier om de woorden van de boekrol Openbaring gaan. Daarin staan de woorden van God en het getuigenis van Christus lees ik in Openbaring 1: 2.

Ik moet het ontvangen en gehoord hebben ook denken aan Nehemia 6 waar staat in vers: 6a Ezra opende het boek voor de ogen van heel het volk, 9 Zij lazen uit het boek voor, uit de wet van God, gaven uitleg en verklaarden de betekenis, zodat men de voorlezing begreep. 19 En men las dag aan dag voor uit het boek met de wet van God, vanaf de eerste dag tot de laatste dag, en ze vierden zeven dagen feest. En op de achtste dag was er een bijzondere samenkomst, volgens de bepaling.

Als men dus terugkeert, zich bekeert, naar het Woord en de wet van God dan zal er in de toekomst reden zijn tot het vieren van feest.

Bekeren: In de grondtekst staat: Bezinnen, nadenken. Het heeft in onze bedeling een 'zware' betekenis, zeker in bepaalde groeperingen. Maar als ik weet dat het te maken heeft met het volk Israël die zich moeten omkeren van hun goddeloze weg en terug moet keren naar Gods Woord zoals in Nehemia 6, dan kan ik anders tegen dit begrip aankijken.

Vier keer klinkt de oproep in Openbaring om zicht te bekeren, namelijk hier en in vers 19. Zie ook Openbaring 2: 5 en 16. Verder klinkt in de gehele Bijbel voortdurend de oproep aan het volk Israël om zich te bekeren.

Opnieuw klinkt de waarschuwing om waakzaam te zijn zodat Christus niet onverwachts zal komen als een dief; vers 2. Dit vind ik ook in 1 Thessalonicenzen 5: 2, 3 en 4, 2 Petrus 3: 10 en in Openbaring 16: 15.

1 Thes.5: 2, 3, 4 2 Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Heere komt als een dief in de nacht. 3 Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten. 4 Maar u, broeders, bent niet in duisternis, zodat die dag u als een dief zou overvallen.

2 Petr.3: 10 Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden.

Openb.16: 15 Zie, Ik kom als een dief. Zalig hij die waakzaam is en op zijn kleren acht geeft, zodat hij niet naakt zal rondlopen en men zijn schaamte niet zal zien.

Op welk uur Ik bij u zal komen. Maar dit betekent dus ook dat wanneer gelovigen wel waakzaam zijn, zij het moment van de wederkomst van Christus zullen kunnen zien aankomen. Hierbij moet ik denken aan: Mattheus 24: 15, 32 15 Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarvan gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats laat hij die het leest, daarop letten! 32 Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is.

4 Maar u hebt ook in Sardis enkele personen die hun kleren niet bevlekt hebben, en zij zullen met Mij wandelen in witte kleren, omdat zij het waard zijn.

Enkele personenEnkele personen. In de grondtekst staat: enkele namen. Hier kent Christus namen van personen die, ondanks de dode toestand in de gemeente, hun kleren niet bevlekt hebben. In de grondtekst staat: niet bezoedelen de bovenkleding van hen. Kleren of bovenkleding is in het Grieks 'himatia'. Deze 'enkele' personen hebben niet meegedaan met de 'doden' die mogelijk aan de onreine toestanden meededen die er in de gemeente waren. Zij waren tot dan toe waakzaam zoals in vers 2 en 3 staat. Zij hielden rekening met het plotseling verschijnen van Christus. 

Met Mij wandelen in witte kleren. In de grondtekst komt 'kleren' hier niet voor. Er staat dus: met Mij wandelen in wit. Verder komen witte kleren voor in vers 5 en 18 en in Openbaring 4: 4. Alleen degene die geen onreine werken hebben gedaan dragen deze witte kleren. Zij zijn het waard door hun goede werken. Maar dit altijd op grond van het bloed van Jezus Christus; Openbaring 1: 5. Ik moet hierbij denken aan de gerechtigheden van de heiligen in:

Openbaring 19: 7, 8  7 Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw heeft zich gereedgemaakt. 8 En het is haar gegeven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen.

In Johannes 20: 12 dragen engelen witte kleren. In Openbaring 6: 11 en 7: 9, 13 en 14 lees ik over 'witte gewaden'. Gewaden is in het Grieks 'stolas'. De Herziene Statenvertaling vertaling geeft voor deze verschillende Griekse woorden ook een verschillende vertaling. In de Statenvertaling worden 'himatia' en 'stolas' beiden door 'klederen' vertaald. Het boek "DEZE PROFETIE" van de schrijver C.H. Welch geeft aan dat 'gewaden' (stolas) te maken heeft met het martelaarschap en de beloning daarvoor.

In het tegenwoordige Lichaam van Christus bevinden de gelovigen zich door het geloof (niet door werken of eigen gerechtigheden) IN Christus. Dat is een ander uitgangspunt, een andere positie.

5 Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.

Wie overwint. Dit komt 8 keer voor in het boek Openbaring. 7 Keer in de brieven aan de 7 gemeenten en in Openbaring 21: 7. Er valt veel te overwinnen. Want in de grote verdrukking, tijdens de regering van de antichrist, zal heel wat ellende over de gelovigen heen komen.

Dit vers is een aanvulling op de witte kleren van vers 4. Als de gelovigen overwonnen hebben zullen ze bekleed worden met witte kleren waarmee ze dan zullen wandelen met Christus. In Openbaring 6: 11 zie ik dat gelovigen zijn gedood en voor de troon van het Lam staan bekleed met witte klederen.
Openb.6: 11 En aan ieder van hen werd een lang wit gewaad gegeven. En tegen hen werd gezegd dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het aantal van hun mede dienstknechten en hun broeders, die evenals zij gedood zouden worden, volledig zou zijn geworden.

Daarna lees ik opnieuw over namen. Iemands naam zal niet gewist worden uit het boek des levens
Dit boek komt 9 keer voor in de Staten Vertaling. 1 Keer in het Oude testament in Psalm 69: 29. 1 Keer in de latere brieven van Paulus in Filippenzen 4: 3. Dan nog 7 keer in Openbaring in: Openbaring 3: 5 / 13: 8 / 17: 8 / 20: 12, 15 / 21: 27 en 22: 19.

Op de site “Amen”  lees ik dat 'het boek des levens' voornamelijk over Israël gaat. Daar kan ik het wel mee eens zijn. Israël was en zal altijd Gods volk zijn. Een groot deel van Gods Woord gaat over dit volk. Openbaring gaat ook over Israël, zie inleiding. Dus alle Israëlieten die overwinnen staan geschreven in het boek des levens.

Ik heb altijd gemeend dat het een boek van gelovigen was. Maar dat staat er niet. Het is het boek van het leven. Iedere Israëliet die leeft en geleefd heeft, rechtvaardig is en overwint, staat er ingeschreven. Sommigen worden uit het boek verwijderd. Dit gebeurd wanneer iemand niet rechtvaardig is, zie Psalm 69: 29. Dan komt men in aanmerking voor de tweede dood. En het kan zijn dat men er nooit in is ingeschreven zo lees ik in Openbaring 20: 15. 
Psalm 69: 29 Laat hen uitgewist worden uit het boek des levens, laat hen bij de rechtvaardigen niet opgeschreven worden.
Openbaring 20: 15 En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.

Lees uitgebreid over het boek des levens in mijn studie: “De toekomst van de mens” Deel 3

Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen. Wanneer gelovigen overwinnen zal Christus hun naam belijden voor Zijn Vader en de engelen. Het omgekeerde is ook waar. Ik lees in: Mattheus 20: 32, 33 32 Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. 33 Maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.

6 Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.

In de Evangeliën worden deze woorden 8 keer gebruikt door de Here Jezus. In Openbaring 7 keer. Dit legt een verbinding tussen de Evangeliën en het boek Openbaring. Deze uitdrukking wordt herhaald in elke brief aan de gemeenten. Het lijkt erop dat Christus de nadruk wil leggen op het werkelijk horen van hetgeen Hij gaat zeggen.

Korte samenvatting:
De brief aan Sardis is vermanend. De gelovigen hadden de naam dat zij leefden, maar zij waren 'geestelijk' dood. Zij moesten waakzaam zijn en degenen die dreigden te 'sterven' aanmoedigen. Als zij zich zouden bekeren en waakzaam waren zou Christus voor hen niet onverwachts als een dief in de nacht komen. Als zij zouden overwinnen zou hun naam in het boek des levens blijven en krijgen ze niet te maken met de tweede dood. Christus zal hun naam dan belijden voor Zijn Vader en voor de engelen.

De gemeente in Filadelfia.

7 En schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die de sleutel van David heeft, Die opent en niemand sluit, en Hij sluit en niemand opent:

En schrijf aan de engel van de gemeente. Zie vers 1.

Filadelfia betekent 'broederliefde'. Nu heet de stad Alasehir, wat 'rode stad' betekent, naar de rode rotsen in de omgeving.

Christus is hier de De Heilige. God (Jehova) wordt op diverse plaatsen in het Oude testament ook 'de Heilige' genoemd, zoals in Jesaja 40: 25 / 47: 4, Ezechiël 39: 7, Hosea 11: 9 en Habakuk 3: 3, 8. God verdraagt geen zonde.

Christus is de Waarachtige. Zie ook: Openbaring 19: 11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid.

Die de sleutel van David heeft, Die opent en niemand sluit, en Hij sluit en niemand opent. Die uitdrukking is een herhaling uit: Jesaja 22: 22 En Ik zal de sleutel van het huis van David op zijn schouder leggen. Als hij opendoet, zal niemand sluiten. Als hij sluit, zal niemand opendoen.

Sleutels wijzen op autoriteit, zie ook Openbaring 1: 18. Ik moet hierbij bovendien denken aan Mattheus 16: 18, 19 18 En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. 19 En Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven; en wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn.

In dit tekstgedeelte gaat het over hetzelfde onderwerp als in Openbaring, namelijk het nabijgekomen Koninkrijk. De sleutels van David zijn dezelfde sleutels als die van het Koninkrijk der hemelen, welke aan Petrus werden gegeven. Uit het geslacht van David komt namelijk de Messias voort en Hij zal de Koning van het Koninkrijk der hemelen zijn. Christus heeft niet alleen de sleutels van het Koninkrijk, maar ook de sleutels van de dood en het dodenrijk (graf). Hij is degene die kan openen en sluiten. Petrus had in Handelingen tijdelijk deze bevoegdheid.

8 Ik ken uw werken. Zie, Ik heb voor uw ogen een geopende deur gegeven en niemand kan die sluiten, want u hebt weinig kracht en toch hebt u Mijn Woord in acht genomen en Mijn Naam niet verloochend.

Ik ken uw werken. Opnieuw worden de werken genoemd. Zie vers 1.
In vers 7 heb ik het al gehad over de geopende deur die niemand kan sluiten. Die deur is de toegang tot het Koninkrijk der hemelen. Wanneer iemand de Naam van Christus niet verloochend heeft en Gods Woord in acht heeft genomen dan is de deur naar het Koninkrijk open, ondanks dat er weinig kracht in de gemeente Filadelfia is. Ik moet ook denken aan Johannes 10: 9 Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. Christus is de Deur. Het binnengaan door die Deur kost geen kracht, alleen vertrouwen/geloof. De weide lijkt mij het Koninkrijk van God. 

In Openbaring 4: 1 lees ik over een geopende deur in de hemel: Hierna zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel.

(Want) u hebt weinig kracht. Het woordje 'want' staat niet in de grondtekst. Het tegenovergestelde van weinig kracht vind ik in: Openbaring 11: 17 en zeiden: Wij danken U, Heere, God de Almachtige, Die is en Die was en Die komt, omdat U Uw grote kracht ter hand hebt genomen en Koning geworden bent.

Lees ook 1 Korinthe 1: 26 - 30. In 2 Korinthe 12: 10 en Filippenzen 4: 13 lees ik ook over menselijke zwakheid tegenover de kracht van Christus.
2 Kor. 12: 10 Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus' wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.
Fil. 4: 13 Alle dingen zijn mij mogelijk door Christus, Die mij kracht geeft.

Mijn Woord: IK lees in: Johannes 17: 6 Ik heb Uw Naam geopenbaard aan de mensen die U Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren van U en U hebt hen Mij gegeven, en zij hebben Uw woord in acht genomen.

Mijn Naam: Dit kwam ik ook al tegen in Openbaring 2: 13. Tevens wordt in Openbaring 11: 18 wordt 'Uw Naam' genoemd. Openb.11: 18 …... en om het loon te geven …... aan hen die Uw naam vrezen,......

In Exodus 9: 16 moet Mozes in opdracht van de Heere tegen Farao zeggen: Maar juist hierom heb Ik u laten bestaan, om Mijn kracht aan u te tonen, zodat Mijn Naam bekendgemaakt zal worden op heel de aarde.
Deze tekst wordt aangehaald in Romeinen 9: 17 Want de Schrift zegt tegen de farao: Juist hiertoe heb Ik u verwekt: dat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, en dat Mijn Naam verkondigd zou worden op de hele aarde.

De naam van God is belangrijk. Ik lees regelmatig in het Oude testament: Ik ben de HEERE (Jehova). De gelovigen in Pergamus houden zich vast aan deze Naam.
'Mijn Naam' komt 18 keer voor in de Evangeliën. Dan gaat het over de Here Jezus Christus. In Filippenzen 2: 8 – 11 en Romeinen 10: 13 vind ik nog twee mooie teksten die hier goed bij passen: Fil.2: 8 - 11  8 En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. 9 Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam10 opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, 11 en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader.
Rom.10: 13 Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden.

Ik geloof dat de gelovige Israëlieten in het duizendjarig rijk de Naam van Koning Christus zullen prediken. Zij zullen als koningen en priesters de wereld doortrekken en het evangelie van het Koninkrijk prediken. Zij zullen zelfs met Christus regeren. Zie ook Openbaring 1: 6, 5: 10 en 20: 6. Dit was voor hen al een belofte in het Exodus 19: 6 maar ook in Handelingen 3: 19, 20, 25 en 26. En dat wordt in het duizendjarig rijk dan eindelijk de praktijk, onder het Nieuwe Verbond wat met de gelovige Israëlieten gesloten zal worden.

Mijn Naam niet verloochend. In Mattheus 10: 33 en Lukas 12: 9 zie ik wat er gebeurd als de Naam van Christus verloochend wordt. In Handelingen 3: 14 wordt beschreven hoe Christus werkelijk verloochend is.

Mat.10: 33 Maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.

Luk.12: 9 Maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal verloochend worden voor de engelen van God.

Hand.3: 13, 14 13 De God van Abraham, Izak en Jakob, de God van onze vaderen, heeft Zijn Kind Jezus verheerlijkt, Die u hebt overgeleverd. U hebt Hem verloochend vóór Pilatus, toen die oordeelde dat men Hem zou loslaten. 14 U echter hebt de Heilige en Rechtvaardige verloochend en gevraagd dat u een moordenaar geschonken zou worden,

Als in de toekomst iemand Christus verloochend doet hij/zij dat door het merkteken van het beest te ontvangen: Openbaring 14: 9b, 10a 9b Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt, en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, 10a dan zal hij ook drinken van de wijn van de toorn van God,

In Filadelfia verloochenen de gelovigen de naam van Christus niet. Voor hen geld bij leven of dood:

Openbaring 20: 4 En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, die het beest en zijn beeld niet hadden aangebeden, die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij werden weer levend en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang.

9 Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge van de satan, van hen die zeggen dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen. Zie, Ik zal maken dat zij komen en aan uw voeten aanbidden en erkennen dat Ik u liefheb.

Synagoge van de satan. Deze synagoge kwam ik al tegen in Openbaring 2: 9. Synagoge duidt op een Joodse instelling en bevestigd de doelgroep, namelijk de Israëlieten, van dit boek. Christus zal zorgen met Zijn kracht dat enigen uit de synagoge van Satan, die liegen, de gelovigen in Filadelfia zullen aanbidden en erkennen dat Christus van hen houdt. In de kleine kracht (vers 8) van de gelovigen kan Christus Zijn grote kracht laten zien. Hiervan wordt al geprofeteerd in:
Jesaja 60: 14 Ook zullen, zich buigend, naar u toe komen de kinderen van hen die u onderdrukt hebben, en allen die u verworpen hebben, zullen zich neerbuigen aan uw voetzolen, en zij zullen u noemen: Stad van de HEERE, het Sion van de Heilige van Israël.

10 Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, die over heel de wereld komen zal, om hen die op de aarde wonen te verzoeken.

Woord van Mijn volharding. Dit kom ik ook tegen in Openbaring 1: 9, 2: 2 en 2: 19. In de Staten Vertaling staat 'lijdzaamheid en geduld'. In de grondtekst staat 'het verduren'.

Mijn volharding hebt bewaard: Hier in dit vers gaat het om de volharding van Christus. Als de gelovigen volharden met gehoorzamen en vertrouwen in de volharding van Christus, zijn ze op de goede weg. Ik lees in: Openbaring 14: 4, 5, 12 4 Zij zijn het die niet met vrouwen bevlekt zijn, want zij zijn maagden. Dezen zijn het die het Lam volgen waar Het ook naartoe gaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen, als eerstelingen voor God en het Lam. En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn smetteloos voor de troon van God. 12 Hier zien we de volharding van de heiligen. Hier komen openbaar die de geboden van God en het geloof in Jezus in acht nemen.

De gelovigen uit Filadelfia hebben het woord van de volharding bewaard. Daardoor zal Christus hun bewaren voor het uur van de verzoeking. Velen lezen hierin dat de Gemeente, die het Lichaam van Christus is, opgenomen zal worden voor de grote verdrukking, het uur der verzoeking. Sowieso geloof ik niet in een opname  voor de Gemeente, Het Lichaam van Christus. Bovendien gaat het in Gods woord niet om 'een opname' maar om een toevergaderen in Mattheus 24: 31

Christus zal degenen die het woord van de volharding van Christus hebben bewaard bewaren voor het uur der verzoeking. Hoe zal Hij dat doen? In de eerste plaats lees ik in: Mattheus 24: 22 En als die dagen niet ingekort werden, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden.

In de tweede plaats lees ik in: Openbaring 9: 4 En tegen hen werd gezegd dat ze geen schade mochten toebrengen aan het gras van de aarde, of welke groene plant of welke boom dan ook, maar alleen aan de mensen die het zegel van God niet op hun voorhoofd hadden. 
Dat betekent dat de mensen die het merkteken van God wel hadden door God beschermt werden. Lees in dit verband ook Openbaring 14: 9 - 13.

In de derde plaats geloof ik dat ook al komen de gelovigen om in de grote verdrukking, zij opgewekt zullen worden. Op die manier is ook bewaring mogelijk:  Openbaring 20: 4 – 6 4  En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, die het beest en zijn beeld niet hadden aangebeden, die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij werden weer levend en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang. 5 Maar de overigen van de doden werden niet weer levend, totdat de duizend jaar tot een einde gekomen waren. Dit is de eerste opstanding. 6 Zalig en heilig is hij die deel heeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang.

Zal de verzoeking over heel de wereld komen? Dat lijkt hier wel te staan. Maar in de grondtekst staat: oikoumene. Hier staat dus niet het veel voorkomende Griekse woord 'kosmos' wat doorgaans met 'wereld' vertaald wordt. 'Oikoumene' wordt in de grondtekst vertaald door 'bewoonde-wereld'. Het gaat hier om een select gebied, de toenmalige bewoonde wereld, namelijk het oude Romeinse rijk. Dat bestond uit landen rond de Middellandse zee. Dat zijn de landen waarover het ook meestal in het Oude Testament ging en waar Paulus zijn zendingsreizen naar toe heeft gemaakt. Ik geloof dat de verzoeking, de grote verdrukking met name zich in dat gebied zal voltrekken. Mogelijk zal wel de gehele wereld er zijn invloed van ondervinden.

Dit Griekse woord 'oikoumene' komt voor in Mattheus 24: 14, Lukas 2: 1, Handelingen 11: 28 / 19: 27, Openbaring 16: 14 en in: Openbaring 12: 9 En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld (oikoumene) misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen.

In bovenstaande tekst zie ik dezelfde vertaling als hier in vers 10. Met dus ook dezelfde misvatting. Bij met name Lukas 1: 1 merk ik uit de inhoud van de tekst dat het inderdaad om een kleiner deel dan de gehele wereld gaat, namelijk het toenmalige Romeinse rijk waar Augustus keizer over was.

Luk.1: 1 En het geschiedde in die dagen dat er een gebod uitging van keizer Augustus dat heel de wereld ingeschreven moest worden.

Om hen die op de aarde wonen te verzoeken. Het gaat niet om de gehele aarde maar om het land Israël. In dat land zal de verzoeking het ergst zijn. Aarde is in de grondtekst 'ge'. En dat betekent: Land, aarde in de zin van grond. Het komt 66 keer voor in Openbaring. Vaak geeft men er de betekenis aan van de gehele aarde, alle landen. Het is erg verwarrend als er aarde staat, maar een land wordt bedoeld.

11 Zie, Ik kom spoedig. Houd vast wat u hebt, opdat niemand uw kroon zal wegnemen.

Ik kom spoedig. In Zacharia 2: 10 belooft de Heer te komen en in het midden van de dochter van Sion (Israël) te wonen. Deze belofte wordt in Openbaring waargemaakt. In Openbaring 22: 7, 12 en 20 komt deze uitdrukking ook voor.

Houd vast wat u hebt. Het was goed als de gelovigen in Filadelfia doorgingen zoals ze dat deden, met hun werken, het in acht nemen en het bewaren van het Woord van God en het niet verloochenen van de Naam van Christus; vers 8 en 10.

Opdat niemand uw kroonKroon is in de grondtekst 'lauwerkrans'.
In Jesaja 62: 3 lees ik dat Jeruzalem (vers 1) een kroon zal zijn. Jes.62: 3 U zult een sierlijke kroon zijn in de hand van de HEERE en een koninklijke tulband in de hand van uw God.

Openb.12: 1 En er verscheen een groot teken in de hemel: een vrouw, bekleed met de zon, en de maan was onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren.

In Openbaring 12: 1 zie ik een groot teken, een vrouw (Israël), bekleed met de zon, de maan met onder haar voeten een kroon van twaalf sterren. Dit doet mij denken aan Genesis 37: 9 waar Jozef droomt van de zon, de maan en elf sterren die zich voor hem neer bogen. Aan al deze teksten zie ik dat ik hier te maken heb met profetieën aan het volk Israël. Zij zullen in de toekomst met Christus als koningen en priesters regeren; Openbaring 1: 6.

Zal wegnemen. Hier wordt de gelovigen gezegd dat hun kroon weggenomen zou kunnen worden als zij niet vast houden wat zij hebben. Hoe ernstig is dit. In Filadelfia lijkt dit niet te gebeuren, maar in andere gemeentes zijn helaas wel afvallers. Hoe anders is dit in 2 Timoteüs 4: 8, een latere brief van Paulus aan de Ene gemeente Het Lichaam van Christus  waar een kroon voor gelovigen is weggelegd zodat die hen op een dag gegeven zal kunnen worden. En hieraan zie ik weer de verschillende posities van de gemeenten in Openbaring en de Gemeente, Het Lichaam van Christus.

2 Tim. 4: 8 Verder is voor mij weggelegd de krans van de rechtvaardigheid die de Heere, de rechtvaardige Rechter, mij op die dag geven zal. En niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning hebben liefgehad.

12 Wie overwint, hem zal Ik tot een zuil in de tempel van Mijn God maken, en hij zal daaruit niet meer weggaan. En Ik zal de Naam van Mijn God op hem schrijven en de naam van de stad van Mijn God, het nieuwe Jeruzalem, dat neerdaalt uit de hemel, bij Mijn God vandaan, en Mijn nieuwe Naam.

Wie overwint. Zie vers 5.

Een zuil in de tempel. Dit doet denken aan 2 Kronieken 3: 17 waar Salomo een tempel mag bouwen voor de Heer: 17 Hij richtte de pilaren op vóór de tempel, een aan de rechter- en een aan de linkerkant. De rechterpilaar gaf hij de naam Jachin, en de linker Boaz. Zo zullen ook de overwinnaars tot zuilen gemaakt worden. Dat zal blijvend zijn. En de Naam van God zal op de zuil geschreven worden, samen met de naam van het nieuwe Jeruzalem en de naam van Christus.

Het nieuwe Jeruzalem dat neerdaalt uit de hemel bij Mijn God vandaanDit komt ook voor in: Openbaring 21: 2, 10 2 En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. 10 En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan. Het nieuwe Jeruzalem is de Bruid van Christus welke gevormd worden door het gelovig overblijfsel van Israël.

Mijn nieuwe Naam. In Openbaring 2:17 lees ik van een steen met een nieuwe naam. Aäron droeg in Exodus 28: 36 een gouden plaat met daarin gegraveerd: DE HEILIGHEID VAN DE HEERE. Zo zullen de gelovigen uit Israël een witte steen ontvangen met daarop hun nieuwe naam geschreven. Het is een teken van nieuw leven in het Nieuwe Verbond.

Jes.62: 2 – 4 2 De heidenvolken zullen uw gerechtigheid zien en alle koningen uw luister; u zult met een nieuwe naam genoemd worden, die de mond van de HEERE bepalen zal. 3 U zult een sierlijke kroon zijn in de hand van de HEERE en een koninklijke tulband in de hand van uw God. 4 Tegen u zal niet meer gezegd worden: verlatene, en tegen uw land zal niet meer gezegd worden: woestenij, maar u zult genoemd worden: Mijn welgevallen is in haar, en uw land: getrouwde; want de HEERE verlangt naar u, en uw land zal getrouwd worden.

De naam die de overwinnaars in Pergamus ontvangen zullen zij alleen kennen. In Jesaja 62: 4 wordt de nieuwe naam van Jeruzalem genoemd. Hier in Openbaring 3: 12 wordt Jeruzalem ook in verband gebracht met Mijn nieuwe naam en de naam van God.

13 Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.
Zie vers 6.

Korte samenvatting:
De brief aan Filadelfia is bemoedigend. Omdat zij God trouw gebleven waren zou God hen bewaren voor het uur van de verzoeking; vers 10. De gelovigen hadden goede werken, ze namen en bewaarden het Woord van God en verloochenden de Naam van Christus niet; vers 8 en 10. Hun werd gezegd dat Christus spoedig zou komen en dat wie overwint tot een zuil in de tempel gemaakt zou worden met de naam van God, de stad van de God en van Christus daarop. Hun kroon wijst op het koning en priesterschap. Zij zullen met Christus regeren.

De gemeente in Laodicea.

14 En schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige Getuige, het begin van Gods schepping:

En schrijf aan de engel van de gemeente. Zie vers 1.
Laodicea betekent: 'gerechtigheid van het volk'.

Dit zegt de Amen. Zie Openbaring 1: 6. Amen betekent: Het is zo. Hier staat 'De Amen'. Het gaat hier dus over De 'het is zo'. Christus is De 'Ja en Amen”. Dat lees ik in: 2 Korinthe 1 : 20 Immers, zovele beloften van God als er zijn, die zijn in Hem ja en in Hem amen, tot verheerlijking van God door ons.
Dit doet mij denken aan 'Ik Ben de HEERE (Y@hovah)'. Het komt 85 keer voor in het Oude Testament.

De getrouwe en waarachtige. In Openbaring 19: 11 wordt Christus ook zo aangesproken: Openb.19: 11 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid.
In vers 7 staat: de Heilige, de Waarachtige. 

Getrouwe Getuige. In Openbaring 1: 5 wordt Christus ook zo genoemd. Het gaat daar om een bloed getuige. Bloed was nodig voor de reiniging van mijn zonden: Kolossenzen 1: 14 In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden.
Christus is getrouw geweest tot in de dood. En Hij is dit altijd geweest en zal dit altijd zijn.

Het begin van Gods schepping: Kolossenzen 1: 15 - 18 15 Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping. 16 Want door Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen. 17 En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem. 18 En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. 

Genesis 1: 1, 26 1 In het begin schiep God de hemel en de aarde. 26 En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; 
Romeinen 11: 36 Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.

Christus is de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige Hij was er al vanaf het begin van Gods Schepping. Alle dingen zijn uit, door en tot Hem. Ik lees in:

Openb.1: 4b, 8 4b genade zij u en vrede, van Hem Die is en Die was en Die komt, 8 Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige.

Openb. 21: 6a En Hij zei tegen mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde.

Openb.22: 13 Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste.

15 Ik ken uw werken, en weet dat u niet koud en niet heet bent. Was u maar koud of heet!
16 Maar omdat u lauw bent en niet koud en ook niet heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen.

Ik ken uw werken. Zie vers 1.

Niet koud en niet heet. Laodicea kreeg zijn water van de hoger gelegen warmwaterbronnen. Er was een water leiding stelsel wat het water naar de stad vervoerde. Het water was lauw als het aankwam. Hoe praktisch zijn deze verzen voor de gemeente. De begrippen 'koud' en 'heet' voor een gemeente komen alleen in deze verzen voor. Koud of heet zijn is beter dan lauw lees ik in vers 15. Lauwheid kan alle kanten opgaan, met alle winden meewaaien. Lauw is smaakloos. 'Geestelijk' straalt er niets vanaf. Koud of heet zijn is duidelijk, je voelt wat het is.

Er wordt in de Bijbel vaker een geestelijke toestand aangegeven door middel van een bepaalde temperatuur:
Psalm 39: 4 mijn hart werd heet in mijn binnenste. Een vuur ontbrandde bij mijn zuchten; 
Mattheus 24: 12 En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen. 

Romeinen 12: 11 Wees niet traag wat uw inzet betreft. Wees vurig van geest. Dien de Heere.

Ik zal u uit Mijn mond spuwen. Degene die lauw zijn en dat blijven zullen door Christus uitgespuugd worden. Dat betekent dat zij geen deel hebben aan de belofte uit vers 21. Bovendien hebben zij dan geen deel aan Christus en aan het Koninkrijk van God. Zij zullen dan ook niet in aanmerking komen voor het Koninklijk priesterschap van Openbaring 1: 6.
In Leviticus 18: 24, 25 en Leviticus 20: 22 lees ik ook over uitspuwen. Daar spuwt het land zijn inwoners uit. Dat betekent dat die ongehoorzame inwoners niet meer in dat land mogen wonen. Ze worden tijdelijk Lo-Ammi, niet Mijn volk. In Mattheus 25: 41 en 42 lees ik over 'weg van God gaan en vervloekt worden' omdat niet voldaan is aan de zorg voor de naaste.

Lev.20: 22 U moet al Mijn verordeningen en al Mijn bepalingen in acht nemen en ze houden, zodat het land, waar Ik u heen breng om er te wonen, u niet zal uitspuwen. 
Matth.25: 41, 42 41 Dan zal Hij ook zeggen tegen hen die aan de linkerhand zijn: Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is. 42 Want Ik ben hongerig geweest en u hebt Mij niet te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest en u hebt Mij niet te drinken gegeven;

17 Want u zegt: Ik ben rijk en steeds rijker geworden en heb aan niets gebrek, maar u weet niet dat juist u ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt bent.

In Hosea 2: 7, 8, Jacobus 5: 1 - 3 en 1 Timoteüs 6: 9 en 10 kom ik zo'n zelfde soort klacht van God ten opzichte van het volk Israël tegen:
Hosea 2: 7, 8 7 Zíj erkent echter niet dat Ik het ben Die haar het koren, de nieuwe wijn en de olie gegeven heb, dat Ik het zilver en het goud voor haar vermeerderd heb, dat zij voor de Baäl gebruikt hebben. 8 Daarom keer Ik terug en neem Ik Mijn koren weg op zijn tijd, en Mijn nieuwe wijn op de daarvoor vastgestelde tijd. Ik ruk Mijn wol en Mijn vlas weg, waarmee zij haar naaktheid moet bedekken.

Jacobus 5: 1 – 3 1 Nu dan, rijken, huil en jammer over al de ellende die u overkomt. 2 Uw rijkdom is vergaan en uw kleren zijn door de motten aangevreten. 3 Uw goud en zilver is verroest en hun roest zal een getuigenis tegen u zijn en uw vlees als een vuur verteren. U hebt schatten verzameld in de laatste dagen.

1 Tim.6: 9, 10 9 Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang. 10 Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken.

Ellendig en beklagenswaardig. Dit is in bovenstaande teksten aan de orde gekomen.

Rijk en arm. Het gaat hier mogelijk om materiële rijkdom, maar zeker om 'geestelijke' rijkdom, zie vers 18. Men waande zich rijk, maar Christus bepaald dat ze arm waren.

Blind. Het gaat hier om 'geestelijke' blindheid zoals beschreven in 2 Petrus 1: 5 – 9 en in: Jesaja 59: 10 Wij tasten als blinden langs de wand, ja, wij tasten als mensen zonder ogen, wij struikelen midden op de dag, als in de schemering, wij verkeren, zoals de doden, in woeste plaatsen.
2 Petrus 1: 9 Immers, bij wie deze dingen niet aanwezig zijn, die is blind en kortzichtig, omdat hij de reiniging van zijn vroegere zonden vergeten is.

NaaktOpenbaring 16: 15 Zie, Ik kom als een dief. Zalig hij die waakzaam is en op zijn kleren acht geeft, zodat hij niet naakt zal rondlopen en men zijn schaamte niet zal zien.

Het gaat hier om 'geestelijke' naaktheid, gestoeld op menselijke filosofie volgens de grondbeginselen van deze wereld. Men kan hier veel waarde aan hechten, maar het is inhoudsloos.
Kol.2: 8 Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus.

Ik moet hierbij denken aan Genesis 2: 25, 3: 7, 10 en 11. Adam en Eva schamen zich na de zondeval plotseling voor hun naaktheid. Ze hebben zich bekleed met vijgenbladeren is te lezen in Genesis 3: 7. Later heeft God zelf hun bekleed; Genesis 3: 21 En de HEERE God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van huiden en kleedde hen daarmee.
De HEERE moest daarvoor een dier doden. Dat verwijst naar de dood van Christus, waardoor verloren mensen behouden worden. Deze redding, door het bloed van Christus bewerkt, maakt dat mensen niet naakt voor God staan. Zie ook: 

Mattheus 22: 11 - 14 11 Toen de koning naar binnen was gegaan om de gasten te overzien, zag hij daar iemand die niet gekleed was in bruiloftskleding. 12 En hij zei tegen hem: Vriend, hoe bent u hier binnengekomen terwijl u geen bruiloftskleding aan hebt? En hij zweeg. 13 Toen zei de koning tegen de dienaars: Bind hem aan handen en voeten, neem hem mee en werp hem uit in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. 14 Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.

18 Ik raad u aan dat u van Mij goud koopt, gelouterd door het vuur, opdat u rijk wordt, en witte kleren, opdat u bekleed bent en de schande van uw naaktheid niet openbaar wordt. En zalf uw ogen met ogenzalf, opdat u zult kunnen zien.

In Jesaja 55: 1 kom ik een dergelijke tekst als opdracht van God ten opzichte van Israël tegen. Alleen met dit verschil dat men in Jesaja 'dorstig' is en dat is nog maar de vraag in Laodicea, waar men meent niets nodig te hebben; vers 17. Ook in Haggaï 1: 4 - 8 lees ik een dergelijke vermaning. 

Jesaja 55: 1 O, alle dorstigen, kom tot de wateren, en u die geen geld hebt, kom, koop en eet, ja, kom, koop zonder geld, zonder prijs, wijn en melk.

Haggaï 1: 4 - 8 4 Is het voor u wel de tijd om in uw fraai overdekte huizen te wonen, terwijl dit huis verwoest ligt? 5 Nu dan, zo zegt de HEERE van de legermachten: Let aandachtig op uw wegen. 6 U zaait veel maar brengt weinig binnen. U eet maar niet tot verzadiging. U drinkt maar wordt niet dronken. U kleedt u, maar wordt niet warm. De dagloner ontvangt zijn loon in een doorboorde buidel. 7 Zo zegt de HEERE van de legermachten: Let aandachtig op uw wegen. 8 Ga het gebergte in, haal hout en herbouw dit huis. Dan zal Ik er behagen in scheppen, en verheerlijkt worden, zegt de HEERE.

Gelouterd door het vuur. Vuur is een beeld van oordeel. Dat lees ik onder anderen in Jacobus 5: 3 waar ze rijk zijn en schatten hebben verzameld, net als in Laodicea: Jac.5: 3 Uw goud en zilver is verroest en hun roest zal een getuigenis tegen u zijn en uw vlees als een vuur verteren. U hebt schatten verzameld in de laatste dagen.

De verzen 8 en 9 uit Zacharia 13 gaan over de eindtijd. Een derde deel zal zich bekeren en zal gelouterd en beproefd worden. Het resultaat van deze loutering lees ik in Ezechiël 16: 13.

Zach.13: 8, 9 8 Het zal gebeuren, spreekt de HEERE, dat in heel het land twee derde ervan uitgeroeid zal worden en de geest zal geven, en een derde ervan zal overblijven. 9 Ik zal dat derde deel in het vuur brengen en het louteren, zoals men zilver loutert. Ik zal het beproeven, zoals men goud beproeft. Het zal Mijn Naam aanroepen en Ík zal het verhoren. Ik zal zeggen: Dit is Mijn volk; en zij zullen zeggen: De HEERE is mijn God.

Ez.16: 13 Zo werd u getooid met goud en zilver. Uw kleding was van fijn linnen en zijde, en voorzien van kleurrijk borduurwerk. Meelbloem, honing en olie at u. U werd buitengewoon mooi, en werd geschikt voor het koningschap.

Koopt goud. Goud is een edel metaal. Het werd in de tabernakel van God gebruikt lees ik in Hebreeën 9: 4. Men moest gelouterd goud kopen wilde men 'geestelijk' rijk worden. Het was een persoonlijke opdracht, net als in Mattheus 25: 8 en 9 waar de olie (beeld van heilige geest) niet gedeeld kon worden.

Matth.25: 8, 9 8 De dwazen zeiden tegen de wijzen: Geef ons van uw olie, want onze lampen gaan uit. 9 Maar de wijzen antwoordden: In geen geval, anders is er misschien niet genoeg voor ons en u. Ga liever naar de verkopers en koop olie voor uzelf.

En witte kleren. Ik lees in ditzelfde hoofdstuk in vers 4 en 5 over deze witte kleren. Opdat u bekleed bent. Dit in tegenstelling tot de schande van hun naaktheid. Zie het vorige vers.

Ogenzalf opdat u zult kunnen zien. Er was een tijd dat God een diepe slaap heeft gegeven aan het volk Israël, zodat zij niet konden zien en horen. De reden was dat zij volharden in ongeloof: Romeinen 11: 7, 8 7 Wat dan? Wat Israël zoekt, dat heeft het niet verkregen, maar het uitverkoren deel heeft het verkregen en de anderen zijn verhard, 8 zoals geschreven staat: God heeft hun een geest van diepe slaap gegeven, ogen om niet te zien en oren om niet te horen, tot op de dag van heden.

Maar die tijd gaat voorbij. Hier is een oproep om ogenzalf te gebruiken om te kunnen zien. De ogenzalf zit verwerkt in Gods Woord wat naar de gemeente in Laodicea toekwam. Ze hoefden het alleen maar te zien, te aanvaarden en te gehoorzamen. Wat zij zullen zien lees ik in: Openbaring 22: 4 en zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofd zijn.

19 Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u.

Ieder die Ik liefhebJesaja 43: 1, 4a 1 Maar nu, zo zegt de HEERE, uw Schepper, Jakob, uw Formeerder, Israël: Wees niet bevreesd, want Ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, u bent van Mij. 4a Sinds u kostbaar bent in Mijn ogen, bent u verheerlijkt en heb Ík u liefgehad.

Wijs Ik terecht en bestraf Ik. In de grondtekst staat: ik ontmasker en ik disciplineer. De Staten Vertaling spreekt van 'kastijden': “die bestraf en kastijd Ik”. Bestraffen, disciplineren en kastijden is in het Grieks: paideuo.

Ik lees in: Jeremia 30: 11 Want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u te verlossen, want Ik maak een vernietigend einde aan alle heidenvolken waarheen Ik u verspreid heb, maar aan u zal Ik geen vernietigend einde maken. Ik zal u bestraffen met mate, maar u beslist niet voor onschuldig houden.

Deuteronomium 8: 5, 6 5 Weet dan in uw hart dat de HEERE, uw God, u gehoorzaamheid bijbrengt zoals een man zijn zoon gehoorzaamheid bijbrengt, 6 en neem de geboden van de HEERE, uw God, in acht door in Zijn wegen te gaan en door Hem te vrezen.

Dit moet allemaal bekering en een vreedzame vrucht van gerechtigheid tot gevolg hebben zo lees ik in Spreuken 3: 11 - 18 en in:
Hebreeën 12: 11 En elke bestraffing schijnt op het moment zelf wel geen reden tot blijdschap te zijn, maar tot droefheid. Maar later geeft zij hun die erdoor geoefend zijn een vreedzame vrucht van gerechtigheid.

Wees dan ijverig en bekeer u. In de grondtekst staat: Weest enthousiast en bezin je. Ik lees in: Galaten 4: 18 Nu is zich te beijveren voor het goede altijd goed, en niet alleen als ik bij u ben,
De oproep om te bekeren, te bezinnen, klinkt ook in Openbaring 2: 5 en 16. En in Openbaring 3: 3.

20 Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij.

Een vergelijkbare oproep lees ik in Johannes 14: 23 en Lukas 19: 5 en 6.
Joh.14: 23 Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen.

Luk.19: 5, 6 5 En toen Jezus bij die plaats kwam, keek Hij op, zag hem en zei tegen hem: Zacheüs, haast u en kom naar beneden, want heden moet Ik in uw huis verblijven. 6 En hij haastte zich en kwam naar beneden en ontving Hem met blijdschap

Ik sta aan de deur en Ik klop. Het lijkt mij dat Christus hier verlangend voor de deur staat. Dit terwijl Hij in Jacobus 5: 9 als een rechter komt: Jac. 5: 9 Zie, de Rechter staat voor de deur.

De deur. Zie ook de beschrijving bij vers 8. Daar is de deur de toegang tot het Koninkrijk. Hier is de deur de toegang tot iemands persoonlijk leven. Christus staat aan de deur en hij klopt. Hij doet dit middels de oproep in deze brief die via Johannes gegeven is aan de gemeente te Laodicea. Als iemand de stem van Christus hoort en de deur opent dan zal Christus bij hem binnen komen en de maaltijd met hem gebruiken en omgekeerd zal die persoon met Christus mogen eten. In Openbaring 19: 9 lees ik ook over deze maaltijd. Het gaat in beide teksten over een maaltijd in de avond. Ik geloof dat het avondmaal in dit vers dezelfde zal zijn als het avondmaal in Openbaring 19: 9. Als in Laodicea iemand zijn deur open doet voor Christus zal hij gaan behoren bij de bruidsgemeente

Openb. 19: 9 En hij zei tegen mij: Schrijf: Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam. En hij zei tegen mij: Dit zijn de waarachtige woorden van God.

Jesaja 25:6-8 schrijft ook over dit feestmaal. Dit is tegelijkertijd een teken van Gods Verbond met Israël. Christus zal dan weer opnieuw drinken van de vrucht van de wijnstok: Markus 14: 25 Voorwaar, Ik zeg u dat Ik niet meer zal drinken van de vrucht van de wijnstok tot op de dag wanneer Ik die nieuw zal drinken in het Koninkrijk van God.

In Lukas 14: 15 – 24 lees ik ook over een avondmaal bereid door een zeker mens. De dienstknecht moest de genodigden ophalen. Maar zij wilden niet komen. Zo is het ook gegaan in de periode van de evangeliën en Handelingen. Het volk Israël heeft niet gereageerd op de oproep om in te gaan in het nabijgekomen Koninkrijk. Ze hebben hun Messias toen niet aangenomen. In de toekomst zal dit wel gebeuren, alhoewel het zal gaan om een derde van het het volk las ik in vers 18 in de teksten die ik uit Zacharia 13: 8 en 9 aan heb gehaald. Dit derde deel zal dan zeggen: Kom! Openbaring 22: 17 En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom!

21 Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb.

Wie overwint. Zie vers 5. Die overwinning wordt werkelijkheid in Openbaring 20: 4 en wordt volledig vervuld in Openbaring 22: 1 - 5.

Openb.20: 4 En zij werden weer levend en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang.
Openb.22: 1 - 5 1 En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam. 2 In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de Boom des levens, die twaalf vruchten voortbrengt van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht. En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heidenvolken. 3 En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen, 4 en zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofd zijn. 5 En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen lamp en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen. En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid.

Voor het Lichaam van Christus geld: Kolossenzen 3: 3 want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God.

Die overwinning wordt werkelijkheid in: Openbaring 20: 4 En zij werden weer levend en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang.

Mijn troon. Die troon vind ik in Openbaring 4. Ik lees in vers: En meteen raakte ik in geestvervoering. En zie, er stond een troon in de hemel, en op de troon zat Iemand.

Ik lees in: Daniël 7: 9 Ik keek toe totdat er tronen werden geplaatst, en de Oude van dagen Zich neerzette. Lukas 1: 32 Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven,

Zoals ook Ik overwonnen heb. Over die overwinning lees ik in Openbaring 1: 13 – 18 / 5: 5 en in Johannes 16: 33. Openb.5: 5 En een van de ouderlingen zei tegen mij: Huil niet. Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn zeven zegels te verbreken.

Joh.16: 33 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.

Bijzonder is dat hier staat: En Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb. Degene die overwint zal met Christus en Zijn Vader op de troon van de Vader zitten.

22 Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.
Zie vers 6.

Korte samenvatting:
De brief aan Laodicea is vermanend. Christus oordeelt dat de gemeente leden lauw van gezindheid zijn. Ze zijn ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt. Als zij zich niet bekeren en Christus, die aan de deur staat te kloppen, niet binnenlaten dan zal Hij hen uit zijn mond spuwen. Maar degene die zich bekeerd en Christus binnenlaat zal met Hem de maaltijd gebruiken en met Christus en Zijn Vader op de troon zitten.

Terug naar:
Openbaring 1Openbaring 2Openbaring 3,  Openbaring 4Openbaring 5, Openbaring 6Openbaring 7Openbaring 8Openbaring 9Openbaring 10Openbaring 11Openbaring 12, Openbaring 13, Openbaring 14
Openbaring 15Openbaring 16, Openbaring 17Openbaring 18Openbaring 19, Openbaring 20, Openbaring 21 
en Openbaring 22.



Geen opmerkingen: